ECLI:NL:RBLIM:2019:8914

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
2 oktober 2019
Publicatiedatum
3 oktober 2019
Zaaknummer
C/03/260024 / HA ZA 19-69
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.J.H.A. Venner-Lijten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erfdienstbaarheid en gebruik van perceel in geschil tussen buren

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om een geschil over een erfdienstbaarheid tussen twee buren. De eisers in conventie, die eigenaar zijn van een perceel aan de [adres 1] te [woonplaats 1], stellen dat zij recht hebben op toegang tot hun garage via een strook grond die eigendom is van de gedaagden in conventie. De gedaagden, die eigenaar zijn van het aangrenzende perceel, betwisten dit recht en hebben belemmeringen aangebracht die het gebruik van de strook grond door de eisers bemoeilijken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de erfdienstbaarheid, zoals vastgelegd in de notariële akte, niet het recht omvat om met een caravan over de strook te rijden. De rechtbank oordeelt dat de eisers niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen tegen de gedaagde sub 1, en wijst de vorderingen tegen gedaagde sub 2 af. De rechtbank verklaart dat de erfdienstbaarheid uitsluitend het recht van weg inhoudt om te komen en te gaan van en naar de openbare weg, zonder dat er op het heersend erf zaken mogen worden geplaatst.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/260024 / HA ZA 19-69
Vonnis van 2 oktober 2019
in de zaak van

1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,

en

2.[eiseres in coventie, verweerster in reconventie sub 2] ,

beiden wonend te [woonplaats 1] ,
eisers in conventie, verweerders in reconventie,
advocaat mr. L.R. van Dooren;
tegen:

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ,

en

2.Maria Louisa Hendrika Monica [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ,

beiden wonend te [woonplaats 2] ,
gedaagden in conventie, eisers in reconventie,
advocaat mr. I.K. Decupere te Maastricht.
Eisers in conventie/verweerders in reconventie zullen hierna gezamenlijk [eisers in conventie, verweerders in reconventie] genoemd worden. Gedaagden in conventie/eisers in reconventie zullen hierna gezamenlijk [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] en ieder afzonderlijk [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] genoemd worden.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 3 juli 2019:
  • het proces-verbaal van comparitie en descente van 16 juli 2019.
1.2.
Ten slotte is wederom vonnis bepaald.

2.De feiten

in conventie en in reconventie

2.1.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] zijn sedert 1 oktober 1986 eigenaar van het perceel [adres 1] te [woonplaats 1] , kadastraal bekend Heerlen [kadasternummer 1] , alsmede de bij dat perceel behorende garage, kadastraal bekend Heerlen, [kadasternummer 2] .
2.2.
Het door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] verkregen perceel [kadasternummer 2] maakte deel uit van een groter perceel, voorheen kadastraal bekend als [kadasternummer 3] , dat gemeenschappelijke eigendom was van de broers [naam 1] en [naam 2] (verder gezamenlijk te noemen: de broers [familienaam] ). Op 1 oktober 1986 hebben de broers [familienaam] bij notariële akte de gemeenschappelijke eigendom van het kadastrale perceel [kadasternummer 3] verdeeld en vervolgens de delen geleverd. De verdeling kwam er op neer dat aan [naam 1] is geleverd een deel van het perceel [kadasternummer 3] , ter grootte van 832 m² (dat thans [kadasternummer 4] heeft), en dat een deel van het perceel [kadasternummer 3] , ter grootte van ongeveer 54 m² (dat thans [kadasternummer 2] heeft), is geleverd aan [naam 2] .
2.3.
Tevens hebben de broers [familienaam] bij voormelde akte een recht van erfdienstbaarheid gevestigd. Dat recht is in de akte als volgt omschreven:
“9. Ten behoeve van het hiervoor aan de comparant sub 2.( [naam 2] , de rechtbank)
toebedeelde onroerend goed als heersend erf en ten laste van het hiervoor aan de comparant sub 1.( [naam 1] , de rechtbank)
toebedeelde onroerend goed als lijdend erf wordt bij deze met het oog op een op het heersend erf te bouwen garage gevestigd de erfdienstbaarheid van weg om te komen van en te gaan naar de openbare weg genaamd: “ [straatnaam] ” naar en van het heersend erf en wel via een strook grond, die rood gearceerd is aangegeven op de voormelde situatieschets en gelegen is naast het pand [adres 1] te [woonplaats 1] .
De weg zal niet alleen mogen worden gebruikt als voetpad doch tevensals rijwegvoor auto’s, motoren en rijwielen.
Op de weg zullen door de eigenaar van het heersend erf geen auto’s of welke andere zaken ook mogen worden geplaatst anders dan voor het directe gebruik van de weg als zodanig.
De weg zal langs het pad [adres 1] te [woonplaats 1] een breedte hebben van drie meter.”
2.4.
Op dezelfde dag dat de gemeenschappelijke eigendom van perceel [kadasternummer 3] tussen de broers [familienaam] is verdeeld, de delen zijn geleverd en het onder 2.3. geciteerde recht van erfdienstbaarheid is gevestigd, heeft [naam 2] aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] geleverd het woonhuis met verdere aanhorigheden, ondergrond, erf en tuin, staande en gelegen aan het adres [adres 1] te [woonplaats 1] , kadastraal bekend gemeente Heerlen, [kadasternummer 1] , groot 162 m², en een perceel grond, bestemd voor de bouw van een garage, gelegen aan de [straatnaam] te [woonplaats 1] , uitmakende een ter plaatse afgepaald en aangeduid gedeelte van het kadastrale perceel gemeente Heerlen, [kadasternummer 3] , ter grootte van ongeveer 54 m² (het perceel dat thans [kadasternummer 2] heeft). In de leveringsakte wordt verwezen naar de vestiging van het recht van erfdienstbaarheid als onderdeel van de bestaande erfdienstbaarheden, die met de levering overgaan op [eisers in conventie, verweerders in reconventie] De tekst van de erfdienstbaarheid, zoals hierboven geciteerd, is (behoudens een kennelijke schrijffout) in de leveringsakte tevens opgenomen.
2.5.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] is de dochter van [naam 1] . Zij heeft door erfopvolging de eigendom verkregen van de woning aan de [adres 2] , die grenst aan de woning van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] Het perceel met de woning is kadastraal bekend als [kadasternummer 5] en het perceel dat kadastraal bekend is als [kadasternummer 4] . De woning wordt niet door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en haar echtgenoot bewoond, maar door een zekere [naam 3] , die optreedt als beheerder van een caravanstalling, die op het kadastrale perceel [kadasternummer 4] , wordt geëxploiteerd door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] .
2.6.
Het perceel met de woning aan de [adres 2] ( [kadasternummer 5] ) grenst aan de achterzijde aan het kadastrale perceel met [kadasternummer 4] (waarop de caravanstalling wordt geëxploiteerd) en aan de zijgrens aan het perceel met de woning aan de [adres 1] (de woning van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , [kadasternummer 1] ). Het perceel met de woning aan de [adres 1] ( [kadasternummer 1] ) grenst met één zijgrens aan het perceel met de woning aan de [adres 2] , en aan de achtergrens en aan de andere zijgrens aan het perceel met kadastraal [kadasternummer 4] . Om van hun woning of vanaf de [straatnaam] naar hun garage te kunnen gaan en andersom, moeten [eisers in conventie, verweerders in reconventie] over het perceel met [kadasternummer 4] (dat eigendom is van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ) gaan.
2.7.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben in het verleden (in 1992) in de erfafscheiding, waar het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] aan de zijkant grenst aan het perceel met kadastraal [kadasternummer 4] , een deur aangebracht, om zodoende te voet of met een fiets van hun perceel, met [kadasternummer 1] , te kunnen gaan naar hun garage op het perceel met kadastraal [kadasternummer 2] . [naam 1] had er geen bezwaar tegen dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] via die deur van de achterzijde van hun perceel naar hun garage gingen. In 2017 hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in diezelfde erfafscheiding een poort aangebracht.
2.8.
Inmiddels zijn betonnen paaltjes en een reflectorpaaltje geplaatst op een afstand van ongeveer 15 cm van de poort, zodat deze niet meer door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] kan worden geopend.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] stellen dat zij één- of tweemaal per jaar met hun caravan op vakantie gaan. Om hun caravan te kunnen in- en uitruimen, parkeerden zij deze in het verleden kortstondig op het gedeelte van het perceel met het kadastrale [kadasternummer 4] , op de oprit van het dienende erf. De caravan stond daarbij, gedurende één of twee dagen, geparkeerd aan de zijkant van de oprit. Anderen konden volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ongehinderd gebruik maken van de oprit.
3.2.
Begin 2017 verboden [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] echter dat de caravan tijdelijk op de oprit werd geparkeerd. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zagen zich, naar zij stellen, genoodzaakt een alternatieve plek te zoeken om hun caravan in- en uit te kunnen ruimen. Dat alternatief heeft daarin bestaan dat zij in 2017 een (tweede) poort hebben aangebracht in de erfafscheiding in de zijkant van hun perceel, waar dat grenst aan het perceel met kadastraal [kadasternummer 4] . Dankzij die poort kunnen zij met hun caravan via de oprit naar de achterzijde van hun perceel rijden en de caravan vervolgens via de poort parkeren in de achtertuin van hun perceel. Zodoende kunnen zij hun caravan op hun eigen perceel parkeren, om deze daar in en uit te ruimen en zijn zij niemand meer tot last die gebruik moet maken van de oprit, waar [eisers in conventie, verweerders in reconventie] eerst hun caravan parkeerden om deze in- en uit te ruimen. De bedoelde poort is volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] enkel geplaatst om overlast voor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] (en eventuele derden) te voorkomen en discussies met hen uit de weg te gaan.
3.3.
Door het plaatsen van de betonnen paaltjes en het reflectorpaaltje is het voor [eisers in conventie, verweerders in reconventie] onmogelijk gemaakt dat zij hun caravan in hun achtertuin parkeren en dat zij hun auto in hun garage parkeren.
3.4.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] stellen als gevolg daarvan geen gebruik te kunnen maken van hun recht van erfdienstbaarheid. Volgens hen is de inhoud van dat recht hun de toegang te verschaffen tot het aan hen in eigendom toebehorende heersende erf, en wel op een zodanige manier dat zij volledig zonder beperkingen gebruik kunnen maken van de strook grond, dan wel de oprit gelegen naast het perceel [adres 1] . Dat is tussen hen en [naam 4] besproken voorafgaand aan de koop van de woning en vastgelegd in de notariële akte waarbij aan hen de eigendom van hun perceel is geleverd en waarin de passage omtrent de gevestigde erfdienstbaarheid is overgenomen.
3.5.
Het zeer incidentele gebruik dat zij van de oprit maken, daaruit bestaande dat zij enkel voor en na de vakantieperiode hun caravan via de oprit en door de bedoelde poort naar de tuin van hun perceel rijden, kan volgens hen geenszins als schending van de erfdienstbaarheid worden gekwalificeerd. Dat gebruik valt volgens hen onder het begrip “direct gebruik” in de erfdienstbaarheid. Onder dat begrip viel volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ook het vroegere handelen, waarbij de caravan één- of tweemaal per jaar, telkens voor een periode van één of twee dagen op de oprit werd geparkeerd, om deze daar in- en uit te ruimen.
3.6.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , en vóór hen, de vader van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , [naam 4] , hebben dat gebruik ook meer dan twintig jaar toegestaan.
3.7.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] stellen voorts dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] onjuiste mededelingen hebben gedaan tegenover buurtbewoners.
3.8.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] vorderen op grond van het vorenstaande dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat een erfdienstbaarheid van weg bestaat ten laste van het perceel van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] en ten behoeve van het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en dat de genoemde erfdienstbaarheid van weg inhoudt dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] een recht hebben om te komen en te gaan van hun perceel aan de [adres 1] , via de aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in eigendom toebehorende oprit, dan wel de strook naast het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] van en naar de openbare weg, te weten de [straatnaam] ;
II. voor recht verklaart dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] als gevolg van de onder I genoemde erfdienstbaarheid van weg met hun auto, caravan en andere rijwielen gebruik mogen maken van de aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] in eigendom toebehorende oprit, dan wel strook grond naast het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , om zich op die wijze de toegang te verschaffen tot de garage van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] gelegen op het heersend erf;
Primair
III. voor recht verklaart dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] als gevolg van de onder I genoemde erfdienstbaarheid van weg met hun auto, caravan en andere rijwielen gebruik mogen maken van de aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] in eigendom toebehorende oprit, dan wel de strook grond naast het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , om zich op die wijze via de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] geplaatste poort de toegang te verschaffen tot de tuin van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] gelegen op het heersend erf;
Subsidiair
IV. voor recht verklaart dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] als gevolg van de onder I genoemde erfdienstbaarheid van weg met hun auto en/of caravan gebruik mogen maken van de aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in eigendom toebehorende oprit, dan wel strook grond naast het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , in die zin dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] maximaal drie keer per jaar, maximaal drie aaneengesloten dagen per keer een caravan mogen plaatsen aan de zijkant van de oprit, dan wel de strook grond, op voorwaarde dat sprake is van een vrije doorgang voor overige gebruikers van de oprit, dan wel de strook grond;
Primair en subsidiair
V. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] veroordeelt om binnen zeven dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis de onder I genoemde erfdienstbaarheid van weg die gevestigd is op de oprit, dan wel de strook grond naast het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , vrij te maken en vrij te houden van blokkades en belemmeringen, daaronder begrepen het verwijderen van de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] geplaatste betonnen plaatjes voor de poort die toegang verschaft tot de tuin van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , zodat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hun recht van erfdienstbaarheid om te komen en te gaan naar de openbare weg, te weten de [straatnaam] , ongestoord kunnen uitoefenen, zulks op straffe van een dwangsom van € 750,-- per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in gebreke blijven hieraan te voldoen, met een maximum van € 30.000,--, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dwangsom;
VI. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gebiedt zich te onthouden van het doen van onjuiste en schadelijke uitlatingen over de persoon van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] jegens buurtgenoten, zulks op straffe van een dwangsom van € 750,-- per dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in gebreke blijven hieraan te voldoen, met een maximum van € 7.500,--, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dwangsom;
VII. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] veroordeelt in de kosten van deze procedure, vermeerderd met € 131,-- (€ 199,-- in geval van betekening) aan nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na de datum van het in dezen te wijzen vonnis.
3.9.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.10.
Omdat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] vrezen dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , ook indien hun vorderingen worden afgewezen, in de toekomst op ongeoorloofde wijze gebruik zullen maken van de erfdienstbaarheid, hebben zij er, naar zij stellen, recht op en belang bij te vorderen, in de eerste plaats, dat voor recht wordt verklaard dat de inhoud en de reikwijdte van de erfdienstbaarheid zich beperkt tot hetgeen letterlijk in de tekst van de akte van vestiging daaromtrent is bepaald, en niet het recht inhoudt om gebruik te maken van de oprit, dan wel de strook grond naast het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , om zich via de in 2017 geplaatste poort toegang te verschaffen tot de tuin van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en/of om te komen en gaan van het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] aan de [adres 1] van en naar de openbare weg [straatnaam] .
3.11.
Op grond van het vorenstaande vorderen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat het litigieuze recht van erfdienstbaarheid uitsluitend inhoudt het recht van weg om zowel te voet, als met auto’s, motoren en rijwielen te komen van en te gaan naar de openbare weg genaamd “ [straatnaam] ” naar en van het heersend erf (te weten het perceel waarop zich thans de garage van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] bevindt, kadastraal bekend als gemeente Heerlen [kadasternummer 2] ) en wel via het dienend erf, de oprit (perceel kadastraal bekend [kadasternummer 4] ), gelegen naast het pand [adres 1] te [woonplaats 1] en in eigendom toebehorend aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , zonder dat er op het heersend erf voornoemd auto’s of welke andere zaken ook mogen worden geplaatst anders dan voor het directe gebruik van de weg als zodanig;
II. voor recht verklaart dat het litigieuze recht van erfdienstbaarheid niet inhoudt het recht om gebruik te maken van het heersend erf en/of de strook grond naast het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] om zich via de in 2017 geplaatste poort van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] met een auto, caravan of ander rijwiel toegang te verschaffen tot de tuin van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , gelegen op het perceel kadastraal bekende gemeente Heerlen, [kadasternummer 1] ;
III. voor recht verklaart dat het litigieuze recht van erfdienstbaarheid niet inhoudt het recht om gebruik te maken van het heersend erf en/of de strook grond naast het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] om hierop hun caravan te stallen/te parkeren (tijdelijk en/of duurzaam);
IV. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] verbiedt om de erfdienstbaarheid te gebruiken op de wijze als hiervoor in II en III van het petitum in reconventie is beschreven;
V. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] verbiedt om zonder toestemming aanpassingen of andere handelingen te verrichten op het erf van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] die schade en/of wijzigingen tot gevolg hebben aan opstallen, beplantingen of andere eigendommen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , althans het gebruik te verbieden dat niet behoort tot de normale uitoefening gelet op de aard en omvang van de erfdienstbaarheid;
het gevorderde onder II tot en met V op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- per overtreding, met een maximum van € 50.000,--;
met hoofdelijke veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in de kosten van de onderhavige procedure, met dien verstande dat indien één van hen betaalt, de ander deswege zal zijn bevrijd, en zulks met bepaling dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] de wettelijke rente over deze kosten vanaf de einddatum van de na te noemen termijn tot de dag der algehele voldoening zijn verschuldigd, als zij deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak van het in dezen te wijzen vonnis hebben voldaan.
3.12.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
Gelet op de samenhang tussen de vordering in conventie en in reconventie, zal de rechtbank die vorderingen gezamenlijk beoordelen.
Ontvankelijkheid van de vordering jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1]
4.2.
De rechtbank overweegt aanstonds dat het verweer van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet-ontvankelijk zijn in hun tegen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] gerichte vorderingen, zoals door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ter comparitie ook is erkend, terecht is voorgedragen. Juist is immers dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] enig eigenaar is van het perceel met het kadastrale [kadasternummer 4] . Vorderingen die betrekking hebben op de juridisch status van dat perceel, meer in het bijzonder wat de inhoud is van de erfdienstbaarheid die op dit perceel rust, kunnen derhalve enkel tegen de eigenaar van dat perceel worden ingesteld. Nu [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] enig eigenaar van dat perceel is, dienen de vorderingen gericht tegen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] te worden afgewezen.
Erfdienstbaarheid door verjaring
4.3.
De rechtbank merkt op dat, zoals [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ter comparitie en descente hebben verklaard, [eisers in conventie, verweerders in reconventie] geen beroep (meer) doen op de stelling dat het omstreden recht van erfdienstbaarheid door verjaring is ontstaan, zodat niet meer hoeft te worden geoordeeld over die grondslag van de vordering.
Inhoud van de erfdienstbaarheid
4.4.
De kern van de geschillen in conventie en in reconventie betreft de vraag hoe de betreffende erfdienstbaarheid (zie rechtsoverweging 2.3) moet worden uitgelegd. Gelet op de stellingen van partijen betreft die vraag niet alleen de kwestie of ook met een caravan mag worden gereden over het gedeelte van de oprit waarop het recht van erfdienstbaarheid rust maar ook, indien dat mag, of de gevestigde erfdienstbaarheid ook toestaat dat met die caravan over die strook wordt gereden om daarover van de [straatnaam] van en naar de achtertuin van het perceel [adres 1] (met het kadastrale [kadasternummer 1] ) te gaan.
4.5.
Voorop moet worden gesteld dat een bepaling ook moet worden uitgelegd, indien de bewoordingen daarvan duidelijk zijn.
4.6.
Volgens vaste jurisprudentie komt het bij de beantwoording van de vraag wat de inhoud is van een bij notariële akte gevestigde erfdienstbaarheid aan op de in de notariële akte tot uitdrukking gebrachte partijbedoeling, die moet worden afgeleid uit de in deze akte gebezigde bewoordingen, uit te leggen naar objectieve maatstaven in het licht van de gehele akte. Aldus: HR 13 juni 2003, ECLI:NL:HR:2003:AH9168, NJ 2004/251 (Teijsen/Marcus);
HR 2 december 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU2397, NJ 2007/5 (VvE Vastgoed/Henselmans); HR 17 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO1815, NJ 2011/9 (Genco/De Heer);
en HR 19 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ2904, NJ 2013/240.
4.7.
Bij de uitleg kan in ruimere mate met subjectieve partijbedoelingen rekening worden gehouden, indien een geschil rijst tussen de respectieve eigenaren van heersend en dienend erf die ook partij bij de vestiging van de erfdienstbaarheid waren.
4.8.
Het heeft er de schijn van dat de erfdienstbaarheid is gevestigd ten behoeve van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , omdat degene ten behoeve van wie het recht van erfdienstbaarheid is gevestigd – [naam 2] – het perceel ten behoeve waarvan het recht is gevestigd op dezelfde dag waarop dat is gevestigd, heeft overgedragen aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] Bij het vestigen van het recht van erfdienstbaarheid was duidelijk dat [naam 2] het recht van erfdienstbaarheid nooit zou hoeven te gebruiken. Op dit gegeven doen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] echter geen beroep om af te wijken van de in 4.6. gegeven uitlegregel voor notariële akten waarbij een erfdienstbaarheid is gevestigd, omdat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] op de uitzondering bedoeld in 4.7. geen beroep doen.
4.9.
De rechtbank dient allereerst de vraag te beantwoorden of het in geschil zijnde recht van erfdienstbaarheid ook omvat het recht voor [eisers in conventie, verweerders in reconventie] om met hun caravan over de strook die het recht van erfdienstbaarheid uitmaakt, te rijden.
4.10.
De rechtbank is van oordeel dat dit niet het geval is. Het recht van erfdienstbaarheid is duidelijk: het spreekt slechts van een recht om met een
autoover de strook te rijden en niet van het recht om met een auto
eneen daardoor voortgetrokken
caravanover de strook te rijden. Het gebruik van een caravan betreft niet een gebruik dat nog niet bestond ten tijde van het vestigen van het recht van erfdienstbaarheid, zodat niet kan worden gezegd dat met een dergelijk gebruik geen rekening kon en/of hoefde te worden gehouden ten tijde van het vestigen daarvan. De bewoordingen van de akte zijn duidelijk en niet voor meerdere uitleg vatbaar, zodat aan de andere dan in lid 1 van artikel 5:73 BW genoemde maatstaven geen betekenis toekomt.
4.11.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben nog gesteld dat zij met [naam 1] afspraken hebben gemaakt over de uitoefening van het recht van erfdienstbaarheid. Dat recht houdt volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in dat de bedoeling van het recht van erfdienstbaarheid is om hun de toegang te verschaffen tot het aan hen in eigendom toebehorende
heersenderf, en wel op een zodanige manier dat zij volledig zonder beperkingen gebruik kunnen maken van de strook grond, dan wel de oprit gelegen naast het pand [adres 1] .
4.12.
Deze stelling is niet te verenigen met de tekst van de erfdienstbaarheid. Uit die tekst volgt immers dat het huidige [kadasternummer 2] moet worden beschouwd als heersend perceel en niet ook het [kadasternummer 1] , waartoe [eisers in conventie, verweerders in reconventie] het recht van erfdienstbaarheid mede willen doen uitstrekken. De tekst van de erfdienstbaarheid is ook niet te verenigen met de stelling van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , dat zij het recht van erfdienstbaarheid volledig zonder beperkingen kunnen gebruiken. Omdat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zelf stellen dat de bewoordingen helder en duidelijk de partijbedoeling weergeven, is zonder onderbouwing, die ontbreekt, niet te begrijpen dat het omstreden recht van erfdienstbaarheid inhoudt wat het volgens hen inhoudt. Bovendien zijn [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ook geen partij bij het vestigen van het recht van erfdienstbaarheid. Dat waren immers de broers [familienaam] .
4.13.
Hieruit volgt dat de vorderingen sub I tot en met IV van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] moeten worden afgewezen en dat de spiegelbeeldige vordering (sub I) van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , dat voor recht wordt verklaard – zakelijk weergegeven – dat het recht van erfdienstbaarheid niet het recht inhoudt om met een caravan over de strook, waarop het recht van erfdienstbaarheid betrekking heeft, te rijden, moet worden toegewezen. Voor zover de vordering in reconventie sub I door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] is ingesteld, wordt deze afgewezen, nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] geen zelfstandig belang heeft bij deze vordering.
4.14.
Met betrekking tot de vordering sub V van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] overweegt de rechtbank het volgende. Voor zover die vordering tot het verwijderen van de betonnen paaltjes is gebaseerd op de stelling dat die het openen van de poort verhinderen, moet die vordering worden afgewezen. Uit het hiervoor overwogene volgt immers dat die poort er niet toe mag dienen om [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in staat te stellen om met hun caravan over de strook waarop de erfdienstbaarheid rust te rijden om die caravan in hun achtertuin te kunnen parkeren. Voor zover die vordering is gebaseerd op de stelling dat die paaltjes [eisers in conventie, verweerders in reconventie] belemmeren bij het in- en uitrijden van hun garage op het perceel met het kadastrale [kadasternummer 2] , moet die stelling als onvoldoende onderbouwd en onaannemelijk worden verworpen. De heer [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] heeft ter comparitie verklaard dat hij nog niet tegen de paaltjes is opgereden, terwijl de paaltjes zich op een zodanig korte afstand van de poort bevinden, dat niet aannemelijk is dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] daarvan hinder ondervinden. Zonder paaltjes zouden zij dan immers ook al hinder ondervinden bij het in- en uitrijden van hun garage.
4.15.
Ook de vordering sub VI van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] moet worden afgewezen. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben niet onderbouwd in hoeverre [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] onjuiste en schadelijke uitlatingen over hen hebben gedaan, waarbij kennelijk wordt gedoeld op de slotpassages van de brief van september 2018 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] aan de huurders van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] (productie 11 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ).
4.16.
In reconventie hebben [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gevorderd dat voor recht wordt verklaard – zakelijk weergegeven – dat het gevestigde recht van erfdienstbaarheid niet inhoudt dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] de strook waarop het recht van erfdienstbaarheid betrekking heeft, mogen gebruiken om zich via die strook met een auto, caravan of ander rijwiel toegang te verschaffen tot hun tuin. In dat verband dient de vraag te worden beantwoord ten behoeve van welk perceel het recht van erfdienstbaarheid is gevestigd. Ook in dit verband geldt hetgeen hierboven onder 4.5. tot en met 4.7. is overwogen.
4.17.
Ook hier is de notariële akte met betrekking tot het recht van erfdienstbaarheid duidelijk. In de akte wordt immers gesproken van het: “
Ten behoeve van het hiervoor aan de comparant sub 2. toebedeelde onroerend goed als heersend erf en ten laste van het hiervoor aan de comparant sub 1. toebedeelde onroerend goed als lijdend erf”. Het perceel ten behoeve waarvan het recht van erfdienstbaarheid is gevestigd, betreft het deel van het perceel met het voormalige kadastrale [kadasternummer 3] , welk deel thans het kadastrale [kadasternummer 2] heeft, en is toegedeeld aan [naam 2] . Het dienende erf betreft het aan [naam 1] toegedeelde deel van het perceel met het voormalige kadastrale [kadasternummer 3] , dat thans het [kadasternummer 4] heeft. De erfdienstbaarheid is dus alleen gevestigd ten behoeve van het perceel dat thans het kadastrale [kadasternummer 2] heeft en niet ook ten behoeve van het perceel met het kadastrale [kadasternummer 1] . De rechtbank verwijst in dit verband ook naar het arrest van de Hoge Raad van 8 september 2017, NJ 2017, 345. In dat arrest is beslist dat, voor zover uit de akte van vestiging of uit de kennelijke functie van het heersend erf niet het tegendeel voortvloeit, in beginsel ontkennend dient te worden beantwoord de vraag of een erfdienstbaarheid van weg voor de eigenaar van het heersend erf het recht omvat om de weg over het dienend erf te gebruiken als verbinding, via het heersend erf, met een aan laatstgenoemd erf grenzend terrein dat de eigenaar van het heersend erf mede in eigendom of gebruik heeft. Uit de akte van vestiging of de kennelijke functie van het heersend erf vloeit in dit geval niet het tegendeel voort. De functie van het heersend erf is immers het [eisers in conventie, verweerders in reconventie] mogelijk te maken om over de eigendom van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hun garage te bereiken, en niet ook om over het dienend erf hun tuin vanaf de [straatnaam] te bereiken.
4.18.
Hieruit volgt dat ook de vorderingen in reconventie sub II tot en met IV voor toewijzing gereed liggen, althans voor zover zij zijn ingesteld door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] . Voor zover de genoemde vorderingen in reconventie door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] zijn ingesteld, worden deze afgewezen, nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] geen zelfstandig belang heeft bij deze vordering.
4.19.
De vordering sub V ligt, voor zover deze is ingesteld door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , eveneens voor toewijzing gereed. Voor zover deze vordering echter (mede) is ingesteld door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , moet deze vordering worden afgewezen. De vordering om een verbod uit te spreken, om zonder toestemming aanpassingen of andere handelingen te verrichten op het erf van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , die schade en/of wijzigingen tot gevolg hebben aan opstallen, beplantingen of andere eigendommen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , althans te verbieden het gebruik dat niet behoort tot de normale uitoefening, heeft, gelet op de aard en omvang van de erfdienstbaarheid, betrekking op het dienende erf, met het kadastrale [kadasternummer 4] . Nu dat perceel enkel eigendom is van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , dient die vordering in zoverre deze mede door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] is ingesteld te worden afgewezen. Anders dan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] is de rechtbank van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] geen zelfstandig belang heeft bij de vordering sub V.
De kosten
in conventie
4.20.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] zullen hoofdelijk als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] worden begroot op:
- griffierecht € 297,00;
- salaris advocaat €
1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00);
Totaal € 1.383,00.
in reconventie
4.21.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] zullen hoofdelijk als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] worden begroot op:
- salaris advocaat €
543,00;(1,0 punten × tarief € 543,00);
Totaal € 543,00.
Dat de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] worden afgewezen, leidt niet tot een andere kostenveroordeling.

5.De beslissing

De rechtbank:
in conventie
5.1.
verklaart [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet-ontvankelijk in hun vorderingen voor zover zij tegen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] zijn gericht;
5.2.
wijst de vorderingen, voor zover zij tegen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zijn gericht, af;
5.3.
veroordeelt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hoofdelijk, des dat de een zal hebben betaald de ander zal zijn gekweten, in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] tot op heden begroot op € 1.383,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.4.
verklaart dit vonnis, wat betreft de kostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
5.5.
verklaart in de relatie tussen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en [eisers in conventie, verweerders in reconventie] voor recht dat het litigieuze recht van erfdienstbaarheid uitsluitend inhoudt het recht van weg om zowel te voet, als met auto’s, motoren en rijwielen te komen van en te gaan naar de openbare weg genaamd “ [straatnaam] ” naar en van het heersend erf (te weten het perceel waarop zich thans de garage van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] bevindt, kadastraal bekend als gemeente Heerlen [kadasternummer 2] ) en wel via het dienend erf, de oprit (perceel kadastraal bekend [kadasternummer 4] ), gelegen naast het pand [adres 1] te [woonplaats 1] en in eigendom toebehorend aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , zonder dat er op het heersend erf voornoemd auto’s of welke andere zaken ook mogen worden geplaatst anders dan voor het directe gebruik van de weg als zodanig;
5.6.
verklaart in de relatie tussen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en [eisers in conventie, verweerders in reconventie] voor recht dat het litigieuze recht van erfdienstbaarheid niet inhoudt het recht om gebruik te maken van het heersend erf en/of de strook grond naast het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] om zich via de in 2017 geplaatste poort van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] met een auto, caravan of ander rijwiel toegang te verschaffen tot de tuin van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , gelegen op het perceel kadastraal bekende gemeente Heerlen, [kadasternummer 1] ;
5.7.
verklaart in de relatie tussen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en [eisers in conventie, verweerders in reconventie] voor recht dat het litigieuze recht van erfdienstbaarheid niet inhoudt het recht om gebruik te maken van het heersend erf en/of de strook grond naast het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] om hierop hun caravan te stallen/te parkeren (tijdelijk en/of duurzaam);
5.8.
verbiedt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] om de erfdienstbaarheid te gebruiken om de wijze als hiervoor in II en III van het petitum in reconventie is beschreven;
5.9.
verbiedt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] om zonder toestemming aanpassingen of andere handelingen te verrichten op het erf van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] die schade en/of wijzigingen tot gevolg hebben aan opstallen, beplantingen of andere eigendommen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , althans het gebruik dat niet behoort tot de normale uitoefening gelet op de aard en omvang van de erfdienstbaarheid;
5.11.
veroordeelt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hoofdelijk, des dat de een zal hebben betaald de ander zal zijn gekweten, in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] tot op heden begroot op € 543,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.10.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.11.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.H.A. Venner-Lijten, rechter, en in het openbaar
uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: MT