3.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Feit 1 primair
meermalen in het tijdvak van 1 januari 2012 tot en met 28 februari 2016 te Roerdalen, ’s-Gravenhage, de Verenigde Staten, België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Oostenrijk en Italië, opzettelijk een hoeveelheid geld (te weten totaal ongeveer 176.999 euro), toebehorende aan de Stichting Ondersteuning Provinciale Fractie Limburg Partij voor de Vrijheid en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als penningmeester en/of bestuurslid van de Stichting Ondersteuning Provinciale Fractie Limburg Partij voor de Vrijheid, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Feit 2
in het tijdvak van 1 januari 2014 tot en met 15 december 2015 in Nederland meermalen een geschrift dat telkens bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een fractieverantwoording voor het jaar 2013, een fractieverantwoording voor het jaar 2014, een overzicht rekeningen en bonnetjes behorende bij de verantwoording fractievergoeding 2013 en een overzicht rekeningen en bonnetjes behorende bij de verantwoording fractievergoeding 2014, valselijk heeft opgemaakt door in het overzicht onjuiste bedragen en onjuiste omschrijvingen te vermelden en onjuiste kostenposten op te voeren met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Feit 3
meermalen in het tijdvak van 1 januari 2013 tot en met 15 december 2015 in Nederland geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
- een loonberekening ten name van [verdachte] met als loondatum vermeld 31 mei 2013 en
- loonberekeningen ten name van [naam statenlid] met als loondatum vermeld 31 oktober 2013, 30 november 2013 en 31 december 2013 en
- loonberekeningen ten name van [naam statenlid] met als loondatum vermeld 31 januari 2014, 28 februari 2014, 31 maart 2014, 30 april 2014, 31 mei 2014, 30 juni 2014, 31 juli 2014, 31 augustus 2014, 30 september 2014, 31 oktober 2014, 30 november 2014 en 31 december 2014 en
- aangiften loonheffingen met contactpersoon [verdachte] met tijdstip van aanmaak 31 oktober 2013, 30 november 2013, 31 december 2013 en 31 mei 2013 en
- aangiften loonheffingen met contactpersoon [verdachte] met tijdstip van aanmaak 31 januari 2014, 28 februari 2014, 31 maart 2014, 30 april 2014, 31 mei 2014, 30 juni 2014, 31 juli 2014, 31 augustus 2014, 30 september 2014, 31 oktober 2014, 30 november 2014 en 31 december 2014
valselijk heeft opgemaakt, immers heeft hij, verdachte, deze loonberekeningen en aangiften loonheffingen gemaakt met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Feit 4
meermalen in de periode van 1 januari 2013 tot en met 15 december 2015 in Nederland geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten facturen van het bedrijf Zoccolo, valselijk heeft opgemaakt, immers heeft hij, verdachte, originele facturen aangepast en op die facturen een onjuist cliëntnummer vermeld en onjuiste omschrijvingen en een onjuist BTW bedrag vermeld, met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
De rechtbank acht niet bewezen wat meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.