4.6Oordeel van de rechtbank inzake 13Puurs
De rechtbank acht in het onderzoek 13Puurs bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid tot brandstichting bij en beschadiging van het Telegraafgebouw (feit 1 subsidiair) en medeplegen met [medeverdachte 1] van diefstal van een Volkswagen Caddy (feit 3 primair). Bij feit 1 acht de rechtbank de primair ten laste gelegde medeplegen variant niet bewezen en ook strafbare betrokkenheid bij het in brand steken van de Audi (feit 2) acht de rechtbank niet bewezen.
De rechtbank zal een en ander hierna motiveren en eindigen met de vrijspraak en bewezenverklaring.
Vaststaande feiten
De rechtbank gaat uit van de volgende feiten, die ook niet worden betwist.
Op 26 juni 2018 even voor 4 uur ’s nachts rijdt een Volkswagen Caddy (hierna: de Caddy) tot tweemaal toe tegen de pui van het Telegraafgebouw aan de [adres Telegraafgebouw] . Een man stapt uit de Caddy, opent de achterdeur van de auto en gooit iets naar binnen. Hierdoor vliegt de Caddy in brand. In de Caddy zijn later meerdere versmolten jerrycans aangetroffen.De brand slaat over naar het Telegraafgebouw en goederen in het gebouw.Door die brand, en doordat de Caddy door de centrale toegangspui het gebouw deels binnen is gereden, ontstaat forse schade aan het gebouw.Op het moment van de brand is één beveiliger in het gebouw aanwezig. Hij ziet de gebeurtenissen via camerabeelden en slaat direct alarm, maar raakt niet gewond.
De Caddy blijkt een paar dagen eerder, in de nacht van 22 juni 2018, te zijn gestolen uit de Saaftingestraat in Amsterdam.Op de camerabeelden van de momenten kort voor de brand op 26 juni 2018 is te zien dat de Caddy komt aanrijden over de Basisweg. Vóór de Caddy rijdt dan een zwarte auto die het fietspad oprijdt en daar met gedoofde lichten blijft staan. De Caddy komt er naast staan. Er lijkt even contact te zijn tussen de beide bestuurders en daarna rijdt de Caddy het terrein van de Telegraaf op. Nadat de bestuurder van de Caddy de auto in brand heeft gestoken, rent hij naar de zwarte auto en stapt in aan de passagierskant. De zwarte auto rijdt weg.
Die zwarte auto blijkt een Audi te zijn, die op dat moment het kenteken [kenteken] draagt.Diezelfde Audi wordt de volgende nacht (27 juni 2018) uitgebrand aangetroffen op een parkeerplaats aan de Noordkaperweg in Amsterdam Noord, waar meerdere voertuigen geparkeerd stonden.De bus die naast de Audi stond heeft schade aan het rubber bij de deuren, zo vertelt de bewoner van [adres bewoner] .In de Audi worden meerdere jerrycans aangetroffen.De Audi is een Audi RS5 en is in maart van dat jaar gestolen in Woerden.Uit het politieonderzoek dat direct na de brand start, blijkt dat de Audi kort tevoren, op 18 en 19 juni 2018, in België is geweesten in de avond van 25 juni 2018 door [medeverdachte 9] vanuit Breda naar Amsterdam is gereden.
Identiteit van de daders; aard van het bewijsmateriaal
Verdachte heeft iedere betrokkenheid bij de brandstichting en de daarmee samenhangende feiten ontkend.
Het onderzoek 13Puurs heeft geen direct bewijs opgeleverd over de identiteit van degenen die verantwoordelijk zijn voor de brandstichting bij het Telegraafgebouw, de diefstal van de Caddy en het in brand steken van de Audi in Amsterdam Noord. Zo is op de Caddy, de Audi en bij het gebouw van de Telegraaf geen forensisch bewijs gevonden, zoals vingerafdrukken of DNA, dat valt te herleiden tot een bepaalde verdachte. De getuigen die zijn gehoord hebben niemand herkend en geen namen genoemd en het is niet mogelijk gebleken aan de hand van de beschikbare camerabeelden vast te stellen wie de bestuurder van de Caddy is. Verder zijn de diefstal van de Caddy en de brandstichting in de Audi niet gefilmd.
Wel heeft het politieonderzoek veel indirecte informatie opgeleverd, bijvoorbeeld in de vorm van telecomgegevens, gegevens van peilbakens en afgeluisterde telefoongesprekken en camerabeelden. Veel van die informatie is afkomstig uit het onderzoek 26Wheeling, dat al enige maanden liep toen het onderzoek 13Puurs startte.
Identiteit van de daders; conclusies van de officier van justitie
[medeverdachte 1] , verdachte, [medeverdachte 2] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 10] worden door de officier van justitie als medeplegers verantwoordelijk gehouden voor de brandstichting bij het Telegraafgebouw op 26 juni 2018. [medeverdachte 1] en verdachte worden daarnaast verantwoordelijk gehouden voor het medeplegen van de diefstal van de Caddy op 22 juni 2018, die is gebruikt bij de brandstichting bij het Telegraafgebouw. Voor het op 27 juni 2018 in brand steken van de Audi RS5, zijnde de vluchtauto bij de brandstichting bij het Telegraafgebouw, worden [medeverdachte 1] , verdachte, [medeverdachte 8] en [medeverdachte 2] als medeplegers verantwoordelijk gehouden. [medeverdachte 9] en [medeverdachte 10] worden door de officier van justitie verantwoordelijk gehouden voor het medeplegen van opzetheling van de Audi op 25 juni 2018, voorafgaand aan de brandstichting bij het Telegraafgebouw. De officier van justitie komt tot die conclusies op basis van zijn uitleg van de onderzoeksgegevens. Die uitleg is door de officier van justitie ook in de vorm van een audiovisuele presentatie op zitting getoond. Daarin zijn conclusies getrokken over de toedracht, die de officier van justitie op basis van de samenhang tussen de onderzoeksresultaten aannemelijk vindt.
Identiteit van de daders; de beoordeling door de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de officier van justitie veel van zijn conclusies baseert op telecomgegevens. In dat verband is van belang, met uitzondering van [medeverdachte 8] , de verdachten in 13Puurs niet hebben betwist dat zij gebruik hebben gemaakt van de telefoonnummers die de politie aan hen heeft toegeschreven. De rechtbank vindt dat de politie voldoende heeft onderbouwd dat [medeverdachte 8] inderdaad de gebruiker is van het telefoonnummer eindigend op [nummer] . De rechtbank gaat dan ook uit van de toeschrijvingen van telefoonnummers door de politie. Bij de weergave van gesprekken in het dossier is veelal ook vermeld dat de deelnemers aan die gesprekken door stemherkenning zijn geïdentificeerd. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het telefoonnummer eindigend op [nummer] , dat de politie aan hem heeft toegeschreven, van hem is.
Huur van achtereenvolgens Kona en Peugeot in de periode van 21 tot 28 juni 2018
[medeverdachte 1] huurt van 21 tot 28 juni 2018 een auto. Eerst een felblauwe Hyundai Kona met kenteken [kenteken] die op 22 juni 2018 wordt ingewisseld voor een grijze Peugeot 208 met kenteken [kenteken] .De eigen VW Polo van [medeverdachte 1] staat in die week geparkeerd in de buurt van zijn huis op de [adres 1] en verplaatst zich in die week sporadisch en alleen in de directe omgeving van die straat.Bij het huren van de Kona en het wisselen van die Kona voor een Peugeot 208 is verdachte nauw betrokken. Weliswaar staan de gehuurde auto’s op naam van [medeverdachte 1] , maar verdachte heeft meermalen telefonisch contact met autoverhuurbedrijven over het type auto dat gehuurd moet worden en hij maakt uiteindelijk de afspraak om een Hyundai Kona op te halen op 21 juni 2018. Verdachte noemt zich in die gesprekken [medeverdachte 1] .Verdachte heeft dit ter terechtzitting erkend.De rechtbank vindt deze manier van handelen opvallend. Als de kleur van de Kona niet blijkt te bevallen, belt verdachte met het verhuurbedrijf om een andere auto te vragen.Verdachte belt op 21 juni 2018 ook met de telefoon van [medeverdachte 1] . Hij stelt zich dan voor met zijn eigen naam [verdachte] . Dat vindt de rechtbank opvallend, gelet op de verklaring van verdachte dat hij zich in gesprekken rond de huur van de auto [medeverdachte 1] noemde om verwarring bij het verhuurbedrijf te voorkomen. Verdachte vraagt het autoverhuurbedrijf in dit gesprek dan heel specifiek om een VW Polo.De rechtbank vindt ook dat opvallend, omdat [medeverdachte 1] op dat moment immers zelf een VW Polo heeft, die de hele week staat geparkeerd in de buurt van zijn huis. De Kona wordt uiteindelijk op 22 juni 2018 omgeruild voor een Peugeot 208.
[medeverdachte 1] betrokken bij brandstichting vluchtauto Audi op 27 juni 2020
De rechtbank gelooft niet dat [medeverdachte 1] de Kona en de Peugeot 208 gedurende die week alleen heeft gehuurd om een onschuldige reden zoals hij zelf heeft gezegd, namelijk om mee te showen. Deze verklaring valt niet te rijmen met de informatie uit het dossier. Zo blijkt dat die Peugeot 208 precies op het moment dat de Audi RS5 midden in de nacht op de Noordkaperweg in brand wordt gestoken op 27 juni 2018, daar aanwezig is.Ondanks zeer uitgebreid politieonderzoek komen er geen andere auto’s in beeld die in verband kunnen worden gebracht met die brandstichting, dan de door [medeverdachte 1] gehuurde Peugeot 208. Een getuige die vlak voor de brand op de parkeerplaats aan de Noordkaperweg is, verklaart dat hij daar toen mogelijk iemand heeft zien bewegen achter de bestelbus die naast de Audi stond geparkeerd.In het vonnis tegen [medeverdachte 1] heeft de rechtbank, mede vanwege de ontwijkende en daarmee kennelijk verhullende verklaring van [medeverdachte 1] ter terechtzitting, [medeverdachte 1] voor deze brandstichting verantwoordelijk gehouden.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte bij dit feit betrokken is, omdat het dossier daarvoor geen bewijs biedt.
Door [medeverdachte 1] gehuurde Peugeot 208 als tweede vluchtauto betrokken bij de brandstichting bij het Telegraafgebouw op 26 juni 2018
De rechtbank leidt verder uit de bewijsmiddelen af dat de door [medeverdachte 1] gehuurde Peugeot 208 ook in de nacht van de brandstichting bij het Telegraafgebouw, dus op 26 juni 2018, bij de Noordkaperweg is geweest. Op 26 juni 2018, om 03:57:59 uur, enkele minuten na de brandstichting bij het Telegraafgebouw, reed de Audi RS5 die als vluchtauto bij die brandstichting is gebruikt, over de Verlengde Stellingweg in Amsterdam Noord.Dat is hemelsbreed 50 meter van de parkeerplaats op de Noordkaperweg waar die Audi de volgende nacht in brand is gestoken.Dat die Audi daar zo kort na de brand bij het Telegraafgebouw reed, blijkt uit de registratie van de Vialispaal aan de Verlengde Stellingweg. Auto’s die vanaf die kant naar het parkeerterrein op de Noordkaperweg rijden, zijn te zien op camerabeelden van een fitnesscentrum op de Noordkaperweg. Op die beelden is te zien dat om 03:58:26 uur een auto met verhoogde snelheid over de verkeersdrempel rijdt in de richting van de parkeerplaats aan de Noordkaperweg. Gezien de contouren en de kleur van de auto is het heel goed mogelijk dat het een Audi RS5 is.Gelet op alle onderzoeksbevindingen en hun onderlinge samenhang, komt de rechtbank tot de conclusie dat dit de Audi RS5 is, die als vluchtauto is gebruikt. Nu de Audi RS5 na 26 juni 2018 te 03:57:59 uur niet meer wordt geregistreerd in het Vialis-systeem en nu getuigen hebben verklaard dat zij de uitgebrande Audi RS5 op 26 juni 2018 ook al op de parkeerplaats aan de Noordkaperweg hebben zien staan, gaat de rechtbank er vanuit dat deze vluchtauto/Audi RS5 direct na de brandstichting bij het Telegraafgebouw, op de Noordkaperweg is achtergelaten.
Op 26 juni 2018 is kort achter die Audi RS5, om 03:59:12 uur, een donkerkleurige auto te zien op de beelden van het fitnesscentrum.Een paar minuten later, om 04:03:58 uur, is een personenauto te zien die de andere kant op rijdt. Gelet op de contouren van de achterkant van die auto, denkt de politie dat het om een Peugeot 208 gaat.Uit de Vialisregistratie blijkt dat tussen 03:50 en 04:10 uur die nacht, vier voertuigen vanaf de afrit A10 Amsterdam Noord in zijn gereden. Eén daarvan is de Audi RS5 die als vluchtauto is gebruikt na de brandstichting bij het Telegraafgebouw.De andere drie geregistreerde auto’s, geen Peugeots, zijn door de politie niet in verband gebracht met deze zaak. De rechtbank gaat er daarom van uit dat de auto die om 04:03:58 uur op de beelden van het fitnesscentrum te zien is, niet één van die geregistreerde auto’s is. Dat een auto niet is geregistreerd in het Vialissysteem, wil niet zeggen dat die auto er niet heeft gereden. Zo wordt in Amsterdam alleen de rechterrijstrook bij een cameraopstelling geregistreerd. De Vialispalen die in dit onderzoek van belang zijn, staan allemaal op meerbaanswegen. Dat betekent dat auto’s die zich op een andere rijstrook dan de rechterrijstrook bevinden, niet worden geregistreerd. Ook andere omstandigheden, zoals de vorm van het kenteken, eventuele afscherming achter een vrachtauto of inhaalmanoeuvres, kunnen leiden tot het niet registreren door een Vialispaal van een kenteken dat er wel rijdt.
De door [medeverdachte 1] gehuurde Peugeot 208 wordt op 26 juni 2018 om 04:11:51 uur geregistreerd door een verkeerscamera op de Cornelis Lelylaan.De reistijd met de auto vanaf de Noordkaperweg tot aan dat punt is ongeveer 8 minuten.Dit tijdsbestek past naadloos bij het waarnemen op beelden om 04:03:58 uur van een auto (vermoedelijk een Peugeot) komend vanaf de Noordkaperweg en het waarnemen van de door [medeverdachte 1] gehuurde Peugeot 208 op de Cornelis Lelylaan om 04:11:51 uur. Op grond van dit alles gaat de rechtbank er vanuit dat de door [medeverdachte 1] gehuurde Peugeot 208 kort na de brandstichting bij het Telegraafgebouw is weggereden vanaf de Noordkaperweg, waar kort tevoren de Audi RS5 (vluchtauto) is geparkeerd. Kennelijk zijn de inzittenden van de Audi RS5 opgehaald met de Peugeot 208, die daarmee als tweede vluchtauto heeft gefungeerd. De rechtbank wordt in die conclusie gesterkt door de verklaring van [medeverdachte 1] , die als getuige in de zaak tegen verdachte ter zitting heeft verklaard dat het zou kunnen dat hij in de nacht van 25 op 26 juni 2018 in de Peugeot bij de Cornelis Lelylaan zat.
[medeverdachte 1] en [verdachte] hebben op 22 juni 2018 de Caddy gestolen
Verdachte komt ook in beeld bij de diefstal van de Caddy, waarmee is ingereden op het gebouw van de Telegraaf. De Caddy is gestolen vanuit de Saaftingestraat in Amsterdam, op 22 juni 2018. Dat gebeurde kennelijk om even voor 04:00 uur want om 03:56 uur is de Caddy op camerabeelden te zien, rijdend op de Saaftingestraat, rechts afslaand via de Osdorperban uiteindelijk richting de Ookmeerweg in Amsterdam.Uit telecomgegevens blijkt dat [medeverdachte 1] een half uurtje eerder, om 03:18 uur, een telefoonmast aanstraalt in de Saaftingestraat.De door [medeverdachte 1] gehuurde Kona bevond zich tussen 03:20 uur en 04:01 uur niet ver van de Saaftingestraat. De Kona verplaatste zich rond 03:56 uur, waarbij de Kona om 03:56:12 uur bij de Cornelis Lelylaan in Amsterdam en om 04:00:56 uur bij de Haarlemmerweg in Amsterdam geregistreerd werd door een verkeerscamera.De route van de Kona komt niet overeen met de route die [medeverdachte 1] lijkt te volgen gelet op zijn telefoongegevens. Zijn telefoon straalt om 03:59:37 uur aan bij de Slotermeerlaan in Amsterdam en om 04:07:28 uur bij de Koningsbergerstraat in Amsterdam.[medeverdachte 1] belt om 03:59:37 uur met verdachte en regelt dat zij elkaar even later zullen treffen bij de blauwe zone. Verdachte zegt dat hij er al bijna is.De telefoon van verdachte straalt dan een zendmast op de Staalmeesterslaan in Amsterdam aan.Dat past bij de route die de Kona rijdt. Om 04:07 uur stralen [medeverdachte 1] en verdachte allebei dezelfde zendmast aan de Koningsbergerstraat in Amsterdam aan.Dat is nabij de Haarlemmerweg. Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij [medeverdachte 1] bij de blauwe zone heeft ontmoet.Tien minuten later, om 04:17:18 uur, belt [medeverdachte 1] met [naam 3] en zegt dat hij morgen naar Europcar moet ‘om die shit te regelen’.Uit het dossier blijkt dat verdachte, die zich dan voorstelt als [medeverdachte 1] , die ochtend inderdaad meermalen contact heeft met Europcar om te regelen dat de Kona wordt omgeruild voor een andere auto, omdat hij niet tevreden is over de kleur.Dat lukt uiteindelijk, de Kona kan worden geruild voor een Peugeot 208, zoals hiervoor weergegeven. [medeverdachte 1] vertelt dat later ook aan [naam 3] .In die nacht, nog voordat de Kona wordt omgeruild, wordt om 05:04 uur de Kona geregistreerd op de Vialislocatie Basisweg.Dat is dicht bij het gebouw van de Telegraaf. [medeverdachte 1] is, zo blijkt uit zijn telefoongegevens, dan in de directe omgeving. Hij straalt dan namelijk eerst een zendmast aan op de La Guardiaweg, vanaf 04:58 uur en daarna een zendmast op de Naritaweg, vanaf 05:06 uur.
Op basis van al deze gegevens komt de rechtbank tot de conclusie dat [medeverdachte 1] vlak vóór de ontmoeting met verdachte bij de blauwe zone niet in de Kona reed, en daarna weer wel. De enige andere persoon die in het dossier naar voren komt in relatie tot de Kona is verdachte. Hij regelt immers de huur van die auto en regelt dat de Kona, de ochtend na de diefstal van de Caddy, wordt omgeruild voor een auto met een minder opvallende kleur. Als de rechtbank al deze informatie in samenhang beschouwt, komt zij tot de conclusie dat verdachte diezelfde nacht direct na de diefstal van de Caddy in de Kona heeft gereden, terwijl [medeverdachte 1] op dat moment niet in de Kona zat. Kennelijk zat [medeverdachte 1] in de Caddy. Dit alles maakt dat de rechtbank [medeverdachte 1] en verdachte samen verantwoordelijk houdt voor de diefstal van de Caddy. Zij zijn samen in de Kona naar de Saaftingstraat gereden, waarna [medeverdachte 1] met de Caddy is weggereden en verdachte met de Kona. Zij ontmoeten elkaar dan bij de blauwe zone, waarna [medeverdachte 1] weer beschikt over de Kona. Hoewel verdachte waarschijnlijk niet de feitelijke wegnemingshandeling heeft verricht, duidt de rechtbank zijn rol wel als medepleger. Dat komt omdat de rechtbank uit de contacten tussen verdachte en [medeverdachte 1] direct voor en na de diefstal, alsmede uit de nauwe bemoeienis van verdachte met het huren van de Kona en het omruilen van de Kona, afleidt dat verdachte als vertrouweling van [medeverdachte 1] van de hoed en de rand wist. Er was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking bij de diefstal van de Caddy. Hun rollen waren inwisselbaar, wat nog wordt onderstreept door het gegeven dat verdachte zich voordoet als [medeverdachte 1] .
De rechtbank kan niet vaststellen of de toegang tot de Caddy tot stand is gekomen door braak of verbreking. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van dat onderdeel van de tenlastelegging.
Verdachte loodst op 25 juni 2018 vluchtauto Audi RS5 naar Amsterdam
Verdachte is ook nadrukkelijk in beeld bij het naar Amsterdam loodsen van de Audi RS5 die als vluchtauto is gebruikt na de brandstichting bij de Telegraaf. Verdachte heeft daarover in de avond van 25 juni 2018 intensief contact met [medeverdachte 9] .[medeverdachte 9] heeft vrij kort na zijn aanhouding verklaard dat verdachte hem had gevraagd die Audi op te halen in Breda.Verdachte heeft daar veel later, namelijk pas op 5 december 2019 en nadat hij het hele dossier heeft kunnen bestuderen, over verklaard dat iemand hem heeft gevraagd om een auto op te halen, dat hij dat heeft geweigerd en dat [medeverdachte 9] toen zelf heeft aangeboden om de auto op te halen. Verdachte zegt over zijn eigen rol dat hij onbewust een soort tussenpersoon was. De rechtbank hecht geen geloof aan de verklaring die verdachte daarover geeft en gelooft wat [medeverdachte 9] daarover heeft gezegd. Uit de inhoud van de uitgelezen en afgeluisterde contacten komt verdachte duidelijk als sturend richting [medeverdachte 9] naar voren. De inhoud van de communicatie past niet bij het plaatje van verdachte als een willoos werktuig die alleen boodschappen van een ander doorgeeft. Als er nog iemand op de achtergrond bij verdachte aanwezig was zoals hij zelf heeft verklaard, dan moet verdachte het vertrouwen van die persoon hebben gehad en van de bedoelingen met de Audi RS5 hebben geweten, om te kunnen opereren zoals hij heeft gedaan, zoals blijkt uit de communicatie.
Tussenconclusies
De rechtbank stelt vast dat:
- [medeverdachte 1] op 22 juni 2018 samen met verdachte de Caddy, die is gebruikt bij de brandstichting bij het Telegraafgebouw, heeft gestolen;
- Verdachte op 25 juni 2018 de Audi RS5, die is gebruikt als vluchtauto bij de brandstichting bij het Telegraafgebouw, naar Amsterdam heeft geloodst;
- Verdachte, op naam van [medeverdachte 1] , van 21 tot 28 juni 2018 een auto (Kona) heeft gehuurd en vervolgens heeft geregeld dat deze kon worden ingewisseld voor een Peugeot 208;
- de door [medeverdachte 1] gehuurde Peugeot 208 is gebruikt als tweede vluchtauto bij de brandstichting bij het Telegraafgebouw;
- [medeverdachte 1] op 27 juni 2018 de Audi RS5, die is gebruikt als vluchtauto bij de brandstichting bij het Telegraafgebouw, in brand heeft gestoken.
Betrokkenheid verdachte bij brandstichting/vernieling Telegraafgebouw op 26 juni 2018
Op grond van het dossier kan niet worden vastgesteld dat verdachte in uitvoerende zin betrokken is geweest bij de brandstichting bij het Telegraafgebouw. Hij heeft wel een belangrijke bijdrage geleverd aan cruciale onderdelen van de voorbereiding daarvan, bestaande uit de diefstal van de Caddy en het naar Amsterdam loodsen van de Audi RS5/vluchtauto. Die Audi RS5 is pas kort voor de brandstichting naar Amsterdam overgebracht en verdachte was als coördinator degene die aan [medeverdachte 9] liet weten waar hij de Audi RS5 naar toe moest brengen. Dit duidt er op dat verdachte ook moet hebben geweten dat hij een bijdrage leverde aan de brandstichting bij het Telegraafgebouw. Ook zijn samenwerking en het nauwe contact met [medeverdachte 1] , die de rechtbank hierna wel als medepleger van de brandstichting zal aanmerken, duidt op die wetenschap. In dat verband is een gesprek dat verdachte op 1 juli 2018 voert met [naam 4] van belang. Verdachte zegt dan: ‘Onze waggie is in beslag genomen’ en ‘Auto gehuurd en hij is in beslag genomen door skotoe.’Verdachte heeft het over de door [medeverdachte 1] gehuurde Peugeot 208, die op 28 juni 2018 door [medeverdachte 1] was ingeleverd en daarna door de politie in beslag is genomen, zo stelt de rechtbank vast. [medeverdachte 1] is namelijk over de inbeslagname op 29 juni 2018 gebeld door Europcar.Dat verdachte het heeft over ‘onze waggie’ en kennelijk door [medeverdachte 1] op de hoogte was gebracht over de inbeslagname, is illustratief voor de nauwe samenwerking en het nauwe contact tussen verdachte en [medeverdachte 1] in het kader van de brandstichting bij het Telegraafgebouw. Uit het dossier blijkt kortom dat verdachte op cruciale momenten zeer dicht op [medeverdachte 1] zit, en dat zij een zeer regelmatig en op het oog gelijkwaardig contact hebben. Dat gelijkwaardige contact blijkt bij uitstek uit zijn rol bij het huren van de Kona en de Peugeot 208. Omdat niet kan worden vastgesteld dat verdachte in uitvoerende zin betrokken is geweest bij de brandstichting bij het Telegraafgebouw en zijn activiteiten die wel kunnen worden vastgesteld liggen in de voorbereiding en aanloop tot – kort gezegd - die brandstichting, ziet de rechtbank onvoldoende aanknopingspunten hem als medepleger voor de brandstichting aan te merken. Wel ziet de rechtbank hem als medeplichtig bij die brandstichting, vanwege zijn hiervoor toegelichte coördinerende rol waardoor hij behulpzaam is geweest bij de uitvoering.
Weliswaar acht de rechtbank ook bewezen dat verdachte, door samen met [medeverdachte 1] de Caddy te stelen, behulpzaam is geweest bij het regelen van een auto voor de dader van de brandstichting bij het Telegraafgebouw, maar dit is vóór de ten laste gelegde periode van 25-26 juni 2018 geweest. De rechtbank zal verdachte daarom van dit onderdeel (vierde gedachtestreepje) van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde vrijspreken.
De rechtbank vindt dan ook bewezen dat [verdachte] als medeplichtige opzettelijk behulpzaam is geweest tot de brandstichting/beschadiging bij/van het Telegraafgebouw.
Betrokkenheid [medeverdachte 1] bij brandstichting/vernieling Telegraafgebouw op 26 juni 2018
[medeverdachte 1] was betrokken bij het stelen van de Caddy en het in brand steken van de eerste vluchtauto (Audi RS5), de door hem gehuurde Peugeot 208 is als tweede vluchtauto gebruikt. Uit het dossier blijkt dat [medeverdachte 1] ook in de nacht van 26 juni 2018, rondom het tijdstip van de brandstichting bij het Telegraafgebouw, activiteiten heeft verricht. De rechtbank zal die hierna bespreken.
Allereerst stelt de rechtbank vast dat bij de brandstichting bij het Telegraafgebouw ten minste drie personen feitelijk betrokken waren: de bestuurder van de Caddy, de bestuurder van de eerste vluchtauto (de Audi RS5) en de bestuurder van de tweede vluchtauto (de Peugeot 208). Deze drie personen moeten hun activiteiten die nacht met elkaar hebben afgestemd. Zij moeten nauw en bewust hebben samengewerkt en moeten alle drie op de hoogte zijn geweest van de brandstichting bij het Telegraafgebouw.
Wat de rechtbank ten aanzien van [medeverdachte 1] kan vaststellen, is dat hij op 26 juni 2018 om 03:01 uur in een telefoongesprek met [medeverdachte 8] heeft gezegd dat hij met een half uur klaar is en dat het nog doorgaat.[medeverdachte 1] heeft om 03:20:51 uur nog een telefoongesprek met [medeverdachte 8] . Hij zegt dan dat [medeverdachte 8] naar ‘Atlas’ moet komen.Daarna maakt de telefoon van [medeverdachte 1] geen gebruik meer van een Cell ID tussen 03:24 uur en 04:25 uur.Dit duidt er op dat [medeverdachte 1] rondom de brandstichting bij het Telegraafgebouw actief was, waarbij hij kennelijk ongeveer een half uur vóór de brandstichting bij het Telegraafgebouw nog contact heeft gehad met [medeverdachte 8] over een ontmoeting. Over die ontmoeting biedt het dossier geen nadere informatie, zodat de rechtbank die ontmoeting niet nader kan duiden. Wat [medeverdachte 1] bedoelt met ‘dat hij met een half uur klaar is’ kan de rechtbank evenmin concreet invullen op basis van het dossier. Hij zegt dit in ieder geval bijna een uur voordat de brand bij het Telegraafgebouw wordt gesticht. Gelet op de al vastgestelde rol van [medeverdachte 1] voorafgaand aan de brandstichting en daarna, en het tijdstip van de activiteiten, gaat de rechtbank er vanuit dat deze activiteiten van [medeverdachte 1] verband houden met de uitvoering van de brandstichting bij het Telegraafgebouw.
Dat [medeverdachte 1] niet alleen de door hem gehuurde Peugeot 208 ter beschikking heeft gesteld als tweede vluchtauto, maar ook zelf actief was als de bestuurder daarvan in de nacht van 26 juni 2018, is een mogelijk scenario.
De rechtbank houdt het op basis van het dossier ook voor mogelijk dat [medeverdachte 1] de bestuurder van de Caddy was. Het signalement van de dader past, gelet op postuur, lengte en kleding, goed bij het signalement van [medeverdachte 1] . In dat scenario zou hij ook feitelijk de brand bij het Telegraafgebouw hebben gesticht, waarna hij in de Audi RS5 zou zijn gevlucht en later met de door hem gehuurde Peugeot 208 zijn opgepikt bij de Noordkaperweg. Iemand anders zou dan de Peugeot 208 naar de Noordkaperweg hebben gereden. Het signalement van de bestuurder van de Caddy is echter niet zo onderscheidend dat de rechtbank [medeverdachte 1] op grond daarvan als de bestuurder van de Caddy en de brandstichter kan aanwijzen.
Het dossier bevat geen concrete aanwijzingen dat [medeverdachte 1] de bestuurder van de Audi RS5 was op 26 juni 2018.
De rechtbank kan dus niet vaststellen wat de rol van [medeverdachte 1] precies is geweest bij de uitvoering van de aanslag op het Telegraafgebouw op 26 juni 2018. In ieder geval heeft hij ook die nacht activiteiten verricht die de rechtbank in verband brengt met de aanslag. Gelet hierop en zijn hiervoor al vastgestelde betrokkenheid bij het stelen van de Caddy, het in brand steken van de eerste vluchtauto en het beschikbaar stellen van de door hem gehuurde Peugeot 208 als tweede vluchtauto, was zijn rol in ieder geval van voldoende gewicht om hem als medepleger bij de brandstichting bij het Telegraafgebouw aan te merken.
De rechtbank ziet hierbij geen bewijs in het dossier dat sprake is geweest van een ontploffing, zoals de officier van justitie heeft betoogd. De rechtbank ziet evenmin bewijs dat bij de brand gemeen gevaar voor personen is ontstaan. Verdachte zal dus van dat deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Slotsom
De rechtbank spreekt verdachte vrij van feit 1 primair en feit 2.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte
ten aanzien van feit 1 subsidiair
[medeverdachte 1] en anderen op 26 juni 2018 te Amsterdam opzettelijk brand hebben gesticht door de in de centrale toegangspui van het gebouw (bedrijfspand) van/in gebruik bij de Telegraaf Media Group (TMG), gevestigd aan de [adres Telegraafgebouw] , gereden gestolen personenauto (Volkswagen Caddy), voorzien van jerrycans gevuld met brandbare vloeistof, in brand te steken,
waardoor een brand ontstond, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten voornoemd gebouw en de zich daarin bevindende goederen, te duchten was
tot het plegen van welk misdrijf verdachte als medeplichtige opzettelijk behulpzaam is geweest en een middel heeft verschaft, door in of omstreeks de periode van 25 juni 2018 tot en met 26 juni 2018 te Amsterdam en/of in andere plaatsen in Nederland
-
een coördinerende rol in te nemen bij het mogelijk maken van de vlucht van de dader van de aanslag op het Telegraaf gebouw met gebruikmaking van de vluchtauto (de Audi RS5) door telefonisch contact te hebben met een medeverdachte.
[medeverdachte 1] op 26 juni 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen een gebouw, te weten het gebouw (bedrijfspand) van/in gebruik bij de Telegraaf Media Group (TMG), gevestigd aan de [adres Telegraafgebouw] , opzettelijk heeft/hebben beschadigd, immers is een van voornoemde personen tweemaal opzettelijk met een gestolen personenauto (een witte Volkswagen Caddy), ingereden op de centrale toegangspui van voornoemd gebouw, waardoor de auto zich in het gebouw boorde) en heeft hij de gestolen personenauto (Volkswagen Caddy), voorzien van jerrycans met brandbare vloeistof, vervolgens in brand gestoken, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten voor voornoemd gebouw en de zich daarin bevindende goederen te duchten was
tot het plegen van welk misdrijf verdachte als medeplichtige opzettelijk een
middel heeft verschaft, door in of omstreeks de periode van 25 juni 2018 tot en met 26 juni 2018 te Amsterdam en/of in andere plaatsen in Nederland
-
een coördinerende rol in te nemen bij het mogelijk maken van de vlucht van de dader van de aanslag op het Telegraaf gebouw met gebruikmaking van de vluchtauto (de Audi RS5) door telefonisch contact te hebben met een medeverdachte.
ten aanzien van feit 3 primair
op 22 juni 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening een auto, te weten een Volkswagen Caddy met originele kentekenplaten [kenteken] , heeft weggenomen, die aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde.
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het hiervoor bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals die hiervoor zijn weergegeven. In de voetnoten is verwezen naar de vindplaats in het dossier. Het betreft telkens wettige bewijsmiddelen.