Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser 1] , uit [plaats 1] ,
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
Last onder bestuursdwang
- de (permanente) bewoning van de (toer)caravans te staken en gestaakt te houden
- de (toer)caravans te verwijderen en verwijderd te houden.
‘kleinschalig kamperen: een voorziening gericht op kleinschalig recreatief nachtverblijf op gronden met een andere hoofdfunctie, zoals kamperen bij de boer.’
De voor ‘Agrarisch’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: j. kleinschalig kamperen.´
(…) Door ons werden naast de recreatiewoning ook enige bijgebouwen en een 15 tal toercaravans aangetroffen. (…) De aangetroffen personen allen afkomstig uit Roemenië of polen konden mij geen ander woon of verblijfadres in Nederland opgeven en gaven aan op locatie woonachtig te zijn. (…).’
De last onder bestuursdwang vermeldt de termijn waarbinnen zij moet worden uitgevoerd.’
Een bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen, kan in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.’
Voor een last onder dwangsom wordt niet gekozen, indien het belang dat het betrokken voorschrift beoogt te beschermen, zich daartegen verzet.’
Kostenverhaalsbeschikking
De toepassing van bestuursdwang geschiedt op kosten van de overtreder, tenzij deze kosten redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoren te worden.’
- Kosten meevoeren en opslag caravans;
- Kosten van taxatie
- Kosten van de medewerkers van het college.
Voor zover de toepassing van bestuursdwang dit vergt, kan het bestuursorgaan zaken meevoeren en opslaan.’
Indien een meegevoerde en opgeslagen zaak niet binnen dertien weken nadat zij is meegevoerd, kan worden teruggegeven, kan het bestuursorgaan de zaak verkopen.
Tot de kosten van bestuursdwang behoren de kosten van voorbereiding van bestuursdwang, voor zover deze zijn gemaakt na het verstrijken van de termijn waarbinnen de last had moeten worden uitgevoerd.’
Beslissing
- De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 184,- aan eisers moet vergoeden.
- veroordeelt het college tot betaling van € 1.814,- aan proceskosten aan eisers.