In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 24 april 2025, wordt de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand voor woninginrichting door de gemeente Nijmegen behandeld. Eiser, die verzocht om financiële ondersteuning voor de aanschaf van een kookplaat, kledingkast, vaatwasser en salontafel, was het niet eens met de afwijzing van zijn aanvraag. Hij voerde aan dat de vaatwasser noodzakelijk was vanwege klachten aan zijn armen en dat het college onvoldoende rekening had gehouden met zijn bijzondere omstandigheden. De rechtbank oordeelt dat het college terecht heeft afgewezen, omdat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de vaatwasser noodzakelijk was. De rechtbank concludeert dat het college alle door eiser aangevoerde omstandigheden heeft meegewogen en geen bijzondere redenen heeft gezien om de bijstand toe te kennen. Eiser krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard. De uitspraak benadrukt de voorwaarden voor toekenning van bijzondere bijstand volgens de Participatiewet, waarbij eiser moet aantonen dat hij aan de voorwaarden voldoet. De rechtbank behandelt ook de procesgang, de totstandkoming van het besluit en de relevante juridische kaders.