ECLI:NL:CRVB:2025:94
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijzondere bijstand en maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 2015 met betrekking tot kosten van prostitutiebezoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand en een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) door het college van burgemeester en wethouders van Vught. De appellant had verzocht om een vergoeding voor prostitutiebezoek, welke hij als noodzakelijke kosten beschouwde. De Raad oordeelde dat de appellant geen objectieve medische informatie had overgelegd die de noodzaak van deze kosten kon onderbouwen. De Raad concludeerde dat het vervullen van seksuele behoeften niet kan worden aangemerkt als noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen (adl) waarvoor het college een maatwerkvoorziening moet verstrekken. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, die de bestreden besluiten in stand had gelaten. De Raad zag ook geen aanleiding om een onafhankelijke deskundige te benoemen, aangezien de appellant niet had aangetoond dat de kosten noodzakelijk waren. De uitspraak benadrukt dat de appellant niet in bewijsnood verkeerde, ondanks zijn verzoek om een deskundige, en dat de kosten van prostitutiebezoek niet onder de bepalingen van de Participatiewet vallen.