Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser], uit [plaats 1], eiser
de minister van Justitie en Veiligheid
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: de korpschef.
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
het deugdelijk verpakt (bijvoorbeeld in een foedraal, tas of koffer). De rechtbank volgt het betoog van eiser naar de verwijzing van artikel 44 van de Rwm daarom niet. Uit dit artikel volgt dat een vrijstelling wordt verleend aan jagers voor het vervoeren van wapens en munitie die zij gerechtigd voorhanden hebben. Volgens het tweede lid, onder a, van dat artikel geldt de vrijstelling uitsluitend voor het vervoeren tussen de woning en het jachtveld. In datzelfde lid onder c staat dat de wapens en munitie zodanig verpakt zijn, dat deze niet voor onmiddellijk gebruik kunnen worden aangewend. Het is niet in geschil dat eiser zijn wapen niet verpakt had. Daarmee wordt niet voldaan aan de Circulaire en de Rwm waaruit volgt dat een wapen verpakt moet zijn. Het niet opbergen van een vuurwapen volgens de voorschriften vormt een potentieel ernstig gevaar voor de veiligheid van de samenleving. Eiser kan die voorschriften niet zelf invullen. Eiser heeft door het plaatsen van een trekkerslot er weliswaar voor willen zorgen dat het wapen niet voor onmiddellijk gebruik kan worden aangewend, maar de rechtbank ziet daarin geen aanleiding voor het oordeel dat eiser daarmee ook heeft voldaan aan de eis van het verpakt vervoeren van zijn wapen. Als de minister vindt dat een trekkerslot ook voldoende veiligheid biedt, dat is het aan de minister om dat in de regelgeving op te nemen. Daarvan is nu niet gebleken.