ECLI:NL:RBGEL:2024:6067

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 september 2024
Publicatiedatum
5 september 2024
Zaaknummer
05/005627-23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens verkrachting, ontucht en gewoontebezit van kinderporno

Op 5 september 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige zedendelicten. De verdachte, geboren in 1978, werd beschuldigd van verkrachting, ontucht met een minderjarige cliënt en het bezit van kinderporno. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, die als hulpverlener werkte, misbruik heeft gemaakt van zijn positie en de kwetsbaarheid van het slachtoffer, dat op het moment van de feiten nog geen 18 jaar oud was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de minderjarige heeft gedwongen tot seksuele handelingen en dat hij in het bezit was van een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding toegewezen aan het slachtoffer voor de geleden materiële en immateriële schade, in totaal € 16.882,81, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, vooral gezien de impact op het slachtoffer en de rol van de verdachte als hulpverlener. De verdachte is volledig toerekeningsvatbaar verklaard, ondanks zijn pedofiele stoornis, en de rechtbank heeft geen beroepsverbod opgelegd, omdat de verdachte niet meer met minderjarigen werkt en in behandeling is.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/005627-23
Datum uitspraak : 5 september 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1978 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] , in [woonplaats] .
Raadsman: mr. B.C. Swier, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [geboortedatum] 2010 tot en met 29 juli 2015, te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] , in elk geval in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, de minderjarige [aangever] , geboren op [geboortedatum] 1997 , die toen de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangever] , te weten het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis tussen de billen en/of in de anus van die [aangever] ,
welk geweld en/of een andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk,
- die [aangever] op de buik op het bed heeft gelegd, althans op zijn buik op het bed heeft laten liggen en/of
- terwijl die [aangever] op zijn buik op het bed lag, een kussen(tje) onder de heupen van die [aangever] heeft gelegd en/of die [aangever] in de juiste positie heeft gelegd en/of
- olie en/of glijmiddel tussen de billen en/of op/in de anus van die [aangever] heeft gedaan en/of
- op die [aangever] is gaan liggen en/of
- misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn geestelijke overwicht over die [aangever] en/of
- misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht over die [aangever] en/of
- misbruik/gebruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van die [aangever] en/of
- een of meerdere malen voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [aangever] ;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2010 tot en met 15 maart 2022 te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [woonplaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) een aantal (2.282) afbeelding(en), te weten een aantal (2.247) foto’s en/of een aantal (35) video’s en/of films en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en), te weten een telefoon (Apple Iphone 12) en/of een laptop (Lenovo Y50-70) en/of (een) harddisk(s) (Western Digital Elements 2620 en/of Seagate Expansion) en/of (een) digitale cloudaccount ( [e-mailadres] ), heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken), welke voornoemde seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit (onder meer):
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren met de penis van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (Bestandsna(a)m(en) [bestandsnaam] Foto 8 in Toonmap) en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de (een) vinger(s)/hand en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de (een) vinger(s)/hand (Bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam] (Foto 7 in Toonmap) en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
Bestandsna(a)m(en):
[bestandsnaam] (Foto 1 in de Toonmap)
[bestandsnaam] (Foto 2 in de Toonmap)
[bestandsnaam] (Foto 3 in de Toonmap)
[bestandsnaam] (Foto 4 in de Toonmap)
[bestandsnaam] (Foto 6 in de Toonmap)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, althans het tonen van het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is,
waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
Bestandsna(a)m(en): ( [bestandsnaam] (Foto 5 in de Toonmap),
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 juli 2010 tot en met 29 juli 2015, te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] , in elk geval in Nederland, terwijl hij werkzaam was in de gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met [aangever] (geboren [geboortedatum] 1997 ), die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachtes hulp en/of zorg had toevertrouwd en/of van wie verdachte wist, dan wel redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, welke ontuchtige gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit (onder meer): het betasten en/of aftrekken van de penis van die [aangever] en/of het in de mond nemen en/of pijpen van de penis van die [aangever] en/of het brengen/duwen van zijn, verdachtes, penis tussen de billen en/of tegen de anus van die [aangever] en/of het door die [aangever] laten betasten en/of aftrekken van zijn, verdachtes, penis en/of het ejaculeren/klaarkomen op de rug en/of de billen, althans op het (onder)lichaam van die [aangever] ,
waarbij hij, verdachte, (telkens) misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van die [aangever] ;
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 juli 2010 tot en met 29 juli 2013, te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] , in elk geval in Nederland, [aangever] (geboren op [geboortedatum] 1997 ), van wie verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt en/of welke minderjarige aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd, met ontuchtig oogmerk er toe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen, door in het bijzijn van die [aangever] zichzelf af te trekken/te masturberen en/of klaar te komen, waarbij hij, verdachte, bij het verrichten van voornoemde handelingen misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van die [aangever] .

2.De geldigheid van de dagvaarding

Standpunten
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de dagvaarding ten aanzien van feit 2 partieel nietig moet worden verklaard, omdat de tenlastelegging partieel niet voldoet aan de eisen van artikel 261 Wetboek van Strafvordering (Sv). De tenlastelegging bevat naast een beschrijving van 8 afbeeldingen, zoals in de toonmap zijn opgenomen, ook een aanduiding van een grotere hoeveelheid afbeeldingen (waarvan die 8 afbeeldingen deel uitmaken) zonder deze verder feitelijk te beschrijven.
De officier van justitie heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de geldigheid van de dagvaarding.
Beoordeling door de rechtbank
Bij arrest van 24 juni 2014 (ECLI:NL:HR:2014:1497) heeft de Hoge Raad enkele uitgangspunten geformuleerd met het oog op de strafrechtelijke beoordeling van het op grote(re) schaal voorhanden hebben van kinderporno. Die uitgangspunten komen erop neer dat de steller van de tenlastelegging zich bij voorkeur zou moeten beperken tot het beschrijven van een selectie van een gering aantal (representatieve) afbeeldingen - zo mogelijk ten hoogste vijf - zonder in de tenlastelegging zelf enige aanduiding van of verwijzing op te nemen naar een wellicht grotere hoeveelheid waarvan die afbeeldingen deel uitmaken.
In het arrest van 17 november 2015 heeft de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2015:3322) bovendien overwogen dat “uit de eisen die artikel 261 Sv in gevallen als de onderhavige stelt aan de dagvaarding, voortvloeit dat de tenlastelegging met het oog op de vereiste duidelijkheid voor in het bijzonder de verdachte en de rechter ten aanzien van elk van die afbeeldingen, hetzij een voldoende concrete beschrijving dient te bevatten, hetzij de vindplaats van die beschrijving in het dossier dient te vermelden”.
Ten aanzien van feit 2 is de rechtbank van oordeel dat, gelet op genoemde jurisprudentie, de dagvaarding deels niet voldoet aan de eisen van artikel 261 Sv, omdat een deel van de daarin opgenomen afbeeldingen niet voldoende feitelijk is omschreven. In de tenlastelegging zijn 8 afbeeldingen beschreven. Van het aantal afbeeldingen dat de hoeveelheid van 8 overschrijdt, is geen aanduiding en omschrijving in de dagvaarding opgenomen. Dit leidt ertoe dat de dagvaarding ten aanzien van die genoemde aantallen (partieel) nietig is..
3. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In het gezin van [aangever] ( [aangever] ) [aangever] , geboren op [geboortedatum] 1997 , is in verband met problematiek binnen het gezin, gezocht naar een hulpverlener. [2] In 2010, toen [aangever] 12 jaar oud was, is verdachte als hulpverlener betrokken geraakt bij het gezin en werd hij ambulant begeleider van [aangever] , die aan zijn hulp en zorg werd toevertrouwd. [3] Verdachte heeft in de daarop volgende periode op meerdere momenten seksuele handelingen verricht bij [aangever] .
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat er weliswaar seksueel misbruik heeft plaatsgevonden, maar dat het om niet meer dan vijf incidenten gaat en dat de seksuele handelingen beperkt zijn gebleven tot het aftrekken en het pijpen van [aangever] . De raadsman heeft vrijspraak bepleit van feit 1, omdat er onvoldoende bewijs is voor zowel seksueel binnendringen als voor dwang. De verklaring van aangever is op die punten onbetrouwbaar en kan niet worden gebruikt voor het bewijs, aldus de raadsman. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman vrijspraak bepleit, omdat verdachte geen opzet heeft gehad op het bezit van kinderpornografisch materiaal. De raadsman heeft verder betwist dat de 8 in de tenlastelegging beschreven afbeeldingen kinderpornografisch van aard zijn. Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsman partiële vrijspraak verzocht voor de pleegperiode na 16 juli 2012, omdat verdachte na die tijd niet meer als hulpverlener bij het gezin betrokken was. Bovendien zijn de handelingen die hebben plaatsgevonden beperkter geweest dan zoals is ten laste gelegd. Tot slot heeft de raadsman vrijspraak bepleit van feit 4, nu hiervoor het bewijs ontbreekt.
Beoordeling door de rechtbank
Bewijsmiddelen feiten 1, 3 en 4
Aangever [aangever] heeft verklaard dat hij 13 jaar was toen hij voor het eerst bij verdachte logeerde in [plaats] . Die eerste keer heeft verdachte hem afgetrokken en gepijpt. Verdachte heeft later meerdere keren geprobeerd hem anaal te penetreren. Aangever verklaarde dat dit hem pijn deed, dat hij zei dat hij niet wilde en dat hij ‘nee, nee, nee’ gezegd heeft. Verdachte legde toe een kussentje onder zijn heupen en probeerde hem in de goede positie te leggen. [aangever] lag op zijn buik en verdachte zat op zijn kont. Hij gebruikte olie en probeerde zijn stijve penis in de anus van [aangever] te duwen. Eén keer is dat gelukt en toen gilde hij het uit van de pijn. Verdachte is ook klaargekomen over zijn achterkant. Elke keer als [aangever] bij verdachte was, trok verdachte hem bovendien af en pijpte hij hem. Ook masturbeerde verdachte vaak ‘op hem’ en wilde hij dat [aangever] hem zou aftrekken. Dat is een paar keer heel even gebeurd. Deze seksuele handelingen vonden ook plaats in het huis van verdachte in [plaats] . Bij [aangever] thuis (in [plaats] ) heeft verdachte hem ook afgetrokken. [4]
De moeder van aangever, [getuige 2] , heeft verklaard dat haar zoon haar een keer ’s nachts opbelde toen hij dronken was. Hij zei dat hij tegen zijn vrienden had gezegd dat hij misbruikt was door [verdachte] (verdachte). Ze heeft nadien verdachte een bericht gestuurd waarna verdachte haar belde. Ze heeft hem gevraagd of het verhaal van [aangever] klopte van het misbruik. Verdachte begon te huilen en zei dat het allemaal waar was. [5]
[getuige 2] heeft aan de politie een document overhandigd waarin zij verslag heeft gedaan van het verloop nadat [aangever] haar verteld had wat er was gebeurd. In het verslag heeft ze genoteerd dat verdachte in het telefoongesprek op de opmerking van [getuige 2] - ‘ [aangever] zegt zelfs dat jij hem in zijn kont hebt geneukt’ - reageerde met: ‘Het spijt me zo’, ‘slechte jeugd gehad’. [6]
De therapeut van [aangever] , [getuige 1] , is als getuige gehoord. Zij heeft verklaard dat [aangever] haar in 2019 voor het eerst vertelde wat er was gebeurd met verdachte. Op de vraag wat verdachte bij hem had gedaan antwoordde [aangever] : ‘Alles’. Daarover vertelde hij dat verdachte hem wilde aftrekken, hem (in de woorden van [aangever] ) in de kont geneukt had en dat verdachte een keer was klaargekomen op zijn rug. [7]
Op 9 september 2020 vond een telefoongesprek plaats tussen [aangever] en verdachte, waarbij [getuige 1] aanwezig was. Het dossier bevat een uitwerking van de opname van dit telefoongesprek:
(M staat voor [aangever] en R staat voor [verdachte] , verdachte.)
M: “Dat wat ik hier nu zit, dat ik hier nu ben, alleen boven op zolder en ik voel dan ja, ik voel me zo genaaid, en dan het ergste is dat het letterlijk en figuurlijk is. Snap je wat ik bedoel?”
R: “Ja, ik snap wat je bedoelt.”
M: “En, en, ja ik weet niet. Wat was dan je gedachten dat je me aftrok. Wat dacht je toen? Van was het gewoon bevredigend? Was het, haalde je er sensatie uit?”
R: “Volgens mij ben ik nooit daarin klaargekomen ofzo...”
M: “Wel een paar keer.”
R: “Nou ik volgens mij niet in mijn herinnering, het was jij die dan, het was spannend. Het was
uhh...”
M: “1 keer over mijn rug, 1 keer toen bij jou in [plaats] . Dat weet ik vrij zeker.”
R: “Oke, ja, ik kan me niet alles precies herinneren maar, ik weet in ieder geval ik bij jou en, en, ja, het was spannend. lk weet het ook niet. Uhh ja, we vonden het allebei op dat moment spannend. En nogmaals...”
M: “Ik ben gewoon een kind!”
(…)
M: “Ik bedoel, dit heeft zoveel consequenties gehad voor mij persoonlijk, op vrouwengebied, op
vrienden, ik kon niet vertellen wat het was, ik schaamde me ervoor, liegen tegen je ouders, ik was gewoon...ja ik weet niet, het was gewoon verschrikkelijk. Snap je wat ik bedoel?”
R: “Ja, ik snap heel goed wat je bedoelt [aangever] , ik ik... Je hebt er geen boodschap aan. ( [verdachte] zegt iets overstaanbaars) ik ben fout geweest, absoluut. En uhh, ja...”
(…)
M: “Nou dat is de reden dat ik je bel ook... ik vraag me gewoon af, wat was de eerste keer ook dat je me aanraakte, wat was toen het idee erachter, van... Hoe oud was ik, 11, 12.”
R: “Nou, ik ben pas met 12 bij jullie in het gezin gekomen dus je was 12 of 13 of 14...”
M: “Dat was de eerste keer dat ik bij jou sliep in [plaats] , de eerste klas. Dat weet, dat weet ik nog heel goed, met de slaapkamer achter, computer bij je op de slaapkamer, dat ik daar dat spel speelde, dat weet ik nog, ik weet dat nog... Kijk, bij mij staat het in mijn geheugen gegrift, met een beitel erin gehakt zeg maar.”
R: “Uhuh.”
M: “En daarom weet ik het allemaal nog zo goed omdat, omdat... Voor mij is het nog best heavy, toen ook geweest en ik wist natuurlijk ook niet wat ik moest denken. En, en uhh ook daarna zeggen van, dat ik aan je vroeg van: ‘Wat moet ik tegen mama zeggen’ en dan, dan, dat is tussen ons, snap je?”
R: “Ja. Uhuh.”
(…)
R: “Ik kan niet anders zeggen dan dat het dan toch een vorm van liefde geweest is. Een foute vorm van liefde.”
M: “Ja, ja.”
R: “Dat zie ik nu ook wel in. Maar nogmaals [aangever] , ik heb nooit de intentie gehad om jou te
beschadigen, pijn te doen en dat heb ik wel gedaan en daar heb ik spijt van.”
M: “Ik snap het gewoon niet, ik snap gewoon niet waar die liefde vandaan kwam, voor een kind van 12. Ik bedoel, ik was zo jong, ik bedoel... Waarom heb je dan die eerste keer mij toen afgetrokken. Waarom heb je dat toen gedaan?”
R: “Uhh, ik weet het niet. Dat kan ik je niet vertellen. Uhh, ik moet de volwassene zijn daarin dan op dat moment.”
M: "Maar je was dus niet de volwassene, eigenlijk. Je liet je meeslepen in een emotie die, die je wist dat zo fout was. En dan toch als ambulant begeleider, gedragscoach, je durfde toch, toch uiteindelijk mijn broek naar beneden en jouw hand om mijn lul en dan denk ik toch van waarom kan dat dan toch. Als je er zo voor studeert en zo. Is dat toch gewoon, is dat toch gewoon de grootste fout die je in je hele leven hebt kunnen maken.”
R: “Absoluut [aangever] . (…)”
(…)
M: “(…) in het begin dacht ik echt dit hoort er bij, dit is normaal, die moet, uhh, en, en... Het was niet 1 keer, het was veel vaker. In [plaats] , in [plaats] , zelfs een keer bij ons boven, dan vraag ik mijzelf heel vaak af van: Maar deed ik het niet, van was ik niet degene die wilde. Maar als ik naar [getuige 1] en naar mama moet luisteren is er maar 1 ding en dat is dat ik het slachtoffer ben geworden. En nu neem ik mijzelf dingen kwalijk terwijl ik dat absoluut niet kan doen.”
R: “Zeker niet [aangever] , je moet het jezelf niet kwalijk nemen, je bent niet ziek, je bent niet slecht, je bent geen homo. (…)”
(…)
M: “En dan, en dan dat er nog even overheen, op dat moment. Ja, ik weet niet, ik vond gewoon, ook als ik nu terug denk, en dan denk ik weer, en dan denk ik van ja, jouw lul, jouw hand om mijn lul. Je hebt me ook een keer proberen te penetreren en, en dan, ja in [plaats] bijvoorbeeld de laatste keer toen zei ik tegen jou, de volgende dag voel je ook de pijn. En dan, ja. Snap je ook voor mij dat dat moeilijk is? Wat vond je daar dan van?”
R: “Ik snap dat heel goed [aangever] . Ik, ik ja...”
M: “Waarom probeerde je dan, plat gezegd, jouw lul in mijn kont te stoppen. In [plaats] .”
R: “Jeetje. (O: hoorbare zucht). Wat wil je dat ik zeg. Ik bedoel uhh...”
M: “Ja, waarom!”
R: “Ik kan me dat allemaal niet zo goed herinneren. Het is ook moeilijk...”
M: “Hoe kun je je dat niet herinneren? Je bent met een kind, dat moet je toch weten! Je moet toch weten dat... Het moet toch heel opwindend voor jouw geweest zijn en, en, en, ja... ik lag daar op jouw bed, op mijn buik. Jij zat achter, jij zat op mijn rug of in ieder geval met je benen op mijn benen. Jouw lul zat in mijn kont om het maar plat te zeggen. Wat moet je dan toen gedacht hebben.”
(…)
R: “Ik weet het niet, ik uhh, het spijt me dat ik je pijn gedaan heb en uhh, jij bent niet fout hierin
geweest, dat ben ik.” [8]
Verdachte heeft in zijn schriftelijke verklaring aangeven dat er seksueel contact heeft plaatsgevonden tussen [aangever] en hem, waarbij hij [aangever] heeft afgetrokken en oraal heeft bevredigd. Verder heeft hij genoemd dat hij zich vijf momenten van misbruik kan herinneren. De eerste keer was in zijn woning in [plaats] waar hij [aangever] heeft afgetrokken. Twee keer heeft het in de woning van [aangever] in [plaats] plaatsgevonden. Verdachte heeft [aangever] toen afgetrokken en gepijpt. In [plaats] wilde verdachte anale seks hebben met [aangever] , waarbij verdachtes piemel de bovenbenen en billen van [aangever] heeft aangeraakt. [9] Tot slot heeft verdachte een moment genoemd in [plaats] , waarbij hij [aangever] kort heeft afgetrokken en zij in elkaars bijzijn hebben gemasturbeerd.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij in het kader van zijn studie pedagogiek op zoek was naar ervaring in de zorg. Hij wist toen al dat hij op kinderen viel. Hij kwam in het gezin van [aangever] in 2010. Verder heeft hij ter terechtzitting herhaald wat hij in zijn brief heeft genoemd over de momenten van seksueel misbruik. [10]
Bewijs in zedenzaken
De rechtbank stelt bij de beoordeling voorop dat zedenzaken zich doorgaans kenmerken door het feit dat slechts de verdachte en het slachtoffer aanwezig waren bij de seksuele handelingen en dus ook alleen zij daarover kunnen verklaren. Indien deze verklaringen uiteen lopen, zoals hier (deels) het geval is, dient te worden bezien of het dossier en/of het verhandelde ter terechtzitting aanknopingspunten bevat die één van beide lezingen (meer) ondersteunen. Daarbij geldt dat in zedenzaken, een geringe mate aan steunbewijs in combinatie met de verklaringen van het slachtoffer voldoende wettig bewijs kan opleveren. Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting moet de rechtbank wel onverminderd de overtuiging krijgen dat de feiten zijn gepleegd, zoals deze de verdachte wordt verweten.
De betrouwbaarheid van [aangever]
De rechtbank overweegt dat [aangever] consistent heeft verklaard tegenover verschillende personen, te weten zijn therapeut, zijn moeder en later ook tegen de politie over de manier, locaties en momenten waarop het seksueel misbruik plaatsvond. Het enkele feit dat [aangever] op een aantal, naar het oordeel van de rechtbank ondergeschikte, punten wat onduidelijk of wisselend heeft verklaard, maakt nog niet dat zijn verklaringen daarmee als onbetrouwbaar dienen te worden aangemerkt, zoals door de verdediging is bepleit. [aangever] heeft daarnaast aangegeven een aantal zaken niet meer (zeker) te weten. Dit sterkt de rechtbank in de gedachte dat [aangever] niet meer of anders heeft verklaard dan daadwerkelijk is gebeurd. De verklaring van [aangever] komt de rechtbank authentiek voor, bevat specifieke uitingen, details en gedragingen en is in de kern consistent.
De verklaringen van [aangever] vinden daarnaast steun in de verklaring van moeder, de therapeut, de opname van het telefoongesprek en in de verklaring van verdachte zelf, die een deel van de ten laste gelegde gedragingen heeft bekend.
Dat maakt dat de rechtbank de verklaringen van [aangever] betrouwbaar acht en bruikbaar voor het bewijs.
Steunbewijs
Vervolgens moet de rechtbank bepalen of het dossier voor de verklaringen van het slachtoffer voldoende steunbewijs, afkomstig van een andere bron, bevat. De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van [aangever] op belangrijke onderdelen worden ondersteund door andere bewijsmiddelen.
Daarbij komt met name betekenis toe aan de opname van het telefoongesprek waarin [aangever] verdachte heeft geconfronteerd met meerdere seksuele handelingen. [aangever] heeft meerdere specifieke seksuele handelingen benoemd, waarop verdachte op zijn beurt heeft gereageerd met excuses en de opmerking dat hij [aangever] heeft beschadigd en pijn heeft gedaan.
Ook de verklaring van [aangever] moeder en haar verslag over de gebeurtenissen bevestigen de bekennende houding van verdachte. Op de opmerking van moeder, dat [aangever] haar had verteld dat verdachte hem anaal zou hebben gepenetreerd, reageerde verdachte met: ‘Het spijt me zo’.
Bovendien heeft verdachte erkend dat er seksueel misbruik heeft plaatsgevonden, hoewel hij de omvang ervan beperkter schetst dan [aangever] heeft gedaan.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen van [aangever] in voldoende mate worden ondersteund door de overige bewijsmiddelen in het dossier. De rechtbank zal dan ook uitgaan van het door [aangever] geschetste scenario.
Feit 1
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat verdachte [aangever] heeft verkracht in zijn woning in [plaats] . De rechtbank gaat, zoals gezegd, uit van het scenario van [aangever] en gaat (zodoende) uit van een (daadwerkelijke) penetratie. De rechtbank overweegt hiertoe dat [aangever] specifiek heeft verklaard dat deze handeling hem dusdanig veel pijn deed dat hij het uitgilde. De rechtbank stelt ook vast dat verdachte [aangever] in een bepaalde positie heeft gedirigeerd, misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht en van de kwetsbare positie van [aangever] en voorbij is gegaan aan de signalen van verzet en weerstand van [aangever] . Onder die omstandigheden, in samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat sprake is van dwang.
De rechtbank acht daarmee het onder 1 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank hanteert als eind van de pleegperiode het einde van de zomer (21 september) van 2013, omdat vast staat dat dit incident in [plaats] heeft plaatsgevonden en verdachte op enig moment in die zomer is verhuisd naar [plaats] .
Feit 3
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat verdachte op meerdere tijdstippen ontucht heeft gepleegd met [aangever] . Deze seksuele handelingen bestonden, zoals volgt uit de verklaringen van [aangever] , uit het aftrekken en pijpen van [aangever] , het duwen van zijn penis tussen de billen/tegen de anus van [aangever] , het door [aangever] laten betasten en aftrekken van verdachtes penis en het klaarkomen op de rug van [aangever] .
De rechtbank hanteert als eind van de pleegperiode het eind van de zomer (21 september) van 2013, omdat verdachte op enig moment in die zomer is verhuisd naar [plaats] .
Verdachte heeft dit ontucht gepleegd in de hoedanigheid van begeleider van [aangever] aan wiens hulp en zorg [aangever] werd toevertrouwd. De rechtbank overweegt dat dit ten aanzien van de gehele pleegperiode geldt. De formele behandelrelatie en de betalingen aan verdachte uit het PGB/door de moeder van aangever zijn op enig moment geëindigd, volgens (de raadsman van) verdachte omdat verdachte in mei 2012 (toen [aangever] 14 jaar was) naar [plaats] verhuisde. Daarmee is hun onderlinge verhouding echter niet veranderd noch de feitelijke situatie dat verdachte de coach en hulpverlener van de minderjarige was en [aangever] aan zijn zorg werd toevertrouwd, zeker op de momenten dat [aangever] naar [plaats] kwam en hij bij verdachte logeerde. Het bestaan van een zakelijke overeenkomst of behandelingsovereenkomst is niet vereist (ECLI:NL:HR:2011:BP2630) en ondanks het eindigen van de formele behandelrelatie was nog steeds sprake van een situatie waarbij [aangever] beschermd moest worden tegen het psychische overwicht van zijn hulpverlener (ECLI:NL:GHAMS:2018:1183).
Feit 4
Nu de verklaring van [aangever] in zijn geheel steun vindt in de overige bewijsmiddelen, stelt de rechtbank vast dat verdachte eveneens heeft gemasturbeerd en geëjaculeerd in het bijzijn van [aangever] . [aangever] heeft hierover verklaard dat verdachte vaak ‘op hem’ masturbeerde en de rechtbank heeft eerder vastgesteld dat verdachte in de tenlastegelegde periode (in elk geval éénmaal) op het lichaam (en dus in het bijzijn) van [aangever] heeft geëjaculeerd.
Bewijsmiddelen feit 2
Nadat verdachte op 15 maart 2022 was aangehouden op verdenking van zedenmisdrijven ten aanzien van [aangever] , heeft op 18 maart 2022 in [plaats] een doorzoeking plaatsgevonden van het chalet, de auto en de iCloud-omgeving van verdachte. Daarbij zijn meerdere gegevensdragers in beslag genomen. [11]
Deze gegevensdragers zijn door Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme (TBKK) onderzocht op aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal. TBKK heeft door hen als kinderpornografisch aangemerkt materiaal aangetroffen op de Apple iPhone 12, de externe harde schijf Western Digital Elements 2620, de externe harde schijf Seagate Expension, de Lenovo laptop Y50-70 en het iCloud-account [e-mailadres] . De afbeeldingen hebben een aanmaakdatum in de periode januari tot en met mei 2014, in september 2020 en in de periode augustus tot en met december 2021. [12]
Op de gegevensdragers van verdachte werden 2.282 afbeeldingen (2.247 foto’s en 35 video’s) aangetroffen die door TBKK als kinderpornografisch zijn beoordeeld. Verbalisanten hebben een collectiescan van 8 afbeeldingen gemaakt met een representatieve doorsnede van voornoemde afbeeldingen, waarin is aangegeven welke strafbare elementen en seksuele gedragingen daarop te zien zijn. De beschrijvingen van deze afbeelding zijn opgenomen in de tenlastelegging. De afbeeldingen uit de representatieve doorsnede zijn alle afkomstig uit bestanden die normaal en zonder speciale software door de gebruiker te benaderen en zichtbaar zijn ((Aanwezig/accessible/”A” en Prullenbak/Recycle Bin/”R”). [13]
De seksuele gedragingen op de afbeeldingen bestonden volgens TBKK uit:
- het met de/een penis oraal penetreren van het lichaam van een minderjarige (foto 8 in toonmap);
- het met de vinger/hand betasten van de geslachtsdelen van en door een minderjarige (foto 7 in toonmap);
- het poseren door een minderjarige, met nadruk op de geslachtsdelen/borsten en billen, geheel naakt/camerastandpunt (foto’s 1, 2, 3, 4 en 6 in toonmap);
- overige seksuele gedragingen: spuiten van/zichtbaar maken van sperma op lichaam minderjarige (foto 5 in toonmap). [14]
De rechtbank heeft ter terechtzitting van 22 augustus 2024 bij de representatieve doorsnede van 8 afbeeldingen (de toonmap) de volgende waarnemingen gedaan:
Op foto 1 is een kind te zien met een duikbril op, die met zijn benen gespreid zit waarbij zijn geslachtsdeel te zien is.
Foto’s 2, 3 en 4 zijn steeds kennelijk gemaakt op dezelfde plek. Op de eerste foto ligt een persoon op zijn buik, op de tweede foto op zijn rug, waarbij de foto is gemaakt van onderen, waarbij midden op de foto een penis en ballen te zien zijn. Op de laatste foto is de positie hetzelfde en raakt de persoon zijn penis en ballen aan. Ogenschijnlijk betreft de persoon op de foto een kind.
Op foto 5 is een kind, vermoedelijk een meisje, met een witte geleiachtige substantie op haar wang. Het ziet eruit als sperma.
Foto 6 bestaat uit stills uit een video waarop bewogen wordt, de precieze handelingen zijn niet goed vast te stellen. Er is een persoon op te zien, een bloot kind.
Op foto 7 is een naakt persoon te zien met twee geklede personen ernaast die eruit zien als kleine kinderen. De naakte persoon zit met zijn benen gespreid waardoor zijn geslachtsdeel zichtbaar is. De handen van de twee kinderen zitten bij het geslachtsdeel van de persoon in het midden. De persoon in het midden is ogenschijnlijk ook een kind, de persoon heeft geen lichaamsbeharing.
Op foto 8 is een persoon te zien die iets vasthoudt dat eruit ziet als een penis in erectie en waarvan hij de top in zijn mond heeft. De persoon is ogenschijnlijk een kind. [15]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op internet zocht naar foto’s van jonge mensen, ook naar naaktfoto’s. Het ging om onbekende mensen, dit gaf voor hem meer een seksuele prikkel. De zoekslagen die hij gebruikte waren bijvoorbeeld naturisme, familie, naturisme jongen en naakt jongen. Foto’s waarbij was ingezoomd op geslachtsdelen, heeft hij verwijderd. [16]
Juridisch kader
Een afbeelding is kinderpornografisch als daarop een seksuele gedraging is te zien waarbij een minderjarige is betrokken. Het moet gaan om een gedraging van expliciet seksuele aard, die reeds door haar karakter strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling, welke vaststelling kan worden gemaakt aan de hand van de afbeelding zelf. Het kan daarbij gaan om een afbeelding van een handeling die op zichzelf niet expliciet seksueel van aard is, maar die gelet op de wijze waarop de afbeelding tot stand is gekomen in het concrete geval onmiskenbaar strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling (ECLI:NL:HR:2010:BO6446, ECLI:NL:HR:2014:1359;).
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat foto’s 1 en 6 kinderpornografisch zijn. Het karakter van de foto’s is niet dusdanig expliciet seksueel dat kan worden gesproken van een seksuele gedraging als in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht (Sr). De rechtbank kan de wijze van totstandkoming van de afbeeldingen niet vaststellen en kan daarom niet oordelen of de totstandkoming maakt dat de afbeeldingen strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van die delen van de tenlastelegging.
De overige afbeeldingen (2, 3, 4, 5, 7 en 8) zijn naar het oordeel van de rechtbank kinderpornografisch van aard, nu het afbeeldingen zijn van seksuele gedragingen waarbij iemand betrokken is die kennelijk de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of verdachte opzettelijk de afbeeldingen in bezit heeft gehad, heeft verworven of zich daartoe opzettelijk toegang heeft verschaft. Verdachte heeft aangevoerd dat hij bij het bezitten en zoeken naar afbeeldingen telkens heeft geprobeerd ‘aan de goede kant van de wet te blijven’. De rechtbank kan gelet op de verklaring van verdachte niet vaststellen dat hij vol opzet heeft gehad op het bezitten dan wel toegang verschaffen tot kinderpornografisch materiaal. De vraag die dan voorligt, is of uit de handelswijze van verdachte voorwaardelijk opzet kan worden afgeleid. Van voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg - in dit geval het bezitten, verwerven en toegang verschaffen tot kinderporno - is sprake als verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat dit gevolg zal intreden. Voorwaardelijk opzet omvat ook het gebruik van risicovolle zoektermen.
Verdachte heeft op internet naar afbeeldingen gezocht waarop hij materiaal aantrof dat in zijn optiek toelaatbaar was, maar ook afbeeldingen die wat hem betreft over de schreef waren, die hij vervolgens wiste. Hij gebruikte daarvoor specifieke zoektermen en verwachtte dat hij daarmee foto’s zou vinden die voor hem tot seksuele prikkels zouden leiden. De rechtbank leidt gelet op het voorgaande uit verdachtes handelen zijn (voorwaardelijk) opzet op het bezitten, verwerven en het zich toegang verschaffen tot kinderporno af. Voor de overige tenlastegelegde handelingen (het verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, vervaardigen, invoeren, doorvoeren en uitvoeren) spreekt de rechtbank verdachte vrij, nu daarvoor het bewijs ontbreekt.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de afbeeldingen op de genoemde gegevensdragers stonden en voor verdachte toegankelijk waren. Anders dan de raadsman aanvoert is de enkele naam van afbeelding 5 en de omstandigheid dat daarin de woorden ‘telegram-cloud-photo’ voorkomen geen bewijs van of aanwijzing voor het tegendeel.
De rechtbank overweegt dat verdachte van het verwerven, bezitten en zich toegang verschaffen tot kinderpornografische afbeeldingen een gewoonte heeft gemaakt. Vast staat immers dat ruim 2.000 door TBKK als kinderpornografisch beoordeelde afbeeldingen op meerdere gegevensdragers van verdachte zijn gevonden met aanmaakdata in 2014, 2020 en 2021. Van de daaruit gedestilleerde ‘representatieve doorsnede’ is bewezen is dat het grootste deel daadwerkelijke kinderporno betreft. Verdachte heeft verklaard gezocht te hebben naar onder meer foto’s van naakte kinderen, mede vanwege de seksuele prikkeling Gelet hierop acht de rechtbank bewezen dat verdachte vanaf januari 2014 op meerdere momenten kinderporno heeft verworven en zich daartoe toegang verschaft en dat hij meerdere jaren kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad. De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat ten aanzien van verwerven, zich toegang verschaffen en bezitten sprake is van een gewoonte als bedoeld in artikel 240b lid 2 Sr. De rechtbank stelt het begin van de pleegperiode vast op januari 2014, nu het dossier geen aanwijzingen bevat voor eerdere gedragingen ten aanzien van kinderporno.

4.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij
op een of meer tijdstippenin of omstreeks de periode van 30 juli 2010 tot en met
21 september 2013, te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] ,
in elk geval in Nederland,door geweld of een andere feitelijkheid
en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,de minderjarige [aangever] , geboren op [geboortedatum] 1997 , die toen de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangever] , te weten het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis tussen de billen en
/ofin de anus van die [aangever] ,
welk geweld en/of een andere feitelijkheid
en/of welke bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk,
- die [aangever]
op de buik op het bed heeft gelegd, althansop zijn buik op het bed heeft laten liggen en
/of
- terwijl die [aangever] op zijn buik op het bed lag, een kussen(tje) onder de heupen van die [aangever] heeft gelegd en
/ofdie [aangever] in de juiste positie heeft gelegd en
/of
- olie
en/of glijmiddeltussen de billen en/of op/in de anus van die [aangever] heeft gedaan en
/of
- op die [aangever] is gaan liggen en
/of
- misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn geestelijke overwicht over die [aangever] en
/of
- misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht over die [aangever] en
/of
- misbruik/gebruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van die [aangever] en
/of
-
een ofmeerdere malen voorbij is gegaan aan de verbale en
/ofnon-verbale signalen van verzet/weerstand van die [aangever] ;
2.
hij in of omstreeks de periode van
1 januari 2014tot en met 15 maart 2022 te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [woonplaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) een aantal afbeelding(en), te weten een aantal foto’s en/of een aantal video’s en/of films en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en), te weten een telefoon (Apple Iphone 12) en/of een laptop (Lenovo Y50-70) en/of (een) harddisk(s) (Western Digital Elements 2620 en/of Seagate Expansion) en/of (een) digitale cloudaccount ( [e-mailadres] ), heeft
verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/ofverworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken), welke voornoemde seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit (onder meer):
het oraal
en/of vaginaal en/of anaalpenetreren met de penis van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (Bestandsna(a)m(en) [bestandsnaam] Foto 8 in Toonmap) en
/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen
en/of de billen en/of de borstenvan een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de (een) vinger(s)/hand en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen
en/of de billen en/of de borstenvan een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de (een) vinger(s)/hand (Bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam] (Foto 7 in Toonmap) en/of
het geheel
of gedeeltelijknaakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt,
waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waar
bij)door het camerastandpunt
en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s)nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
Bestandsna(a)m(en):
[bestandsnaam] (Foto 1 in de Toonmap)
[bestandsnaam] (Foto 2 in de Toonmap)
[bestandsnaam] (Foto 3 in de Toonmap)
[bestandsnaam] (Foto 4 in de Toonmap)
[bestandsnaam] (Foto 6 in de Toonmap)
en/of
het
masturberen boven/bij en/ofejaculeren op het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, althans het tonen van het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is,
waarbij de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
Bestandsna(a)m(en): ( [bestandsnaam] (Foto 5 in de Toonmap),
van welk(e) misdrijf
/misdrijvenhij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij op
één of meertijdstippen in of omstreeks de periode van 30 juli 2010 tot en met
21 september 2013, te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] ,
in elk geval in Nederland,terwijl hij werkzaam was in de
gezondheidszorg en/ofmaatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met [aangever] (geboren [geboortedatum] 1997 ), die zich als
patiënt en/ofcliënt aan verdachtes hulp en/of zorg had toevertrouwd en
/ofvan wie verdachte wist,
dan wel redelijkerwijs moest vermoedendat deze de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, welke ontuchtige gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit (onder meer): het betasten en/of aftrekken van de penis van die [aangever] en/of het in de mond nemen en/of pijpen van de penis van die [aangever] en/of het brengen/duwen van zijn, verdachtes, penis tussen de billen en/of tegen de anus van die [aangever] en/of het door die [aangever] laten betasten en/of aftrekken van zijn, verdachtes, penis en/of het ejaculeren/klaarkomen op de rug
en/of de billen, althans op het (onder)lichaamvan die [aangever] ,
waarbij hij, verdachte, (telkens) misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van die [aangever] ;
4.
hij op
een of meertijdstippen in of omstreeks de periode van 30 juli 2010 tot en met 29 juli 2013, te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] ,
in elk geval in Nederland,[aangever] (geboren op [geboortedatum] 1997 ), van wie verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt en
/ofwelke minderjarige aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd, met ontuchtig oogmerk er toe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen, door in het bijzijn van die [aangever] zichzelf af te trekken/te masturberen en/of klaar te komen, waarbij hij, verdachte, bij het verrichten van voornoemde handelingen misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van die [aangever] .
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
verkrachting;
Feit 2:
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;
Feit 3:
werkzaam in de maatschappelijke zorg, ontucht plegen met iemand die zich als cliënt aan zijn hulp heeft toevertrouwd, meermalen gepleegd;
feit 4:
een persoon, van wie hij weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe bewegen getuige te zijn van seksuele handelingen, meermalen gepleegd.
6. De strafbaarheid van de feiten
De feiten zijn strafbaar.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

8.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar onder de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan verdachte een beroepsverbod als in artikel 28 Sr zal worden opgelegd voor de duur van 5 jaar. In die tijd mag verdachte geen beroep uitoefenen als jeugdhulpzorgverlener of andere functie waarbij hij contact met minderjarigen kan hebben.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht primair om, wanneer een bewezenverklaring voor het onder feit 3 tenlastegelegde volgt en rekening houdend met verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, te volstaan met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf. Subsidiair heeft de raadsman verzocht een gevangenisstraf op te leggen van beperkte (onvoorwaardelijke) duur.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van de, bij aanvang van de pleegperiode, nog maar 13-jarige [aangever] . Dit misbruik duurde jarenlang en resulteerde zelfs in een verkrachting. [aangever] en zijn gezin hadden verdachte voor hulp en begeleiding ingeschakeld. Verdachte wist dan ook van diens problematiek en kwetsbaarheid. Als hulpverlener, die bekend was met zijn pedofiele gevoelens, mocht van verdachte worden verwacht dat hij, afstand bewaarde. In plaats daarvan creëerde hij telkens situaties waarin de seksuele handelingen konden plaatsvinden. Dit neemt de rechtbank verdachte zeer kwalijk. De impact van het seksueel misbruik is nadrukkelijk naar voren gekomen in de slachtofferverklaring van [aangever] . Verdachte heeft met zijn handelen de normale en gezonde seksuele ontwikkeling van zijn jonge slachtoffer doorkruist, met name omdat de feiten plaatsvonden in een kwetsbare, vormende periode in het leven van [aangever] . Hij heeft daar tot op de dag van vandaag veel last van.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan het bezitten, verwerven en zich toegang verschaffen tot kinderpornografisch materiaal. Voor de productie van kinderporno worden kinderen op ingrijpende wijze seksueel misbruikt, waardoor zij aanzienlijke psychische schade kunnen oplopen. De kinderen op de afbeeldingen kunnen bovendien nog lange tijd achtervolgd worden door de gevolgen van de verspreiding van de beelden, doordat het vrijwel onmogelijk is om een afbeelding die op het internet is gezet, daar vanaf te halen. Verdachte heeft door het bezit hiervan een wezenlijke bijdrage geleverd aan de instandhouding van deze praktijken.
Reclasseringsrapport
De rechtbank heeft kennisgenomen van het rapport van Reclassering Nederland van 15 maart 2023. De reclassering schat het recidiverisico in als matig-laag. Verdachte is sinds april 2022 in behandeling bij [GGZ] , waar bij hem een pedofiele stoornis is vastgesteld van het niet-exclusieve type. Verdachte stelt zich behandelbaar op en is afsprakentrouw. De reclassering heeft geadviseerd om verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij reclassering, een ambulante behandeling, het vermijden van contact met minderjarigen en het vermijden van kinderporno. Daarbij heeft de reclassering een proeftijd van vijf jaar in overweging gegeven, zodat verdachte en zijn behandeling langer kunnen worden gemonitord.
Toerekening en voorwaardelijk verzoek voor het doen opstellen van een PJ-rapportage
Het dossier bevat geen Pro Justitia-rapportage met diagnostiek en adviezen ten aanzien van de toerekeningsvatbaarheid van verdachte. De verdediging heeft verzocht om het opstellen van een psychologische rapportage, mocht de rechtbank niet tot de conclusie komen dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Uit de reclasseringsrapportage komt naar voren dat bij verdachte een pedofiele stoornis van het niet-exclusieve type is vastgesteld. Nadere informatie over diagnostiek ontbreekt, maar de rechtbank neemt op basis van de informatie uit het rapport aan dat bij hem die stoornis is vastgesteld, mede gelet op de toelichting van verdachte ter terechtzitting. De rechtbank acht zich hierover voldoende ingelicht.
De rechtbank dient vervolgens te beoordelen of vanwege de pedofiele stoornis sprake is van verminderde toerekenbaarheid van verdachte. Uit de verklaring van verdachte volgt dat hij al geruime tijd op de hoogte was van zijn pedofiele gevoelens en de ongeoorloofdheid van zijn gedragingen. Desalniettemin heeft hij ervoor gekozen zich aan te bieden als maatschappelijk werker voor de begeleiding van minderjarigen. Naar eigen zeggen heeft hij vaker de grens van het toelaatbare opgezocht. Dat verdachte niet overeenkomstig zijn wil kon handelen is op geen enkele wijze toegelicht of aannemelijk gemaakt. De rechtbank is van oordeel dat verdachte volledig toerekeningsvatbaar is en wijst het (voorwaardelijke) verzoek tot het doen opstellen van een psychologische rapportage af.
Gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op hetgeen hiervoor over de ernst van de feiten is overwogen, niet kan worden volstaan met een andere straf dan een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank acht het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden passend en geboden. De rechtbank legt een deel hiervan, namelijk 12 maanden, voorwaardelijk op met een proeftijd van vijf jaren. De problematiek van verdachte vereist behandeling en langdurige begeleiding om te voorkomen dat hij terugvalt in strafbaar gedrag. De rechtbank verbindt daarom aan het voorwaardelijk strafdeel de voorwaarden die door de reclassering zijn geadviseerd.
Geen beroepsverbod
De reclassering schat het risico op herhaling als matig-laag in. Verder blijkt dat verdachte reeds in behandeling is en niet langer werkt met minderjarigen. De rechtbank overweegt dat het opleggen van een beroepsverbod niet langer opportuun is en acht het voorwaardelijke deel van de op te leggen gevangenisstraf voldoende om te voorkomen dat verdachte in de toekomst nieuwe strafbare feiten zal begaan.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.De beoordeling van de civiele vordering

De heer [aangever] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een bedrag van € 91.082,81, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit € 51.082,81 aan materiële schade en € 40.000,00 aan immateriële schade. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
De materiële schade bestaat uit de kosten van EMDR-sessies (€ 285,00), een niet-vergoed gedeelte van de GGZ-behandeling (€ 1.529,95), reiskosten voor de EMDR-behandeling (€ 67,86 euro) en schade als gevolg van een studievertraging van twee jaar (€ 49.200,00).
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij gedeeltelijk niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, omdat deze ten aanzien van de studievertraging en de kosten van de GGZ-behandeling onvoldoende is onderbouwd. Ten aanzien van het immateriële deel van de vordering heeft de raadsman bepleit dat het gevorderde bedrag (veel) te hoog is. De raadsman heeft verzocht aansluiting te zoeken bij vergelijkbare gevallen waarbij een bedrag van € 5.000,00 is toegekend.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De rechtbank overweegt dat de kosten van de EMDR-sessies en de reiskosten voor de EMDR-sessies niet dan wel onvoldoende inhoudelijk zijn betwist. De rechtbank overweegt dat ook de post niet-vergoed gedeelte van de GGZ-behandeling voor toewijzing gereed ligt, nu uit het overgelegde bewijsstuk blijkt dat die kosten zijn gemaakt kort na de openbaarmaking van het misbruik.
De schadeposten zijn (verder) voldoende onderbouwd en komen de rechtbank redelijk voor.
De post studievertraging is gemotiveerd betwist. De benadeelde partij heeft deze post onderbouwd met een brief van de decaan van 4 maart 2023, waarin de decaan heeft geschreven dat de benadeelde partij zich op meerdere momenten heeft gemeld in verband met moeilijkheden in zijn persoonlijke leven en de voortgang van zijn studie. Hoewel de rechtbank goed mogelijk acht dat (een deel van) de problematiek is te herleiden naar de strafbare feiten, is ook niet uit te sluiten dat de studievertraging (mede) door omstandigheden is ontstaan die los staan van de strafbare feiten. Dit zou nader moeten worden onderzocht en vergt een meer inhoudelijk debat tussen partijen en daarvoor is de strafprocedure niet bedoeld. De behandeling van de schadepost studievertraging levert een onevenredige belasting van het strafproces op. Daarom zal de rechtbank dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren. De benadeelde partij kan (dit deel van) de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen. Nu de rechtbank de benadeelde partij ten aanzien van dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaart, zal de rechtbank het ter zake gevoerde verweer over het niet-voldoen aan de schadebeperkingsplicht onbesproken laten.
Voor de overige hierboven genoemde schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële vordering kan worden toegewezen tot een hoogte van € 1.882,81.
Smartengeld
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter terechtzitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door de verkrachting en langdurig seksueel misbruik is de benadeelde op andere wijze in de persoon aangetast. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van de feiten en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 15.000,00 vaststellen en de vordering voor het meerdere afwijzen.
Wettelijke rente
Verdachte is wettelijke rente over de toegewezen bedragen verschuldigd. Ten aanzien van de materiële schadeposten geldt in beginsel dat de wettelijke rente toewijsbaar is vanaf de datum van intreden van de schade. Voor de post EMDR-sessies (€ 285,00) is de wettelijke rente toewijsbaar vanaf 1 december 2023, zijnde de factuurdatum.
De reiskosten betreffende de EMDR-sessies (€ 67,86 euro) zijn gemaakt op drie verschillende data in de maand november 2023. Daarom zal de rechtbank de ingangsdatum van de wettelijke rente vaststellen op 16 november 2023.
De datum van intreden van de schade ten aanzien van de posten niet-vergoed gedeelte van de GGZ-behandeling (€ 1.529,95) is niet vast te stellen. Daarom zal de rechtbank de ingangsdatum van de wettelijke rente vaststellen op 6 augustus 2024, zijnde de datum waarop de vordering is ingediend.
Verdachte is vanaf 21 september 2013 wettelijke rente over het toegewezen bedrag aan immateriële schade verschuldigd.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 240b, 242, 248d en 249 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
48 (achtenveertig) maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijdvan
vijf jarenniet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
 stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
o verdachte zich gedurende de proeftijd zal blijven melden bij Reclassering Nederland, zo vaak en zolang de instelling dat noodzakelijk acht. De instelling neemt contact op met verdachte voor de eerste afspraak. Indien het gaandeweg de toezichtperiode geïndiceerd lijkt, kan verdachte worden aangemeld voor de COSA (Cirkels voor Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid);
o verdachte zich gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, onder behandeling zal stellen van [GGZ] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, en zich zal houden aan de aanwijzingen die in dat kader worden gegeven;
o verdachte geen contact zoekt met minderjarigen en vermijdt met name een-op-een contacten, zonder de aanwezigheid van anderen, zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt verdachte dat hier een vertrouwd persoon uit zijn netwerk bij aanwezig is;
o verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
 het seksueel getint communiceren met en over minderjarigen;
 gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
 gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met en minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Het toezicht op deze voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers. De verdachte dient daaraan mee te werken tijdens een huisbezoek. Deze controles mogen gedurende de proeftijd, die wordt gesteld op 3 jaren, maximaal 3 keer worden uitgevoerd en mogen - voor zover het gedrag bedoeld onder het tweede en derde gedachtestreepje van de voorwaarde betreft - slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van afbeeldingen (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan). Tot slot bepaalt het hof dat ten behoeve van deze controle een deskundige (niet zijnde een opsporingsambtenaar) de reclassering (technische) ondersteuning mag bieden.
 stelt als overige voorwaarden dat:
o verdachte zijn medewerking verleent aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
o verdachte zijn medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij
 veroordeelt verdachte in verband met de feiten 1, 3 en 4 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [aangever] van € 1.882,81 aan materiële schade en € 15.000 aan immateriële schade (smartengeld), telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
Schadepost Bedrag Wettelijke rente
1.EMDR-sessies
€ 285,001 december 2023
2.Reiskosten EMDR-sessies
€ 67,8616 november 2023
3.GGZ-behandeling
€ 1.529,956 augustus 2024
4.Smartengeld
€ 15.000,0021 september 2013
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de vordering ten aanzien van de immateriële schade voor het overige af;
 verklaart benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [aangever] een bedrag te betalen van € 16.882,81 aan materiële schade en smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kan 119 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.P.E.E. van Groeningen (voorzitter), mr. M.W.R. Koch en mr. P. Verkroost, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.M. van der Velden, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 september 2024.
De griffier is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de Koninklijke Marechaussee, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 20220112.0900.6020, gesloten op 27 december 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal aangifte [aangever] , p. 18.
3.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 augustus 2024, Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] ( [getuige 2] ) [getuige 2] , p. 43-44.
4.Proces-verbaal aangifte [aangever] ( [aangever] ) [aangever] , p. 18-20.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] ( [getuige 2] ) [getuige 2] , p. 44-46.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 146.
7.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] . ( [getuige 1] ) [getuige 1] , p. 54.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 132-136.
9.Proces-verbaal van verhoor verdachte met bijlage, ongenummerd.
10.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 augustus 2024.
11.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 185-187.
12.Proces-verbaal, p. 360, 361 en 364.
13.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal (TBKK), p. 351-356.
14.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal (TBKK), bijlage I, p. 357-359.
15.De rechterlijke waarneming van de toonmap, gedaan ter terechtzitting van 22 augustus 2024.
16.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 augustus 2024.