Uitspraak
[eiser 2],
[gedaagde 3],
4.Geldlening
drie en vijfenzeventig honderdste procent (3,75%) per jaar. (...) De rente wordt per kwartaal achteraf voldaan op de eerste van de maand nadat het kwartaal is afgelopen. (...) De rente is gedurende de gehele looptijd van de lening een vaste rente. Betalingen van de schuldenaar aan de schuldeiser zullen in eerste instantie betrekking hebben op de verschuldigde rente en pas daarna als aflossing op de hoofdsom.
13.Afspraak inzake levensverzekering
8.Financiering
11.Financiële rapportage
rb.), aldus H.P.N. c.s. Volgens haar is dit zowel per e-mail als tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders op 1 december 2022 aan Placere Placet meegedeeld en is overeengekomen dat de opmaaktermijn voor de jaarrekening van 2021 werd verlengd tot 31 december 2022. Placere Placet c.s. heeft dit alles niet weersproken. Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden valt, zonder nadere onderbouwing, die Placere Placet c.s. ook in deze procedure niet heeft gegeven, niet in te zien dat het enkele feit dat de vergadering niet binnen vier weken na het verzoek daartoe van Placere Placet heeft plaatsgevonden en de opmaaktermijn voor de jaarrekening van 2021 niet is gehaald, een persoonlijk en ernstig verwijt jegens [gedaagde 3] oplevert. Dat Placere Placet in voorgaande jaren vaker tevergeefs om een algemene vergadering van aandeelhouders heeft verzocht is niet gesteld of gebleken en tijdens de mondelinge behandeling is besproken dat recent, op 3 november 2023, nog een algemene vergadering van aandeelhouders heeft plaatsgevonden. Placere Placet c.s. heeft evenmin onderbouwd gesteld dat [gedaagde 3] over andere jaren niet tijdig een jaarrekening heeft laten opmaken en dat Placere Placet daarover vaker heeft geklaagd.