Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[gedaagde partij 1] ,
2.
[gedaagde partij 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ontvanger/Roelofsenvan 8 december 2006, welke lijn nadien is bevestigd. [1]
Beklamelnormgenoemd. Het is niet voldoende dat de bestuurder rekening diende te houden met de mogelijkheid dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen. Het gaat erom dat de niet-nakoming redelijkerwijze was te verwachten. [3]
Ontvanger/Roelofsenen moet worden meegewogen a) of de schuldeiser aan wie is betaald wel of niet gelieerd is aan de rechtspersoon, b) of de bestuurder bij die betaling een persoonlijk belang had, en c) de overige omstandigheden van het geval. Zo heeft te gelden dat de vrijheid van (een bestuurder van) een vennootschap om op grond van een eigen afweging te bepalen welke schuldeisers van de vennootschap zullen worden voldaan, beperkter is indien de vennootschap heeft besloten tot liquidatie over te gaan of haar faillissement op korte termijn onvermijdelijk is, maar dat een betaling aan een gelieerde vennootschap in die situatie toch geoorloofd kan zijn indien die betaling door bijzondere omstandigheden wordt gerechtvaardigd. [5]
5.De beslissing
15 november 2023voor het nemen van een akte door [gedaagde partij 2] (en desgewenst ook door [gedaagde partij 1] ) als bedoeld in rechtsoverweging 4.33 (en 4.48), waarna [eisende partij] op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,