Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
,ECLI:NL:HR:2020:955 (Wn/Blue Circle HRM).
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoekende partij], en zijn werkgever, RV Vastgoedonderhoud B.V. De werknemer was op 5 september 2022 in dienst getreden en heeft zich op 8 mei 2023 ziek gemeld. Op dezelfde dag heeft de werkgever hem per e-mail op staande voet ontslagen, wat de werknemer betwistte. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was, omdat de werkgever geen dringende redenen had die dit ontslag rechtvaardigden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkgever de arbeidsovereenkomst onterecht heeft opgezegd zonder de opzegtermijn in acht te nemen, en heeft de werknemer een vergoeding voor onregelmatige opzegging van € 5.470,97 bruto toegewezen, evenals een transitievergoeding van € 878,90 bruto. Daarnaast is er een billijke vergoeding van € 3.000,00 bruto toegekend, omdat het ontslag in strijd was met de wettelijke bepalingen. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de werkgever geen rechten kan ontlenen aan het concurrentie- en relatiebeding in de arbeidsovereenkomst. De werkgever is verder veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.