Parketnummer: 05/083686-22
Datum uitspraak : 11 april 2023
vonnis van de meervoudige kamer
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. [naam P.I.] .
Raadsman: mr. R.B.J.G. Baggen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 28 december 2022, 21 maart 2023 en 11 april 2023.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 juli 2019 tot en met 20 september 2022 te Duiven, in elk geval in Nederland en/of Antwerpen (België) tezamen en in vereniging, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal/stof bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, , in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door
- ( telefonische) contact(en) en/of (een) ontmoeting(en) te hebben en/of (een) bespreking(en) te voeren en/of afspra(a)k(en) te maken met één of meerdere (mogelijke) producent(en), leverancier(s), transporteur(s), financier(s), afnemer(s), tussenperso(o)n(en), verlener(s) van hand- en spandiensten en/of anderen) met betrekking tot de hoeveelheid, prijs, kwaliteit, levering, betaling, verpakking, opslag en/of het vervoer (per container(s)) van eerdergenoemde hoeveelheid cocaïne en/of
- één of meerdere van eerdergenoemd(e) perso(o)n(en) te (laten) voorzien van informatie en/of bescheiden en/of verpakkingsmateria(a)l(en) en/of (een) vervoermiddel(len) en/of geld en/of locaties ten behoeve van en/of ter vergoeding van de levering, betaling, verpakking, opslag en/of het vervoer/transport van eerdergenoemde hoeveelheid cocaïne en/of ter vergoeding van door die perso(o)n(en) geleverde dienst(en) en/of door die perso(o)n(en) gemaakte kosten met betrekking tot de levering, betaling, verpakking, opslag en/of het vervoer van eerdergenoemde hoeveelheid cocaïne;
2
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 juni 2020 tot en met 8 juni 2022 te Duiven en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van een hoeveelheid ice/(meth) amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal/stof bevattende 2,5-dimethoxy-alfa,4-dimethylfenethylamine, zijnde methamfetamine, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door
(telefonische) contact(en) en/of (een) ontmoeting(en) te hebben en/of berichten en/of foto’s (van ice) te sturen naar en/of (een) bespreking(en) te voeren en/of afspra(a)k(en) te maken met één of meerdere (mogelijke) leverancier(s), transporteur(s), financier(s), afnemer(s), tussenperso(o)n(en), producent(en) met betrekking tot de hoeveelheid, prijs, kwaliteit, levering, betaling en/of verpakking van ice/(meth) amfetamine;
3
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 27 juni 2020 tot en met 6 juli 2022 te Duiven en/of Apeldoorn en/of Tilburg, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal/ stof bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door
- het (laten) regelen van een locatie ten behoeve van de productie van amfetamine en/of BMK en/of
- het (laten) aanleveren van de benodigde grondstoffen ten behoeve van de productie van amfetamine en/of BMK en/of het maken van afspraken ten behoeve van de levering van grondstoffen ten behoeve van de productie en/of
- het regelen van transport van en naar de productielocatie van materialen en/of grondstoffen en/of
- betalingen ten behoeve van grondstoffen/materialen/locaties te verrichten en/of zich bezig te houden met de verdeling van de opbrengsten;
4
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 juni 2020 tot en met 14 september 2022 te Duiven en/of Arnhem en/of Den Haag, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen en/of alleen, (telkens) (een) vuurwapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of categorie III , te weten,
- één of meerdere vuurwapen(s) van het merk CZ, type P-10 S, kaliber 9 x 19 mm en/of
- één of meerdere vuurwapen(s) van het merk CZ, type P-07, kaliber 9 x 19 mm en/of
- één of meerdere (hand)vuurwapen(s) van het merk Glock, type 17, kaliber 9x19 mm en/of
- één of meerdere (hand)vuurwapen(s), type Makarov, kaliber 9x 17 mm en/of 7.65 mm en/of
- één of meerdere vuurwapen(s) en/of pistoolmitrailleurs van het merk CZ, type Skorpion, kaliber 9 x 17 mm en/of 7.65 mm en/of
- één of meerdere (machine)gewe(e)r(en) van het merk Kalasnikov, type AK, kaliber 7.62 x 39 mm en/of
- één of meerdere (hand)vuurwapens van het merk Walther, type PP super, kaliber 9 x 18 mm en/of
- één of meerdere (hand)vuurwapen(s) van het merk Glock dan wel gelijkend op een Glock en/of
- één of meerdere (hand) vuurwapen(s) van het merk FN-herstal, type HP, kaliber 9 x 19 mm en/of 40 en/of
- één of meerdere (hand)vuurwapen(s) van het merk Colt, type 1911 kaliber 45 ACP en/of 22LR t/m 40 en/of
- één of meerdere (hand)vuurwapen(s) van het merk Grand Power, type K100, kaliber 9 x 19mm
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft doen binnenkomen en/of heeft doen uitgaan, terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 juni 2020 tot en met 14 september 2022 te Duiven en/of Arnhem en/of Den Haag, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen en/of alleen, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om zonder erkenning één of meerdere wapen(s), in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III en/of categorie II van de Wet Wapens en Munitie te weten
- één of meerdere vuurwapen(s) van het merk CZ, type P-10 S, kaliber 9 x 19 mm en/of
- één of meerdere vuurwapen(s) van het merk CZ, type P-07, kaliber 9 x 19 mm en/of
- één of meerdere (hand)vuurwapen(s) van het merk Glock, type 17, kaliber 9x19 mm en/of
- één of meerdere (hand)vuurwapen(s), type Makarov, kaliber 9x 17 mm en/of 7.65 mm en/of
- één of meerdere vuurwapen(s) en/of pistoolmitrailleurs van het merk CZ, type Skorpion, kaliber 9 x 17 mm en/of 7.65 mm en/of
- één of meerdere (machine)gewe(e)r(en) van het merk Kalasnikov, type AK, kaliber 7.62 x 39 mm en/of
- één of meerdere (hand)vuurwapens van het merk Walther, type PP super, kaliber 9 x 18 mm en/of
- één of meerdere (hand)vuurwapen(s) van het merk Glock dan wel gelijkend op een Glock en/of
- één of meerdere (hand) vuurwapen(s) van het merk FN-herstal, type HP, kaliber 9 x 19 mm en/of 40 en/of
- één of meerdere (hand)vuurwapen(s) van het merk Colt, type 1911 kaliber 45 ACP en/of 22LR t/m 40 en/of
- één of meerdere (hand)vuurwapen(s) van het merk Grand Power, type K100, kaliber 9 x 19mm
over te dragen en/of te verhandelen en/of anderszins ter beschikking te stellen, immers heeft hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal (telkens) een of meer chatberichten gestuurd naar en/of ontvangen van één of meerdere (mogelijke) leverancier(s), transporteur(s), financier(s), afnemer(s), koper(s) tussenperso(o)n(en), verlener(s) van hand- en spandiensten en/of anderen en/of in dat/die berichten (het) voornoemde wapen(s) (te koop) aangeboden en/of aangeboden gekregen, althans in die berichten aangestuurd op de verkoop en/of aankoop van voornoemd(e) wapen(s) door aan en/of van die perso(o)n(en) (een) afbeeldingen en/of specificaties van (het) betreffende wapen(s) te sturen en/of te ontvangen en/of het verkoopbedrag en/of aankoopbedrag van (het) betreffende wapen(s)door te geven en/of over de verkoopprijs en/of aankoopprijs te onderhandelen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5
hij op of omstreeks 20 september 2022 te Duiven, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 157,71 gram amfetamine en/of
- 929,91 gram cocaïne,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of cocaïne, zijnde amfetamine en/of cocaïne (telkens) zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2. Enkele voorafgaande verweren
De raadsman heeft enkele verweren naar voren gebracht die zouden moeten leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie dan wel tot bewijsuitsluiting. Deze verweren zien in grote lijnen op het volgende.
Het openbaar ministerie heeft, in andere opsporingsonderzoeken en strafzaken, de rechtbank en de verdediging onvolledig en onjuist voorgelicht over de rol van de Nederlandse opsporingsdiensten bij de crypto-hack van de Franse servers van SkyECC (onderzoek Argus).
Daarnaast heeft het openbaar ministerie verzuimd tijdig een machtiging van de rechter-commissaris te vragen voor het onderscheppen en gebruiken van meta-data van de relevante SkyECC accounts. Dit had wel gemoeten omdat van meet af aan bekend was dat de meeste gebruikers van SkyECC zich in Nederland bevinden. Alle chatgesprekken in het dossier komen voort uit deze onrechtmatige bewijsgaring en moeten worden uitgesloten van het bewijs.
De officier van justitie heeft zich verzet tegen deze verweren.
Ter beoordeling van deze verweren ontkomt de rechtbank er niet aan de voorgeschiedenis van onderhavig opsporingsonderzoek te belichten. De rechtbank kiest ervoor alle verweren vanwege hun verwevenheid en vanwege eenzelfde feitelijke grondslag tegelijk te behandelen, niettegenstaande de verschillende gevolgen die de raadsman hieraan heeft verbonden (niet-ontvankelijkheid OM dan wel bewijsuitsluiting).
Aan het stamproces-verbaal en verschillende brieven van het Landelijk Parket in andere opsporingsonderzoeken,wordt het volgende ontleend.
SkyECC is een telecomprovider die een versleutelde berichtendienst aanbood. Een SkyECC-toestel is een mobiele telefoon die voorgeprogrammeerd is en waarmee berichten onder encryptie kunnen worden verzonden, Deze berichten zijn onleesbaar voor buitenstaanders die niet over de decryptiesleutels van verzender en/of ontvanger beschikken. De servers waarvan SkyECC gebruik maakte, bevonden zich in Frankrijk. De Franse autoriteiten hebben in hun onderzoek met machtiging van de onderzoeksrechter een 'interceptietool' ingezet.
De Nederlandse justitie wilde graag kennis nemen van de Franse onderzoeksresultaten en heeft, voorafgaande aan een Europees Onderzoeks Bevel (EOB), de rechter-commissaris machtiging verzocht om hiervan gebruik te mogen maken. De rechter-commissaris heeft hiervoor op
30 november 2018machtiging verleend ex artikel 126ug lid 2 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Hij gaf hierbij weliswaar toestemming voor het maken van een image, maar met de uitdrukkelijke restrictie dat de vergaarde informatie uitsluitend mocht worden aangewend voor het onderzoek naar de technische mogelijkheden voor het tappen en de ontsleuteling. De inhoud van de eventueel op de servers aan te treffen berichten mocht niet zonder uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de rechter-commissaris worden gebruikt in een strafrechtelijk onderzoek.
Vervolgens heeft het openbaar ministerie (in het onderzoek
Yucca) op
3 / 6 december 2018een EOBnaar Frankrijk verzonden met het verzoek om een image te maken van de servers, zodat de technische inrichting van de servers kon worden onderzocht met het oog op nader onderzoek, zoals het tappen en ontsleutelen van de via die servers gevoerde communicatie, zodat inzicht kon worden verkregen in de organisatie van SkyECC. Verder werd verzocht om informatie te verstrekken ten aanzien van historische en toekomstige klantgegevens van SkyECC, alsmede het verstrekken van technische gegevens van de server.
In
februari 2019is in Frankrijk een formeel opsporingsonderzoek gestart naar de activiteiten van SkyECC, waarbij de Franse autoriteiten hebben aangegeven dat zij te zijner tijd de verkregen gegevens zouden delen met de Nederlandse en Belgische autoriteiten.Op
14 juni 2019heeft de Franse onderzoeksrechter, op basis van Franse, Belgische en Nederlandse onderzoeksgegevens, toestemming verleend voor de interceptie van communicatie vanaf de servers van SkyECC.
Op 1 november 2019 is het strafrechtelijke onderzoek
26WERLgestart, gericht op de rechtspersoon SkyECC en de bestuurders en/of werknemers van SkyECC. Ook in Frankrijk en België waren inmiddels strafrechtelijke onderzoeken gestart. Op
13 december 2019hebben Nederland, België en Frankrijk een JIT-overeenkomst gesloten. Onderzoek 26Werl maakte deel uit van het JIT. Vanaf dit moment zijn de door Frankrijk geïntercepteerde data aan het gemeenschappelijke onderzoeksteam verstrekt en op die wijze gedeeld met Nederland en België.
De Brief van het Landelijk Parket van 2 juni 2022 vermeldt vervolgens:
“
Gedurende dit gezamenlijke onderzoek werd in Nederland een techniek ontwikkeld om een kopie van het werkgeheugen van één van de servers van Sky ECC te maken. Het doel hiervan was om versleutelingselementen en/of wachtwoorden te verkrijgen die gebruikt worden om de verbinding tussen toestellen en de Sky ECC servers te kunnen ontcijferen en de Sky ECC servers later forensisch te kunnen onderzoeken. In november 2019 zijn Nederlandse en Belgische rechercheurs er in geslaagd een deel van de groepsberichten te ontsleutelen.”
“
Binnen het gemeenschappelijke onderzoeksteam zijn Nederlandse rechercheurs en technici er uiteindelijk in november 2020 in geslaagd een techniek te ontwikkelen om met behulp van een zogeheten Man in the Middle (MITM) de versleutelingselementen te verkrijgen die zijn opgeslagen op elke telefoon die de Sky ECC-applicatie gebruikte. De techniek is gedeeld met de Fransen, zodat zij de techniek konden gebruiken, indien en voor zover de techniek paste binnen de voorwaarden die de Franse wet stelt aan de door hen gekozen vorm van interceptie. Teneinde aan de voorwaarden van de Franse wet te voldoen is voorafgaand aan de Franse machtiging van 17 december 2020 tot inzet van dit middel door Frankrijk een vergunning aangevraagd. Het betreft een vergunning die moet worden aangevraagd waarbij de techniek wordt getoetst. De vergunning is vervolgens afgegeven door de Franse adviescommissie die een oordeel moet vellen over apparatuur die inbreuk kan maken op de persoonlijke levenssfeer en het briefgeheim (artikel r.226-2 van de Code Pénal).”
Vervolgens is op
11 december 2020in Nederland het titel V onderzoek
26Argusgestart. Dit onderzoek richtte zich op de gebruikers van SkyECC met als doel om aan de hand van de inhoudelijke data de criminele samenwerkingsverbanden die gebruik maken van cryptotelefoons van SkyECC in beeld te brengen en te analyseren. Omdat hierbij mogelijk een inbreuk op de privacy van gebruikers van de SkyECC telefoon zou kunnen worden gemaakt, heeft het openbaar ministerie een machtiging gevraagd. In het onderzoek 26Argus hebben de rechters-commissarissen in de rechtbank Amsterdam op
15 december 2020geclausuleerd machtiging verleend op grond van artikel 126t Sv voor het ontsleutelen en analyseren van de uit onderzoek Werl bekende en uit het Franse onderzoek verkregen gegevens betreffende de SkyECC servers.Om te voorkomen dat het onderzoek zou leiden tot een ‘fishing expedition’ en de nieuw ontwikkelde ‘interceptietool’ tot een te vergaande inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zou leiden die niet wordt gerechtvaardigd door de bestaande verdenkingen, hebben de rechters-commissarissen voorzien in een machtiging in twee fasen, waarbij:
“1. de te verkrijgen informatie wordt gefilterd aan de hand van vooraf door de rechtercommissaris goed te keuren zoeksleutels, waaronder gebruikersgegevens van specifieke onderkende criminele samenwerkingsverbanden en/of vooraf vast te stellen zoektermen of afbeeldingen die sterke aanwijzingen leveren voor ernstige georganiseerde criminaliteit;
2. de langs die weg verkregen onderzoeksresultaten pas na aanvullende machtiging van de rechter-commissaris worden gebruikt voor verder opsporingsonderzoek, en alleen indien wordt voldaan aan de eisen van artikel 126t Sv, te weten een redelijk vermoeden van betrokkenheid bij misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan, in georganiseerd verband beraamd of gepleegd, en die een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren.”
Op
7 februari 2021is een aanvullende machtiging op grond van artikel 126uba Sv verleend voor het binnendringen in een geautomatiseerd werk, namelijk het communicatienetwerk van SkyECC, welke machtiging nadien herhaaldelijk is verlengd.
In een proces-verbaal van bevindingen van 6 mei 2021 van de rechters-commissarissen hebben zij inzicht gegeven in de gang van zaken en hun afwegingen en beslissingen. Aangezien de wet geen procedure kent voor dit soort gevallen, hebben zij zich allereerst afgevraagd of er wel een machtiging van hen vereist was en waarop hun bevoegdheid in dat geval was gebaseerd. Zij concludeerden dat hoewel op voorhand niet vaststaat dat een beslissing van de Nederlandse rechter-commissaris noodzakelijk is voor de rechtmatigheid van het gebruik van de SkyECC-data, een toetsing van de proportionaliteit door de rechter-commissaris toch aangewezen is, met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen. De rechters-commissarissen hebben afwegingen gemaakt en (in totaal zeven) voorwaarden gesteld, om op die manier de privacy schending zoveel mogelijk in te kaderen en zogenaamde ‘fishing expeditions’ te voorkomen.
In de verlenging van de machtiging ex artikel 126t Sv van
11 januari 2021zijn de voorwaarden waaronder aanvullende toestemming kan worden verkregen voor het gebruik van de data nader uitgewerkt. De aanvragen zijn onderverdeeld in vier categorieën en steeds is bepaald wat de omvang is van de SkyECC-data waarvoor toestemming werd gegeven en van welke kaders de communicatie mocht worden ingezien en gebruikt. Onder meer, voor zover thans van belang, mocht worden gezocht op de termen “cocaïne”, “synthetische drugs” en “vuurwapens”.
Vervolgens is in de verkregen metadata van de SkyECC accounts, binnen de in het Franse strafrechtelijk onderzoek verkregen en ter beschikking gestelde gegevens, gezocht op de trefwoorden “vuurwapens”, “cocaïne” en “synthetische drugs”. In deze zoektocht kwamen in chatgesprekken van juli en september 2020 hits met de termen “blok”, “stempel”, “boli”, “ice” en “wapens” naar voren die konden worden gelinkt aan de SkyECC accounts ‘ [Sky-account] ’ en ‘ [Sky-account] ’.
In het onderhavige onderzoek (
Musket) is op
28 oktober 2021door de rechter-commissaris machtiging verleend om nader onderzoek te doen naar de via SkyECC accounts ‘ [Sky-account] ’ en [Sky-account] gevoerde communicatie.
De beoordeling van de verweren
De primaire stelling van de verdediging is dat het openbaar ministerie in diverse onderzoeken het heeft doen voorkomen alsof de decryptie-instrumenten, die uiteindelijk hebben geleid tot het kunnen kennis nemen van de talloze via SkyECC accounts gevoerde chatgesprekken, zijn ontwikkeld door de Franse opsporingsdiensten. Verwezen wordt naar een brief van het LP van 13 september 2021, waarin is geschreven:
“
De enkele omstandigheid dat Nederlandse opsporingsambtenaren ten tijde van de ontwikkeling en plaatsing van de interceptietool technische expertise en/of bijstand aan een ander land, in dit geval Frankrijk, hebben geleverd kan er niet toe leiden dat het vertrouwensbeginsel opzij wordt gezet. Die Nederlandse technische inbreng doet immers niets af aan het feit dat de verantwoordelijkheid voor het opsporingsonderzoek geheel bij de Franse autoriteiten ligt: de vorderingen zijn door een Franse rechter getoetst, naar Frans recht. Dat binnen het JIT nauw is samengewerkt is vanzelfsprekend en essentieel voor het opstellen van een gezamenlijk opsporingsteam tussen twee of meerdere landen. Het betekent geenszins dat het Nederlandse Openbaar Ministerie invloed heeft gehad op de beoordeling die in Frankrijk heeft plaatsgevonden door de (onderzoeks)rechter betreffende de wettelijke grondslag voor de inzet van het interceptiemiddel en de daarbij behorende belangenafwegingen.
De rechtmatigheid van het interceptiemiddel, alsmede de inzet daarvan in Frankrijk en de daaruit verkregen SkyECC-data, staat in Nederland niet ter beoordeling en mag worden verondersteld. (…)
In verschillende onderzoeken is door de verdediging gesuggereerd dat de inzet van het interceptiemiddel binnen het Nederlandse onderzoek Argus heeft plaatsgevonden. Deze aanname berust op een misverstand. De inzet van het middel heeft plaatsgevonden op Frans grondgebied, binnen een Frans onderzoek met toepassing van Franse rechterlijke machtigingen.”
Daarbij zou de rol van de Nederlandse opsporingsdiensten bewust zijn onderbelicht en geminimaliseerd om de indruk te wekken dat de decryptie-instrumenten in feite door de Franse opsporingsdiensten zijn ontwikkeld en niet door de Nederlandse opsporingsdiensten.
Dit beeld wordt echter rechtgezet in eerder genoemde brief van het LP van 2 juni 2022, waar onomwonden wordt gesteld dat de bewuste ontsleutelingstechnieken in Nederland zijn ontwikkeld.
In een andere zaak heeft deze rechtbank (in een andere samenstelling) overwogen:
“Met de verdediging stelt de rechtbank vast dat het Openbaar Ministerie in de brief van 30 april 2021 herhaaldelijk heeft gesuggereerd dat de interceptietool door Frankrijk was ontwikkeld en ook door Frankrijk was ingezet. In deze brief heeft het Openbaar Ministerie op geen enkele wijze duidelijk gemaakt dat er een Nederlandse inbreng was bij de ontwikkeling van deze interceptietool, noch wat deze inbreng dan precies inhield. In de brief van 13 september 2021 is het Openbaar Ministerie hier enigszins op teruggekomen en is gesteld dat de enkele omstandigheid dat Nederlandse opsporingsambtenaren ten tijde van de ontwikkeling en plaatsing van de interceptietool technische expertise en/of bijstand aan Frankrijk hebben geleverd er niet toe leidt dat het vertrouwensbeginsel opzij dient te worden gezet. In de brief van 2 juni 2022 is vervolgens meer openheid van zaken gegeven en is een uitgebreide uitleg gegeven over de rol van Nederland bij de hack van SkyECC.
De rol van Nederland bij de hack blijkt achteraf bezien veel groter te zijn geweest dan in de brief van 30 april 2021 door het Openbaar Ministerie werd gesteld. Het Openbaar Ministerie heeft in die brief ook ten onrechte gesteld dat sprake zou zijn van een Franse interceptietool. In die zin heeft het Openbaar Ministerie de rechtbank en de verdediging aanvankelijk onjuist geïnformeerd. Dit maakt echter niet dat de rechtbank van oordeel is dat het Openbaar Ministerie dit bewust heeft gedaan en daarmee een eerlijk verloop van het strafproces zou hebben gefrustreerd. Van bewuste misleiding lijkt geen sprake te zijn geweest. Dit blijkt te meer nu het Openbaar Ministerie zich, evenals de rechtbank, op het standpunt stelt dat het niet uitmaakt of Nederland wel of geen bijstand heeft geleverd bij de ontwikkeling van de interceptietool, aangezien dit niet leidt tot de conclusie dat daarmee de strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor de inzet ervan verschuift van Frankrijk naar Nederland. Nu het leveren van technische bijstand bij de ontwikkeling in dit kader geen juridisch relevante consequenties heeft, kan uit het gegeven dat de informatie hieromtrent niet direct volledig of juist is weergegeven niet worden afgeleid dat het Openbaar Ministerie geprobeerd heeft de rechtbank en de verdediging in hun controlerende taak te misleiden.
De rechtbank vindt wel dat de informatievoorziening door het Openbaar Ministerie te weinig transparant en zeer moeizaam is verlopen. Doordat het Openbaar Ministerie aanvankelijk slechts zeer beperkt informatie verschafte over de Nederlandse inbreng bij de hack van SkyECC, hebben advocaten in meerdere strafzaken door het hele land veel moeite moeten doen om hierover meer duidelijkheid te krijgen. Dit heeft bij de verdediging geleid tot gevoelens van wantrouwen jegens het Openbaar Ministerie. De rechtbank onderkent uiteraard dat de samenstelling van het procesdossier in beginsel aan het Openbaar Ministerie is en dat de betreffende zaaksofficieren van justitie afhankelijk zijn van diverse andere collega-officieren van justitie om hen van informatie te voorzien. Dat neemt niet weg dat het wenselijk was geweest dat het Openbaar Ministerie vanaf het begin duidelijkheid had verschaft en inzage had gegeven in de Nederlandse bijdrage bij de hack van SkyECC, zoals uiteindelijk pas bij brief van 2 juni 2022 is gedaan. De rechtbank concludeert dat het Openbaar Ministerie tekort is geschoten in de informatievoorziening door niet direct openheid van zaken te geven, maar niet zodanig dat hierdoor een ernstige inbreuk is gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde, met name nu de volledige gang van zaken uiteindelijk in de brief van 2 juni 2022 uiteen is gezet.”
Een vergelijkbaar oordeel werd gegeven door de rechtbank Amsterdam:
“De rechtbank ziet in deze Nederlandse betrokkenheid een toenemende mate van bepalende invloed. De Nederlandse inbreng, die speciaal voor dit doel werd ontwikkeld, lijkt cruciaal te zijn geweest voor het welslagen van de interceptie, in die zin dat uiteindelijk ook van de inhoud van de berichten kennis kon worden genomen.”
De rechtbank Amsterdam laat evenwel de vraag in het midden of er sprake is van een vormverzuim, omdat het openbaar ministerie zou hebben nagelaten bij de Nederlandse rechter-commissaris een machtiging te vragen voor de hack/interceptie bij de SkyECC servers in Frankrijk gezien de betrokkenheid van talloze Nederlandse ingezetenen en of het openbaar ministerie niet eerder de rechter-commissaris ex artikel 5.4.18 Sv had moeten adiëren. Zij vervolgt:
“Enig vormverzuim in het niet betrekken van de rechter-commissaris bij de Nederlandse inbreng in de interceptie, raakt de rechtmatigheid van de interceptie door Frankrijk niet. Uit de stukken blijkt immers dat de interceptie (mede) heeft plaatsgevonden in een Frans onderzoek met toestemming van een Franse rechter, zonder dat aan deze toestemming enig gebrek lijkt te kleven. Er bestond dus een geldige rechterlijke titel voor de interceptie.”
“Ten slotte is er geen begin van aannemelijk[heid] dat het OM, zoals door een deel van de verdediging is gesuggereerd, bewust de rechtsmacht van de rechter-commissaris heeft omzeild en voor een U-bochtconstructie heeft gekozen. Het OM heeft de rechter-commissaris immers op meerdere momenten juist wel betrokken, zowel bij het verzoek een image (kopie) te mogen maken als bij het verzoek de ontsleutelde berichten te mogen gebruiken. De gang van zaken rondom de interceptie en daaropvolgende ontsleuteling blijkt bovendien voor een groot deel uit de door het OM verstrekte stukken, wat zich moeizaam met een bewuste misleiding verhoudt. Dat de stukken eerder niet duidelijk waren over de betrokkenheid bij de ontwikkeling en inzet van de interceptietool en dat de informatievoorziening aanvankelijk te summier was, rechtvaardigt nog niet de conclusie dat het OM de rechter-commissaris, de verdediging en de rechtbank bewust verkeerd of onvolledig heeft geïnformeerd.”
De rechtbank in onderhavige zaak verenigt zich met deze aangehaalde overwegingen. Van niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie kan alleen sprake zijn indien de handelwijze van het openbaar ministerie een
onherstelbareinbreuk op het recht op een eerlijk proces heeft teweeg gebracht, die niet op een aan de eisen van een behoorlijke en effectieve verdediging beantwoordende wijze is of kan worden gecompenseerd, waarbij niet hoeft te worden vastgesteld dat de betreffende inbreuk op het recht op een eerlijk proces doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte heeft plaatsgevonden. Indien eventuele vormverzuimen zijn hersteld zodat per saldo wel sprake is van een eerlijk proces, is niet-ontvankelijkverklaring niet meer aan de orde, maar kan wel strafvermindering plaatsvinden. Het gebrek aan transparantie door het openbaar ministerie is naar het oordeel van de rechtbank niet een ernstige inbreuk op het recht op een eerlijk proces.
Per saldo is de rechtbank van oordeel dat de hack c.q. interceptie van (metadata) gegevens van de servers van SkyECC plaatsvond in Frankrijk, in het kader van een Frans opsporingsonderzoek door Franse justitiële autoriteiten. Het interstatelijke vertrouwensbeginsel staat er aan in de weg dat de Nederlandse rechter de juistheid, rechtmatigheid en toelaatbaarheid van deze opsporingshandelingen onderzoekt en beoordeelt. Dat daarbij belangrijke technische ondersteuning door Nederlandse opsporingsdiensten werd verleend doet daar niet aan af. Het blijft immers een beslissing van de Franse justitie om deze ‘interceptie tool’ wel of niet in te zetten.
De rechtbank verwijst hiervoor weer naar een overweging van de rechtbank Gelderland van 20 december 2022 en sluit zich hierbij aan:
“De rechtbank overweegt dat de door de officier van justitie geschetste Nederlandse inbreng aansluit bij de door de rechtbank gedane feitelijke vaststellingen. Die mate van inbreng brengt niet mee dat de strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor de hack (mede) bij Nederland is komen te liggen en het uitgangspunt van het vertrouwensbeginsel moet worden verlaten. Nederlandse opsporingsambtenaren hebben weliswaar een techniek ontwikkeld om een kopie van het werkgeheugen van de server te kunnen maken zonder dat de server offline gaat, alsook de MITM-techniek ontwikkeld waardoor de onderschepte berichten konden worden ontsleuteld, maar deze technieken zijn toegepast door middel van Franse opsporingsbevoegdheden die naar Frans recht zijn getoetst door een Franse rechter. De omstandigheid dat Nederlandse opsporingsambtenaren de interceptietool (mede) hebben ontwikkeld en technische bijstand hebben geleverd, maakt dat niet anders. Evenmin leidt de omstandigheid dat de Franse autoriteiten door middel van hun onderzoek ook bij Nederlandse telefoons zijn binnengedrongen tot de conclusie dat sprake is van onderzoekshandelingen waarvan de uitvoering (mede) onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse autoriteiten is geschied. De bedrijven EncroChat en SkyECC boden digitale diensten aan. Inherent aan digitale dienstverlening is dat deze over traditionele landsgrenzen heengaat. Het begrenzen volgens die traditionele landsgrenzen van een strafrechtelijk onderzoek is naar zijn aard onmogelijk. Ook als (een deel van) de SkyECC-data in dit dossier afkomstig zou zijn van in Frankrijk in beslag genomen servers die voor onderzoek zijn overgebracht naar het laboratorium van het Team High Tech Crime van de Landelijke Eenheid in Driebergen, zoals de verdediging heeft gesteld, brengt die bijstand van Nederlandse opsporingsambtenaren evenmin mee dat sprake is van een uitoefening van Nederlandse opsporingsbevoegdheden op Nederlands grondgebied (Hoge Raad 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:612).” Vanaf het moment dat de hieruit verkregen en gedeelde gegevens concreter werden en individuele gebruikers van SkyECC-accounts in Nederland meer in beeld kwamen, heeft het openbaar ministerie voortdurend machtigingen verzocht en verkregen voor opsporingshandelingen die mogelijk steeds meer de privé-sfeer van die gebruikers zouden kunnen binnendringen. Daarbij is steeds een zorgvuldige afweging gemaakt door de rechter-commissaris en die beslissing wordt door de zittingsrechter in beginsel slechts op zijn rechtmatigheid beoordeeld.Van enige onrechtmatigheid in de beslissingen van de rechter-commissaris is de rechtbank niet gebleken. Er is derhalve geen sprake van (enig) verzuim.
Uit het voorgaande volgt dat alle verweren inzake de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie en bewijsuitsluiting worden verworpen.
3. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1, 2, 3 en 4, niet aan feit 5, omdat uit de bevindingen van het NFI niet volgt dat inbeslaggenomen stoffen strafbaar zijn.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de feiten 1, 2, 3, 4 en 5. Ten aanzien van feit 5 heeft de raadsman gesteld dat na onderzoek van het NFI is gebleken dat de aangetroffen stoffen geen stoffen betreffen die op lijst I van de Opiumwet staan vermeld. Ten aanzien van de feiten 1, 2, 3 en 4 heeft de raadsman zich primair op het standpunt gesteld dat onvoldoende kan worden vastgesteld dat verdachte de gebruiker is van Sky-account [Sky-account] . De raadsman heeft zich ten aanzien van deze feiten subsidiair op het standpunt gesteld dat het bewijs voor deze feiten afkomstig is van één bron, te weten de Sky-berichten. Er zijn geen bewijsmiddelen in het dossier opgenomen die de inhoud van deze berichten ondersteunen waardoor het wettig bewijs ontbreekt, aldus de raadsman.
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 heeft de raadsman zich meer subsidiair op het standpunt gesteld dat er gerede twijfel is of het opzet van de gebruiker van de Sky-accounts [Sky-account] en [Sky-account] tot het plegen van voorbereidingshandelingen aanwezig is. De gebruiker van deze Sky-accounts probeert door het versturen van foto’s en teksten een beeld te creëren dat hij wat voorstelt in de criminele wereld, wat niet overeenkomt met de werkelijkheid. Het kan zijn dat deze gebruiker zich op die manier probeert te profileren als een serieuze speler op de markt, in de hoop dat andere gebruikers ook dit beeld van hem krijgen en hij via die gebruikers iets kan verdienen.
Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsman zich meer subsidiair op het standpunt gesteld dat het slechts twee keer aannemelijk is dat die gebruiker één wapen heeft overgedragen, althans hierbij betrokken was in de zin van medeplegen, en een andere keer een vuurwapen voorhanden had, maar dat overdacht van dat wapen niet is gelukt. Uit de Sky-berichten kan namelijk alleen worden afgeleid dat de gebruiker een Glock 17 voorhanden heeft gehad en gepoogd heeft dat wapen over te dragen. Daarnaast kan uit die berichten worden afgeleid dat de gebruiker betrokken was bij de overdracht van één wapen in Den Haag.
Ten aanzien van het onder feit 4 subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsman gesteld dat uit de Sky-berichten mogelijk een voornemen van de gebruiker blijkt om in vuurwapens te handelen, maar dat er geen sprake is van een strafbare poging tot verhandelen, overdracht en ter beschikking stellen.
Beoordeling door de rechtbank
De identiteit van de gebruiker van Sky-accounts [Sky-account] en [Sky-account] , het Signal-account [gebruikersnaam] en het WhatsApp-account ***
De rechtbank ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of vastgesteld kan worden dat verdachte de gebruiker is van de Sky-accounts [Sky-account] en [Sky-account] , het Signal-account met de gebruikersnaam “
[gebruikersnaam]” en het Whatsapp-account met de gebruikersnaam “
***”.
Uit onderzoek in de aan de politie beschikbaar gestelde systemen is gebleken dat Sky-account [Sky-account] werd gekoppeld aan:
- het IMEI-nummer [IMEI-nummer]
- de gebruikersnaam “[***]> ***> **‘new sky: [Sky-account] , [Sky-account] , [bijnaam] , Print, [bijnaam] , [bijnaam] ”
- IMSI [IMSI-nummer]
Het IMEI-nummer [IMEI-nummer] , behorend bij Sky-account [Sky-account] , was actief van 15 mei 2019 tot 11 oktober 2020. De in deze periode meest gebruikte zendmast staat aan de [adres] . In de genoemde totale periode werd overdag op 81,86 % van de dagen gebruik gemaakt van deze zendmast. In deze periode werd in de nachtelijke uren in 74,75 % van de nachten gebruik gemaakt van deze zendmast.
Uit onderzoek in de aan politie beschikbaar gestelde systemen is gebleken dat Sky-account [Sky-account] werd gekoppeld aan:
- het IMEI-nummer [IMEI-nummer]
- de gebruikersnaam “ [gebruikersnaam] ”
- IMSI [IMSI-nummer]
Het IMEI-nummer [IMEI-nummer] , behorend bij Sky-account [Sky-account] , was actief van 25 september 2020 tot 7 maart 2021. De in deze periode meest gebruikte zendmast staat aan de [adres] . In de genoemde totale periode werd overdag op 98,77 % van de dagen gebruik gemaakt van deze zendmast. In deze periode werd in de nachtelijke uren in 97,5 % van de nachten gebruik gemaakt van deze zendmast.
Op zondag 7 maart 2021 tussen 11:30 en 14:00 uur werd te Duiven de zogeheten IMSI-catcher, zend-ontvangstapparatuur waarmee unieke identificatienummers van GSM/UMTS/LTE apparaten in de nabije omgeving ervan zichtbaar gemaakt kunnen worden, bediend. Het toestel van het Sky-account [Sky-account] bevond zich op dat moment hoogstwaarschijnlijk in perceel [adres] . Dit perceel ligt in de nabije omgeving van de zendmast aan de [adres] , die het meest werd aangestraald door de Sky-accounts [Sky-account] en [Sky-account] .
Op het adres aan [adres] stond verdachte ingeschreven.
In een chatgesprek tussen het Sky-account [Sky-account] en [Sky-account] zijn op 2 december 2020 onder meer de volgende berichten verstuurd:
[Sky-account] : Goedemiddag vriend kale heb je mail van kale voor de E klasse
[Sky-account] : He vriend wat is de bedoeling wat gaan we doen met die E?
[Sky-account] : Ik ben na een kenteken aanhef zoeken zodat we hem kunnen omkatten
[Sky-account] heeft in deze chat diverse foto's van een zwarte Mercedes verstuurd, waarop geen kenteken te zien is.
In een chatgesprek tussen het Sky-account [Sky-account] en [Sky-account] zijn op 29 november 2020 onder meer de volgende berichten verstuurd:
[Sky-account] : Bro over die auto strippen en verkopen
[Sky-account] : Kan ik bij hem langs met die auto?
[Sky-account] : Hij mag m ook voor een mooie bod hebben
[Sky-account] : Is bosnische kenteken
[Sky-account] : E220d
[Sky-account] : 2020bj
In een chatgesprek tussen het Sky-account [Sky-account] en [Sky-account] zijn op 2 december 2020 onder meer de volgende berichten verstuurd:
[Sky-account] : Ik heb een E220d bj 2020 buitenlands kenteken […]
[Sky-account] : Kunnen we afspreken […]
[Sky-account] : Kennen we elkaar straks of morgen tegemoet rijden
[Sky-account] : Broer me rijbewijs is afgepakt.
Op 14 november 2020 werd verdachte gecontroleerd door de politie omdat hij 54 kilometer per uur te hard reed. Hij reed toen in een Mercedes met het Bosnische kenteken [kenteken] . Zijn rijbewijs is toen door de politie ingevorderd en opgestuurd naar het CVOM. Het Bosnische kenteken behoorde bij een zwarte Mercedes met het bouwjaar 2020.
In de woning van verdachte werd een iPhone in beslag genomen. Een verbalisant zag dat het IMEI-nummer van deze telefoon overeenkwam met het bovenvermelde IMEI-nummer dat is gekoppeld aan Sky-account [Sky-account] .
In de bovengenoemde iPhone heeft een verbalisant daarnaast gezien dat onder meer de volgende accounts op het toestel stonden:
- Signal (een privé-berichten app) met Signal-username “
[gebruikersnaam]” en het telefoonnummer + [telefoonnummer] ;
- WhatsApp user [telefoonnummer] @s.whatsapp.net. Dit account gebruikte de naam “
***”
.
Eén van de zogenoemde Apple ID’s van deze iPhone was [mailadres] .
De gebruiker van Sky-account [Sky-account] heeft op 25 september 2020 naar meerdere Sky-contacten het volgende bericht verstuurd: “new sky: [Sky-account] ”.De rechtbank leidt hier uit af dat gebruiker [Sky-account] een nieuw Sky-account heeft, te weten Sky-account [Sky-account] . Dat is immers in de gebruikersnaam van Sky-account [Sky-account] genoemd en geschreven in de berichten die deze gebruiker heeft verstuurd.
In een chatgesprek tussen het Sky-account [Sky-account] vijf andere Sky-gebruikers zijn tussen 1 augustus en 3 augustus 2020 onder meer de volgende berichten verstuurd:
[Sky-account] : We wachten even op [bijnaam] die moet iemand toevoegen […]
[Sky-account] : [bijnaam] kan je me admin maken
[Sky-account] : Dan voeg ik nog iemand toe
[Sky-account] : Heb ik al toch?
[Sky-account] : Nee
[Sky-account] : [bijnaam] , you, me, [bijnaam] , [bijnaam] , [bijnaam]
Op de rijbewijsfoto van verdachte is te zien dat hij een [bijnaam] heeft. Daarnaast heeft verdachte van 1 juni 1992 tot 30 maart 2018 op twee verschillende adressen in Eerbeek ingeschreven gestaan, terwijl – zoals hierboven al is vermeld – in de gebruikersnaam van Sky-account [Sky-account] onder andere ' [bijnaam] ', ' [bijnaam] ' en ‘ [bijnaam] ’ stond vermeld.
In de woning van verdachte werd een Nokia in beslag genomen met twee IMEI-nummers. Eén van deze nummers, [IMEI-nummer] , komt overeen met het IMEI-nummer dat is gekoppeld aan Sky-account [Sky-account] .Uit nader onderzoek is gebleken dat in de simkaarthouder van deze Nokia onder andere bovenvermeld IMEI-nummer met de toevoeging van het cijfer 0 (dus [IMEI-nummer] ) was ingeslagen. Er was ook een simkaart aan dit IMEI-nummer gekoppeld. Een verbalisant heeft beschreven dat door de Providers het Check Digit, een controlegetal dat volgens de zogenoemde Luhn Formule berekening het IMEI-nummer deelbaar maakt door tien en waardoor een echtheidskenmerk ontstaat voor een IMEI-nummer, in het mobiele netwerk als het cijfer 0 wordt weergegeven. Na toepassing van deze Luhn Formule zag de verbalisant dat na het IMEI-nummer dat werd gekoppeld aan Sky-account [Sky-account] , te weten [IMEI-nummer] , het cijfer 0 volgde.
Conclusie
Op grond van deze bewijsmiddelen stelt de rechtbank allereerst vast dat verdachte de gebruiker is van Sky-account [Sky-account] . De telefoon met het IMEI-nummer behorende bij dit Sky-account straalde in de periode 25 september 2020 tot 7 maart 2021 merendeels een zendmast in de nabije omgeving van de woning van verdachte aan. Daarnaast werd het toestel dat gebruik maakte van dit Sky-account op 7 maart 2021 door de IMSI-catcher gedetecteerd in de woning waar verdachte destijds woonde. Het IMEI-nummer van de iPhone die in de woning van verdachte in beslag werd genomen, kwam bovendien overeen met het IMEI-nummer dat is gekoppeld aan dit Sky-account. Verder bevat het genoemde Apple ID dat werd gebruikt met deze iPhone de voornaam, achternaam en een deel van het geboortejaar van verdachte. De gebruiker van dit account bood aan andere gebruikers een Mercedes met bouwjaar 2020 en met een Bosnisch kenteken aan, geeft deze gebruiker aan dat zijn rijbewijs is afgepakt, terwijl het rijbewijs van verdachte minder dan een maand daarvoor werd ingevorderd toen verdachte reed in een Mercedes van het bouwjaar 2020 met een Bosnisch kenteken.
De rechtbank stelt daarnaast vast dat verdachte de gebruiker is van Signal-account “
[gebruikersnaam]” en WhatsApp-account “***”. De iPhone waarop deze accounts werden aangetroffen is immers in de woning van verdachte gevonden, terwijl het IMEI-nummer van deze telefoon zoals gezegd overeenkomt met het IMEI-nummer van de gebruiker van Sky-account [Sky-account] .
Op grond van bovenvermelde bewijsmiddelen stelt de rechtbank ook vast dat verdachte de gebruiker is van Sky-account [Sky-account] . Uit de gebruikersnaam en chats van dit account blijkt immers dat deze gebruiker aansluitend het nieuwe Sky-account [Sky-account] gebruikt. Daarnaast straalde de telefoon met het IMEI-nummer behorende bij dit Sky-account in de periode 15 mei 2019 tot 11 oktober 2020 een zendmast in de nabije omgeving van de woning van verdachte aan en kwam één van de IMEI-nummers van de Nokia die in de woning van verdachte in beslag werd genomen overeen met het IMEI-nummer dat is gekoppeld aan dit Sky-account. Bovendien heeft verdachte van 1 juni 1992 tot 30 maart 2018 op twee verschillende adressen in Eerbeek ingeschreven gestaan, terwijl in de gebruikersnaam van dit Sky-account onder andere ' [bijnaam] ', ' [bijnaam] ' en ‘ [bijnaam] ’ stond vermeld. De rechtbank concludeert hieruit dat de gebruiker van het account [Sky-account] dezelfde persoon is als de gebruiker van het Sky-account [Sky-account] en dat verdachte die persoon is.
Bewijsminimum
Het verweer van de verdediging dat alle in het dossier aanwezige Sky-berichten slechts één wettig bewijsmiddel opleveren zodat niet voldaan is aan het wettelijke bewijsminimum wordt verworpen. In de eerste plaats geldt dat ook als de bewezenverklaring enkel op Sky-berichten zou steunen, dat niet zou betekenen dat artikel 344, eerste lid, onder 5, van het Wetboek van Strafvordering is geschonden, nu het bewijsmiddel waar het ene ‘ander geschrift’ (een Sky-bericht) steun in vindt een tweede ‘ander geschrift’ (een Sky-bericht) mag zijn (HR 28 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:474). Daarnaast is hier van belang dat dat verdachte zowel berichten via de berichtendienst SkyECC heeft verstuurd als via de berichtendiensten Signal en WhatsApp. Verder is er niet slechts één chatgesprek met één ander account beschikbaar, maar gesprekken met verschillende accounts op meerdere data en zijn er afbeeldingen verstuurd die de inhoud van de tekstberichten ondersteunen. Bovendien zijn er (groeps)gesprekken waarin niet alleen berichten van verdachte te lezen zijn, maar ook die van andere deelnemers aan het gesprek. In deze zaak, zoals blijkt uit de verdere inhoud van dit vonnis, is ook tenminste op belangrijke onderdelen sprake van andere bewijsmiddelen die de inhoud van de berichten ondersteunen. Dit alles brengt mee dat er geen sprake is van een dossier bestaande uit slechts één bron of één wettig bewijsmiddel. Begrippenlijst
Met betrekking tot het gebruik van versluierd taalgebruik stelt de rechtbank het volgende voorop. In de gesprekken die hierna door de rechtbank worden aangehaald, is sprake van versluierd taalgebruik, waarvan de betekenis niet uit de letterlijke bewoordingen blijkt. Bij de duiding van dergelijke gesprekken dient behoedzaamheid te worden betracht. Dit brengt mee dat alleen een gesprek kan worden geduid als – in dit geval – handelend over cocaïne of (meth)amfetamine als de inhoud en het onderling verband daarvan en het verband met andere bewijsmiddelen daartoe voldoende basis bieden. In de verschillende chats worden termen gebruikt waarvan het de rechtbank ook ambtshalve bekend is wat daar – in Opiumwetzaken – veelal mee wordt bedoeld. In het dossier bevindt zich ook een verklarende woordenlijst (‘ABC van het drugsjargon’). De verklaringen voor de termen zijn afkomstig van het Cluster Synthetische Drugs van de Landelijke Recherche en is samengesteld door een materiedeskundige op het gebied van synthetische drugs en precursoren. Deze verklaringen zijn gebaseerd op meer dan één informatiebron uit onderzoeken, tapgesprekken, boekhoudingen en ambtshalve verkregen informatie.Hieronder volgt een opsomming van de veelgebruikte termen en hun (mogelijke) betekenis:
- Blokken: hiermee worden in zijn algemeenheid geperste blokken cocaïne bedoeld.
- Colo: hiermee wordt vermoedelijk cocaïne uit Colombia bedoeld.
- Base: dit is de zuivere vorm van een drug, bijvoorbeeld MDMA-base of cocaïnebase. Het zijn in het algemeen olieachtige producten. Soms zijn ze ook gekristalliseerd via een speciaal proces.
- Krijt: dit is een kwaliteitsaanduiding voor cocaïne en het betreft de slechtste soort.
- Tetramisole: dit is een versnijdingmiddel voor cocaïne.
- A-olie: deze term wordt algemeen gebruikt voor afgedraaide olie. Dit is olie (BMK/amfetamine/ MDMA) die uit de productieprocessen/syntheses ontstaat. Afhankelijk van de gevoerde synthese kan dit in het algemeen bijvoorbeeld A-olie van amfetamine, A-olie van BMK en A-olie van MDMA zijn.
- Apaan: deze term wordt gebruikt voor Alpha phenylacetoacetonitrile, een precursor voor BMK en een pre-precursor voor amfetamine.
- BMK: dit is de precursor voor amfetamine/methamfetamine. BMK is in haar verschijningsvorm een olieachtig product en wordt ook vaak aangeduid met B-olie.
- Vacuüm B: hiermee wordt BMK bedoeld die door vacuümdestillatie is verkregen, die extra zuiver is en wordt gebruikt voor productie van methamfetamine.
- Spa blauw: dit is kraakheldere (zeer zuivere) BMK olie, die meestal is verkregen na vacuümdestillatie.
- ICE: dit zijn grote heldere kristallen van 100% zuivere methamfetamine en deze worden ook wel Crystal Meth genoemd. ‘Meth’ is er in twee vormen: 1) het poeder/fijne kristallen, dit is de zwakke variant uit BMK en is 50% zuiver en 2) de grote kristallen, ook wel Chrystal Meth of ICE genoemd en deze zijn 100% zuiver. ICE wordt direct uit efedrine (‘eef’) of uit BMK (‘b’) gemaakt, via reductieve aminering gevolgd door een aparte zuiveringstap met wijnsteenzuur om van 50-50%, 100% zuivere methamfetamine te verkrijgen.
- Efedrine: dit betreft een grondstof voor de productie van methamfetamine.
- ‘ Draaien’ of ‘afdraaien’: dit staat voor het uitvoeren van een productieproces/synthese of een deel ervan, bijvoorbeeld het synthetiseren van amfetamine.
- Keuken: hiermee wordt vaak een lab bedoeld.
- Koken: hiermee wordt het maken van synthetische drugs, in het bijzonder het uitvoeren van de synthese bedoeld.