In deze zaak gaat het om een beroep van eiseres A tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel om de begunstigingstermijn voor asbestsanering te verlengen en tegen een invorderingsbesluit. De rechtbank Gelderland heeft op 9 december 2022 uitspraak gedaan. Eiseres had eerder bezwaar gemaakt tegen besluiten van het college, waaronder een besluit van 1 juni 2018 waarin de begunstigingstermijn tot 1 juli 2018 werd verlengd. Eiseres stelde dat zij niet in staat was om de sanering tijdig uit te voeren vanwege de complexiteit van de werkzaamheden en de drukte bij asbestverwijderingsbedrijven. De rechtbank oordeelde dat de begunstigingstermijn niet onredelijk kort was en dat het college voldoende had gemotiveerd waarom de termijn niet langer kon zijn. Eiseres had niet tijdig om een verlenging van de termijn gevraagd, wat haar in deze zaak niet ten goede kwam. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en droeg het college op om de proceskosten van eiseres te vergoeden, evenals het griffierecht. De uitspraak benadrukt het belang van adequate handhaving en de noodzaak voor overtreder om tijdig actie te ondernemen.