ECLI:NL:RVS:2010:BM2616
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- M.J. van der Zijpp
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom opgelegd door het college van gedeputeerde staten van Gelderland
In deze zaak gaat het om een verzoek om voorlopige voorziening dat is ingediend door [verzoekers] tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Gelderland. Het college had op 30 november 2009 een last onder dwangsom opgelegd, waarbij [verzoekers] binnen twee weken moesten starten met saneringswerkzaamheden op een specifieke locatie in Dieren. De dwangsom was vastgesteld op € 7.500,00 per week, met een maximum van € 45.000,00. Op 18 februari 2010 besloot het college tot invordering van de verbeurde dwangsommen, omdat de werkzaamheden niet conform het saneringsplan waren uitgevoerd.
[Verzoekers] maakten bezwaar tegen dit besluit en vroegen de voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 12 april 2010 werd duidelijk dat [verzoekers] alle redelijke maatregelen hadden genomen om aan de last te voldoen, maar dat er zich onvoorziene omstandigheden hadden voorgedaan, zoals een defect aan de tweede pomp en een aanhoudende vorstperiode die de voortgang van de saneringswerkzaamheden had vertraagd.
De voorzitter overwoog dat het college onvoldoende had gemotiveerd waarom de verbeurde dwangsommen moesten worden ingevorderd, ondanks de bijzondere omstandigheden die [verzoekers] hadden aangevoerd. De voorzitter besloot daarom het besluit van het college van 18 februari 2010 te schorsen en het college te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten van [verzoekers].
De uitspraak werd gedaan op 23 april 2010, waarbij de voorzitter de voorlopige voorziening trof en het college verplichtte om de gemaakte proceskosten en het griffierecht aan [verzoekers] te vergoeden.