In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Gelderland, ging het om de kosten van tandartsbehandelingen die zijn uitgevoerd op een onder bewind gestelde persoon, aangeduid als [onderbewindgestelde]. De eisende partij, Infomedics B.V., had de vorderingen van de tandarts overgenomen en vorderde betaling van de openstaande facturen van [onderbewindgestelde] via de bewindvoerder, Unidos Bewindvoering B.V. De procedure begon met een dagvaarding op 15 juni 2022, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De kern van het geschil draaide om de vraag of Unidos verplicht was om de kosten van de tandartsbehandelingen te betalen, gezien het feit dat de goederen van [onderbewindgestelde] onder bewind stonden.
De rechtbank oordeelde dat Infomedics niet had voldaan aan de substantiëringsplicht en waarheidsplicht, zoals vastgelegd in de artikelen 111 lid 3 en 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank stelde vast dat de dagvaarding niet de relevante informatie bevatte over de bewindvoering en dat de stellingen van Infomedics in de conclusie van repliek niet in de oorspronkelijke dagvaarding waren opgenomen. Dit leidde tot de conclusie dat de nieuwe stellingen van Infomedics buiten beschouwing moesten worden gelaten.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat de vorderingen van Infomedics ongegrond waren, omdat de onder bewind staande goederen niet konden worden aangesproken voor de schulden die tijdens het bewind waren ontstaan. De kantonrechter wees de vordering van Infomedics af en veroordeelde hen in de proceskosten, die op nihil werden begroot, aangezien Unidos zonder procesgemachtigde had geprocedeerd. Dit vonnis werd uitgesproken op 23 november 2022.