Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[opposante]
de besloten vennootschap [geopposeerde] B.V.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
21-9732 van 27 juli 2021;
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 24 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposante, een besloten vennootschap, heeft verzet aangetekend tegen een eerder verstekvonnis van 27 juli 2021, waarin zij was veroordeeld tot betaling van een tandartsrekening van € 1.750,28. De opposante stelt dat zij onder bewind stond ten tijde van het aangaan van de behandelingsovereenkomst met de tandarts en dat de tandarts het register niet heeft geraadpleegd. Hierdoor zou de overeenkomst ongeldig zijn, omdat de toestemming van de bewindvoerder ontbrak. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake was van mentorschap, waardoor artikel 1:458 BW niet van toepassing is. De kantonrechter oordeelt dat de tandarts niet kan terugvallen op derdenbescherming, omdat het bewind in de registers was ingeschreven en de tandarts dit had kunnen weten. De vordering van de geopposeerde tot betaling van de factuur wordt afgewezen, en het verstekvonnis wordt vernietigd. De geopposeerde wordt veroordeeld in de proceskosten van de opposante.