In deze civiele zaak vorderde Infomedics B.V. betaling van tandartskosten van Dichtbij B.V., die als bewindvoerder optreedt over de goederen van een onder bewind gestelde persoon. De vordering betrof een bedrag van € 466,51, vermeerderd met wettelijke rente, voor onbetaalde tandheelkundige behandelingen die de onder bewind gestelde had ondergaan. De kantonrechter moest beoordelen of de kosten verhaald konden worden op de onder bewind staande goederen, gezien de omstandigheden waaronder de tandheelkundige behandeling had plaatsgevonden.
De kantonrechter oordeelde dat de tandarts, die de behandeling had uitgevoerd, het bewind kende of behoorde te kennen, en dat er geen medewerking van de bewindvoerder was geweest bij het aangaan van de behandelovereenkomst. Dit leidde tot de conclusie dat de kosten niet op de onder bewind staande goederen konden worden verhaald, conform artikel 1:440 BW. De kantonrechter benadrukte dat de tandarts het Centraal curatele- en bewindregister had moeten raadplegen voordat hij de behandeling uitvoerde, en dat de verantwoordelijkheid voor het niet vergoeden van de kosten bij de tandarts lag.
De vordering van Infomedics werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de belangrijke rol van de bewindvoerder en de noodzaak voor zorgverleners om zich bewust te zijn van de status van hun patiënten in het kader van bewindvoering.