In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 9 november 2021 uitspraak gedaan over de toekenning van AOW-pensioen aan eiseres, die sinds 7 januari 2020 een pensioen had aangevraagd. De Sociale Verzekeringsbank had haar AOW-pensioen toegekend naar de norm voor een gehuwde, ondanks dat eiseres en haar partner sinds 26 mei 2015 van tafel en bed gescheiden leven. Eiseres voerde aan dat zij en haar partner ieder hun eigen leven leiden en dat er geen sprake is van een duurzame relatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beperkte financiële en andere hulp van eiseres aan haar partner en het summiere contact tussen hen onvoldoende zijn om te concluderen dat zij nog als gehuwd kunnen worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was dat eiseres en haar partner duurzaam gescheiden leven, en dat de Sociale Verzekeringsbank ten onrechte had geconcludeerd dat eiseres recht had op AOW-pensioen naar de norm voor een gehuwde. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen, waardoor eiseres recht heeft op AOW-pensioen naar de norm voor een alleenstaande. Tevens is de Sociale Verzekeringsbank veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.