Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
tussenuitspraak van de meervoudige kamer van 30 juli 2021
[B]te [plaats B] ,
Rechtbank Gelderland
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 30 juli 2021, wordt de heroverweging van een indicatiebesluit voor langdurige zorg besproken. Eiser, vertegenwoordigd door zijn curator, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het CIZ dat hem geen aanspraak meer verleende op zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Het primaire besluit had eiser met ingang van 27 mei 2020 in aanmerking gebracht voor zorg, maar na heroverweging werd dit besluit herroepen. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd is, vooral met betrekking tot de vraag of eiser blijvend behoefte heeft aan 24 uur zorg in de nabijheid ter voorkoming van ernstig nadeel. De rechtbank stelt vast dat de medisch adviseur van verweerder, drs. I. Dammar, niet voldoende heeft onderbouwd waarom eiser niet aan de voorwaarden voor Wlz zorg voldoet. De rechtbank geeft verweerder de gelegenheid om het gebrek in de motivering te herstellen binnen zes weken na verzending van de tussenuitspraak. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.