3.1.[eiser] verzoekt – na wijziging van eis – dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is geëindigd als gevolg van het gegeven ontslagbesluit van 30 december 2019 van Avantes als gevolg van het ontbreken van een benoemingsbesluit van [eiser] tot statutair bestuurder;
II. voor het geval de rechtbank van oordeel is dat [eiser] wel als statutair bestuurder van Avantes heeft te gelden, het ontslagbesluit van 30 december 2019 vernietigt;
III. het ontslagbesluit van 30 december 2019 van Avantes Holding vernietigt;
IV. in geval van toewijzing van het verzochte onder I., II./III. Avantes veroordeelt tot betaling aan [eiser] van het salaris van € 9.357,49 bruto per maand, te vermeerderen met vakantiegeld, opbouw pensioenrechten, overige sociale verzekeringen en overige emolumenten (waaronder: a. gebruik van de inmiddels ingeleverde auto – Volvo VC-90 met kenteken [nummer] een gelijkwaardige auto; b. recht op een bonus, en c. recht op de optieregeling) vanaf 1 maart 2020 tot aan het moment waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd en [eiser] in staat stelt om de bedongen arbeid te verrichten, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag (een dagdeel daaronder begrepen) dat Avantes daarmee in gebreke blijft;
V. in geval van toewijzing van het verzochte onder I., II./III. Avantes verplicht [eiser] binnen 24 uur na deze uitspraak tot te laten tot de overeengekomen werkzaamheden, tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag (een dagdeel daaronder begrepen) voor elke dag dat Avantes daar mee in gebreke blijft;
VI. voor het geval de arbeidsovereenkomst naar het oordeel van de rechtbank per 1 maart 2020 tot een einde is gekomen:
a. Avantes veroordeelt aan [eiser] uiterlijk per 1 maart 2020 een billijke vergoeding te betalen van € 704.372,87 bruto, althans een door de rechtbank te bepalen billijke vergoeding;
b. Avantes veroordeelt tot betaling – binnen twee weken na deze uitspraak – van de transitievergoeding van € 33.616,00 zoals vermeld onder randnummer 14. van het verzoekschrift;
c.
primairvoor recht verklaart dat Avantes krachtens artikel 7:653 lid 4 BW geen rechten kan ontlenen aan het in de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentiebeding (artikel 8 van de arbeidsovereenkomst);
subsidiairhet concurrentiebeding geheel vernietigt op grond van artikel 7:653 lid 3 sub b BW, dan wel de werking van het tussen partijen overeengekomen concurrentie- en relatiebeding in tijdsduur te matigen tot zes maanden na einddatum arbeidsovereenkomst en de reikwijdte te beperken tot een straal van 20 km;
meer subsidiairAvantes veroordeelt tot het betalen van een vergoeding ex artikel 7:653 lid 5 BW ter hoogte van € 9.357,49 bruto per maand te vermeerderen met 8% vakantiegeld, dan wel een ander door de rechtbank te bepalen bedrag, gedurende de periode waarin [eiser] door Avantes aan het concurrentie- of relatiebeding wordt gehouden;
d. voor recht verklaart dat Avantes Holding de bonus over 2019 aan [eiser] verschuldigd is;
e. Avantes Holding veroordeelt aan [eiser] uiterlijk per 1 april 2020 de verificatoire bescheiden (in het bijzonder de zogenaamde consolidation sheet voor het opstellen van de jaarrekening) doen toekomen op basis waarvan de bonus kan worden berekend, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag (een dagdeel daaronder begrepen) voor elke dag dat Avantes Holding daarmee in gebreke blijft, en
f.
primairAvantes Holding veroordeelt tot betaling aan [eiser] – binnen één week na deze uitspraak - van de bonus van € 32.000,00 bruto;
subsidiairAvantes Holding veroordeelt tot:
a. afgifte van het door Baker Tilly (de accountant van) Avantes Holding goedgekeurde en getekende financieel verslag 2019 (het gehele accountantsrapport 2019 en de gehele jaarrekening 29019, inclusief toelichting, balans en winst-, en verliesrekening), zowel van Avantes Holding alsook van Avantes, binnen één week na deze uitspraak, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor elke kalenderdag (een dagdeel daaronder begrepen) dat Avantes Holding daarmee in gebreke blijft;
b. betaling aan [eiser] - binnen één week na deze uitspraak - van de bonus tot een bedrag dat op basis van de hiervoor sub a. genoemde gegevens kan worden berekend;
VII. Avantes en Avantes Holding hoofdelijk veroordeelt tot betaling van een schadevergoeding van € 5.174,26 inclusief BTW ter zake van de door [eiser] gemaakte advocaatkosten;
IX. Avantes Holding en Avantes hoofdelijk veroordeelt in de kosten van deze procedure, het salaris van de gemachtigde daaronder begrepen;
X. Avantes Holding en Avantes veroordeelt tot betaling aan [eiser] van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot de dag van algehele voldoening.