ECLI:NL:RBGEL:2019:910

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 maart 2019
Publicatiedatum
5 maart 2019
Zaaknummer
05/780003-18 en 05/780046-18
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mensenhandel en mensensmokkel; veroordeling tot gevangenisstraf wegens witwassen en mensensmokkel

Op 5 maart 2019 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van mensenhandel, mensensmokkel en witwassen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen van mensenhandel en mensensmokkel, maar hem wel veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden wegens witwassen. De zaak betrof de verdachte die Moldavische vrouwen naar Nederland had vervoerd, waarbij de vrouwen illegaal in de prostitutie wilden werken. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de mensenhandel en mensensmokkel, maar dat de verdachte wel betrokken was bij het witwassen van illegale inkomsten. De rechtbank heeft de betrouwbaarheid van de verklaringen van de slachtoffers kritisch beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet voldoende steun boden voor de beschuldigingen. De verdachte werd echter wel schuldig bevonden aan het witwassen van geld dat afkomstig was uit illegale prostitutiewerkzaamheden. De rechtbank heeft de strafmaat gematigd, rekening houdend met de beperkte rol van de verdachte in de prostitutie en zijn eerdere strafblad.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers : 05/780003-18 en 05/780046-18 (gevoegd ter terechtzitting)
Datum uitspraak : 5 maart 2019
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
raadsvrouw: mr. A. Petrescu, advocaat te Amsterdam.
Dit vonnis is met betrekking tot parketnummer 05/780003-18 gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 23 april 2018, 16 juli 2018, 8 oktober 2018 en 18 en 19 februari 2019. Met betrekking tot parketnummer 05/780046-18 is dit vonnis gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 16 juli 2018, 8 oktober 2018 en 18 en 19 februari 2019.

1.De inhoud van de tenlastelegging

De inhoud van de tenlastelegging is te vinden in de bijlage bij dit vonnis, en omvat kort weergegeven de navolgende verdenkingen:
-
ten aanzien van parketnummer 05/780003-18,
 feit 1: (mede)plegen van mensenhandel met betrekking tot [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ;
 feiten 2 en 3: (mede)plegen van mensensmokkel respectievelijk poging tot illegale tewerkstelling met betrekking tot [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ;
 feit 4: (mede)plegen van mensenhandel met betrekking tot [slachtoffer 4] ;
 feit 5: (mede)plegen van witwassen;
-
ten aanzien van parketnummer 05/780046-18,
 feit 1: (mede)plegen van mensenhandel met betrekking tot [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] ;
 feit 2: (mede)plegen van mensensmokkel respectievelijk illegale tewerkstelling met betrekking tot [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] .
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
2.1
Betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 4]
De verklaringen van [slachtoffer 4] worden door de officier van justitie beschouwd als een belastend bewijsmiddel ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten. De verdediging stelt zich daarentegen op het standpunt dat haar verklaringen als leugenachtig en dus niet als betrouwbaar aangemerkt kunnen worden. Zij moeten daarom van het bewijs worden uitgesloten.
De rechtbank zal derhalve eerst de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 4] beoordelen, alvorens op de ten laste gelegde feiten in te gaan.
De rechtbank overweegt allereerst dat [slachtoffer 4] op 19 januari 2018 gelijktijdig met verdachte is aangemerkt als (mede)verdachte. Zij is enkele malen gehoord als verdachte. Op 5 februari 2018 is kennelijk (p. 4 van map 5) de strafzaak tegen haar geseponeerd met sepotcode 01 (“ten onrechte als verdachte aangemerkt”). Ook daarna is zij meermalen gehoord, zowel tijdens intakegesprekken met de politie als tijdens getuigenverhoren bij de politie en bij de rechter-commissaris.
Voorts overweegt de rechtbank dat [slachtoffer 4] op 26 januari 2018 een usb-stick in haar vagina bleek te hebben verstopt. Bij het passeren van de “pieppoort” bleef deze telkens piepen ter hoogte van haar heupen. [slachtoffer 4] heeft daarbij telkens ontkend dat zij iets had verstopt. Omdat zij niet eerder naar de wc mocht dan nadat zij gepakt had wat zij verstopt had, haalde [slachtoffer 4] vervolgens een usb-stick uit haar vagina (p. 245 van map 8). Uit later onderzoek is gebleken dat deze usb-stick informatie bevatte die mogelijk betrekking had op prostitutie-activiteiten. Een dag voordat deze usb-stick bij [slachtoffer 4] is aangetroffen, is zij - als mogelijk slachtoffer - gehoord in het kader van een ‘intakegesprek mensenhandel’. Tijdens dat gesprek op 25 januari 2018 heeft zij niets verklaard over de usb-stick en evenmin heeft zij belastend verklaard over verdachte.
De rechtbank concludeert dat [slachtoffer 4] tussen 19 januari 2018 en 26 januari 2018 kennelijk veel moeite heeft gedaan om mogelijk belastend bewijsmateriaal verborgen te houden, terwijl zij toen nog niet belastend had verklaard over verdachte.
In haar tweede intakegesprek op 31 januari 2018 heeft [slachtoffer 4] weliswaar over die usb-stick verklaard dat [slachtoffer 1]
(de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1] )die usb-stick van verdachte had gekregen, waarna [slachtoffer 1] de usb-stick op 19 januari 2018 aan [slachtoffer 4] had gegeven (p. 237 van map 8). Maar deze verklaring van [slachtoffer 4] vindt geen enkele steun in de verklaring van [slachtoffer 1] , noch in enig ander bewijsmiddel. Niet uit te sluiten valt dan ook dat [slachtoffer 4] slechts in haar eigen voordeel bewijsmateriaal probeerde te verbergen.
De rechtbank constateert verder dat [slachtoffer 4] tot haar tweede intakegesprek op 31 januari 2018 niet belastend heeft verklaard over verdachte.
Tijdens haar verhoren als getuige op 5, 8 en 20 februari 2018, derhalve nadat de strafzaak tegen haar was geseponeerd, is [slachtoffer 4] wel belastend over verdachte gaan verklaren. Tijdens deze verhoren verklaarde zij over dwang en mishandeling door verdachte, waarvan de rechtbank echter heeft geconstateerd dat hiervoor geen steun in enig ander bewijsmiddel te vinden is.
Wel is de rechtbank ter terechtzitting van 18 februari 2019 opgevallen dat de verhoorders tijdens het tweede intakegesprek op 31 januari 2018 aan [slachtoffer 4] hebben gevraagd, kennelijk doelend op verdachte: ‘Zou je ons willen helpen om hem langer vast te houden?’, waarop [slachtoffer 4] heeft geantwoord niet te weten wat ze dan zou moeten doen, omdat ze hem niet persoonlijk kent. Dit volgt uit de in het procesdossier gevoegde brief van de raadsvrouw aan de officier van justitie d.d. 12 februari 2019, waarin wordt beschreven welke verklaringen wel op de geluidsopnames te horen zijn, maar niet in het desbetreffende proces-verbaal zijn opgenomen (p. 6 bovenaan).
Voorts is de rechtbank opgevallen dat [slachtoffer 4] in haar derde intakegesprek op 1 februari 2018 van de verbalisanten de keuze heeft gekregen tussen een verhoor als verdachte of een verhoor als slachtoffer, waarna [slachtoffer 4] koos voor een verhoor als slachtoffer, met andere verhoorders. Ook dit volgt uit de hiervoor bedoelde brief van de raadsvrouw aan de officier van justitie d.d. 12 februari 2019 (p. 11, 2e helft). Later in dat gesprek werd [slachtoffer 4] door de verhoorders ogenschijnlijk voor de keuze gesteld tussen vrijheid of gevangenschap (p. 13 bovenaan, genoemde brief d.d. 12 februari 2019 van de raadsvrouw aan de officier van justitie).
In haar intakegesprekken heeft [slachtoffer 4] wel belastend verklaard over een vrouw, genaamd [betrokkene 1] (
de rechtbank begrijpt in dit geval: [betrokkene 1]). [slachtoffer 4] was in 2017 via ‘ [betrokkene 1] ’ en een Moldavische man in de prostitutie in Nederland terecht gekomen (p. 234 van map 8), zij was bang voor ‘ [betrokkene 1] ’ en zij moest de helft van haar verdiensten plus woninghuur afstaan aan ‘ [betrokkene 1] ’ (p. 237 van map 8). Het is de rechtbank opgevallen dat [slachtoffer 4] niet meer dergelijke belastende verklaringen over ‘ [betrokkene 1] ’ heeft afgelegd, nadat zij belastend is gaan verklaren over verdachte. De rechtbank acht het niet geloofwaardig dat ‘opeens’ de rol van [betrokkene 1] , die wel overigens in het procesdossier naar voren komt, niet meer van belang zou zijn voor [slachtoffer 4] .
Voorts heeft [slachtoffer 4] op 20 februari 2018 verklaard dat zij één van de Oekraïense vrouwen, te weten [slachtoffer 5] , herkende als een vrouw die naar Nederland kwam om te werken (
de rechtbank begrijpt: in de prostitutie) (p. 260 van map 8). Ter terechtzitting van 18 februari 2019 is de rechtbank echter gebleken dat [slachtoffer 4] ook heeft verklaard dat in werkelijkheid deze vrouwen
niet hebben gewerkt(
de rechtbank begrijpt: in de prostitutie). Ook dit volgt uit een niet in het desbetreffende proces-verbaal van getuigenverhoor opgenomen verklaring, welke verklaring wel door de raadsvrouw op de geluidsopnames is gehoord (genoemde brief aan de officier van justitie d.d. 12 februari 2019, p. 14 bovenaan).
Verder overweegt de rechtbank dat [slachtoffer 4] tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd over haar verdiensten en over het aandeel van haar verdiensten dat zij heeft meegenomen, dan wel overgeboekt naar het buitenland. Deze verklaringen lijken niet te stroken met de aangetroffen ‘boekhouding’ (zijnde de aantekeningen die door de rechter-commissaris zijn gekopieerd), respectievelijk met de bedragen die op 19 januari 2018 in de auto zijn aangetroffen en waarvan [slachtoffer 4] heeft verklaard dat het haar geld betrof. Bovendien strookt dit alles niet met haar latere verklaringen dat zij vanaf een bepaald moment in 2017 al haar verdiensten aan verdachte heeft moeten afstaan.
De rechtbank overweegt tot slot dat [slachtoffer 4] op 5 februari 2018 tijdens haar eerste verhoor als getuige heeft verklaard dat weinig van wat zij eerder heeft gezegd waar is. Zij had gelogen, omdat zij bang zou zijn (p. 258 van map 8). Dit roept de vraag op in hoeverre hetgeen zij nadien heeft verklaard wel betrouwbaar kan worden geacht.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op het vorenstaande, niet van de juistheid van de verklaringen van [slachtoffer 4] kan worden uitgegaan. De rechtbank zal de verklaringen van [slachtoffer 4] dan ook uitsluiten van het bewijs, nu zij onvoldoende geloofwaardig zijn.
2.2
Ten aanzien van parketnummer 05/780003-18
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank vast dat verdachte op 19 januari 2018 op de A12 bij Zevenaar is aangehouden. Hij bestuurde op dat moment een Audi A8 met het Britse [kenteken] . Bij hem in de auto zaten [slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum 2] ), [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 3] ), [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 4] ) en [slachtoffer 3] ( [geboortedatum 5] ). Alle vrouwen zijn van Moldavische nationaliteit. [2] Zij hebben gereisd via Roemenië, Hongarije, Oostenrijk en Duitsland. [3]
2.2.1
Met betrekking tot de feiten 1 tot en met 3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten, waarbij alle drie de feiten betrekking hebben op [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . Hiertoe heeft de officier van justitie aangevoerd dat uit het dossier blijkt dat verdachte zich al jaren bezighoudt met mensenhandel. Uit onderzoek naar de telefoons van verdachte blijkt dat er veel erotische foto’s op zijn telefoon(s) staan en dat er gesprekken in staan die betrekking hebben op het ronselen van vrouwen, het tewerkstellen van vrouwen in de prostitutie en het zoeken van werkadressen. Volgens de officier van justitie was verdachte degene die seksadvertenties regelde. Dit volgt uit onderzoek naar de websites en de IP-adressen waar vandaan op de websites werd ingelogd. Verdachte zorgde ook voor een onderkomen voor de vrouwen. De vrouwen moesten een deel van hun inkomsten aan verdachte afstaan. Verdachte was verder betrokken bij klantcontacten. Dat duidt er op dat hij ook behulpzaam was bij het binnen Nederland brengen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , aldus de officier van justitie.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder feit 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van de onder 2 ten laste gelegde mensensmokkel heeft de verdediging aangevoerd dat [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] alle drie hebben verklaard dat zij op vakantie wilden gaan in België. Omdat zij in het bezit zijn van een biometrisch paspoort, waren zij dan ook gedurende hun vrije termijn (de eerste drie maanden van hun verblijf) legaal in Nederland. Bovendien hebben zij de reis- en verblijfskosten gedeeld. Volgens de verdediging blijkt nergens uit dat deze vrouwen zich zouden gaan prostitueren in Nederland. Zo is niet gebleken van berichten tussen deze vrouwen en verdachte, berichten van verdachte met anderen over deze vrouwen en/of van foto’s van deze vrouwen in de telefoon(s) van verdachte. Weliswaar staan er foto’s van deze vrouwen op de usb-stick die [slachtoffer 4] verborgen hield, maar [slachtoffer 4] is de enige die heeft verklaard dat die foto’s in opdracht van verdachte zijn genomen. Dit blijkt echter nergens uit. Ook blijkt nergens uit dat die foto’s bedoeld waren voor prostitutiewerkzaamheden of dat verdachte op enig moment in het bezit is geweest van die usb-stick.
Beoordeling door de rechtbank
Voor de beoordeling van de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten is van belang vast te stellen met welk doel [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zich in Nederland in de auto bevonden die verdachte bestuurde. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
Doel van de reis
Onder punt 2.2 is reeds vastgesteld dat [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] samen met [slachtoffer 4] en verdachte op 19 januari 2018 op de A12 in een Audi A8 reden, waarbij verdachte de chauffeur was. Uit het dossier komt verder naar voren dat zij vanuit Moldavië kwamen en dat zij gezamenlijk gedurende drie dagen naar Nederland zijn gereisd. [4] In de kofferbak van de Audi A8 is een hoeveelheid lingerie aangetroffen en diverse artikelen die bestemd (kunnen) zijn voor seksuele gedragingen. [5] [slachtoffer 4] heeft een usb-stick verborgen gehouden, die zij in eerste instantie heeft geweigerd af te geven. [6] Op deze usb-stick zijn foto’s aangetroffen waarop [slachtoffer 4] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] in lingerie staan. [7] Ook verdachte staat op enkele foto’s, alleen of samen met [slachtoffer 4] . [8] De foto’s op de usb-stick zijn gemaakt op 17 januari 2018 in een hotelkamer van het [naam 1] Hotel in Tulcea in Roemenië. [9] Op 18 januari 2018 heeft via WhatsApp het volgende gesprek plaatsgevonden tussen “ [naam 3] ” met nummer [telefoonnummer 1] en [slachtoffer 3] met nummer [telefoonnummer 2] : [10]
Verzender
Ontvanger
Datum & Tijd
Bericht
Vertaling
[naam 3]
[slachtoffer 3]
18-1-2018 13:06:13
Mie de la început tot îmi era greu ca sta barbatimo I cumnatul i ma asteaptǎ da ma fut
Ik vond het steeds vanaf het begin zwaar omdat mijn man en mijn schoonbroer op mij wachtten zodat ik kon neuken
[naam 3]
[slachtoffer 3]
18-1-2018 13:06:13
Dar asta e
Maar het is zo
[naam 3]
[slachtoffer 3]
18-1-2018 13:06:26
Nimeni nu face din plǎcere
Niemand doet het voor het plezier
[naam 3]
[slachtoffer 3]
18-1-2018 13:06:31
Pentru bǎnuți
Voor centen
[slachtoffer 3]
[naam 3]
18-1-2018 13:08:12
Sper sa înțeleagǎ ca munca e munca și lucru e lucru , mie tot îmi place de el , dar una ca sa înțeleagǎ munca
Ik hoop te begrijpen dat werk gewoon werk is, arbeid, arbeid is en ik vind hem nog steeds leuk, maar hij moet het werk begrijpen
[naam 3]
[slachtoffer 3]
18-1-2018 13:12:11
Ȋnțelege!! Mie tot mi era Rușine sa i spun esi cumnate ca am fraier client dar dupǎ el înțelege asta la ei nu-i ceva. De ascuns
Hij begrijpt het!!! Ik schaamde me om te vertellen het is ook schoonbroer dat ik een sukkelklant heb, maar hij begrijpt het daarna, bij hen is dit niets om te verhullen
[naam 3]
[slachtoffer 3]
18-1-2018 13:12:53
Ei și știu fac faci bǎnuți mulți cu munca asta și îți faci asa
Ze weten het ook maken je maakt veel centen met dit werk en dat je zo wilde
[naam 3]
[slachtoffer 3]
18-1-2018 13:13:05
Prim munca asta devi om bogata
Met dit werk wordt je rijk
[naam 3]
[slachtoffer 3]
18-1-2018 13:13:15
Și pofte împlinite
En je vervult je begeerte
[slachtoffer 3]
[naam 3]
18-1-2018 13:13:26
Cu räbdarea treci i marea
Met geduld kom je ver
[naam 3]
[slachtoffer 3]
18-1-2018 13:13:52
Putere i capul sus
Sterkte en hoofd omhoog
[slachtoffer 3]
[naam 3]
18-1-2018 13:14:02
Ma voi starui
Ik zal mijn best doen
Telefoonnummer [telefoonnummer 1] is in gebruik bij [slachtoffer 4] . [11] De rechtbank leidt uit dit gesprek af dat [slachtoffer 4] bezig is geweest [slachtoffer 3] te motiveren om zich te prostitueren.
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zijn op 25 januari 2018 stelselmatig geobserveerd door de verbalisanten. Die dag zijn zij in Arnhem bij een man in de auto gestapt en naar het adres [adres 1] in Haarlem gereden. De vrouwen zijn daarna gezien in de tuin van [adres 1] . Naast deze tuin ligt een woonboot. [12] De telefoons van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] hebben in elk geval 25 januari 2019 ’s avonds een zendmast in Haarlem aangestraald. Vanaf 26 januari 2018, 12:26 uur, hebben zij een zendmast in Utrecht aangestraald. Het Imei-nummer van [slachtoffer 3] is [Imei-nummer 1] . [13] Zij is op 26 januari 2018 om 12:46:13 gebeld door een man. Tijdens dit gesprek werd onder meer het volgende besproken (
V is [slachtoffer 3] , M is de man): [14]
“V: Aa!! [verdachte] gaat ook naar Roemenië? Ja?
M: Dat weet ik niet zeker. Weet ik niet.
V: Goed.
M: Snap je..
V: Ja.
M: Het heeft geen zin dat jullie daar blijven. Als jullie toch niet gaan starten met werken
dan heeft het geen zin om daar te blijven zonder reden.
V: Ja. Ja. Moet wel.
M: Snap je?
V: Ja. Goed dan.”
Hoewel zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] als [slachtoffer 3] ten overstaan van de politie heeft verklaard slechts op vakantie naar België te zijn en nooit als prostituee werkzaam te willen zijn, is de rechtbank op grond van de hiervoor genoemde omstandigheden, in onderlinge samenhang beschouwd, van oordeel dat de vrouwen wel degelijk richting Nederland zijn gereisd om zich hier te prostitueren. De rechtbank gaat er daarbij vanuit dat in het telefoongesprek met het woord “daar” zoals genoemd door de beller wordt gedoeld op het adres in Haarlem, nu vast staat dat de vrouwen daar naartoe zijn gebracht op 25 januari 2018 en zij daar vermoedelijk ook overnacht hebben. Van de woonboot op het adres [adres 1] te Haarlem is bekend dat hier in december 2017 prostitutiewerkzaamheden werden verricht door onder meer [slachtoffer 4] . [15]
2.2.1.1 Met betrekking tot feit 1
Toetsingskader
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 273f, eerste lid aanhef, sub 1 en sub 3 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). De wettekst in sub 1 stelt expliciet de voorwaarde voor strafbaarheid dat sprake is van (oogmerk van) uitbuiting. Hoewel die voorwaarde voor strafbaarheid niet expliciet in sub 3 wordt genoemd, moet ook voor strafbaarheid van hetgeen is vermeld in sub 3 worden uitgegaan van “oogmerk van uitbuiting”. De Hoge Raad heeft immers in zijn arrest van 17 mei 2016, ECLI:NL:HR: 2016:857, NJ 2016/314, overwogen dat de in artikel 273f, eerste lid aanhef sub 3, Wetboek van Strafrecht omschreven gedragingen alleen strafbaar zijn als zij zijn begaan onder omstandigheden waarbij uitbuiting kan worden verondersteld.
In zijn arrest van 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7099, NJ 2010/598, heeft de Hoge Raad overwogen dat bij beantwoording van de vraag of sprake is van uitbuiting onder meer betekenis toekomt aan de aard en duur van de werkzaamheden, de beperkingen die zij voor betrokkene meebrengt en het economisch voordeel dat daarmee wordt behaald door degene die als verdachte is aangemerkt. Bij de weging van deze en andere relevante factoren dienen de in de Nederlandse samenleving geldende maatstaven als referentiekader te worden gehanteerd.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank moeten beoordelen of verdachte het oogmerk van uitbuiting van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft gehad, dan wel of hij hen heeft uitgebuit. De rechtbank overweegt hiertoe dat uit het procesdossier niet blijkt van afspraken tussen verdachte en de drie vrouwen over prostitutie. In het bijzonder valt uit de bewijsmiddelen niet af te leiden in welke mate verdachte betrokken zou zijn geweest bij de (beoogde) prostitutie van deze vrouwen. Indien hiervan al sprake zou zijn, valt bovendien niet uit de bewijsmiddelen af te leiden in welke mate verdachte hiervan zou profiteren. De rechtbank heeft op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting dan ook niet de overtuiging dat sprake was van uitbuiting – of enig oogmerk daartoe – van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] door verdachte. Nu derhalve niet is voldaan aan de voorwaarden van de onder feit 1 ten laste gelegde mensenhandel, zal de rechtbank verdachte ten aanzien van dit feit geheel vrijspreken.
2.2.1.2 Met betrekking tot feit 2
Verdachte heeft zich tijdens zijn verhoren door de Koninklijke Marechaussee en ter terechtzitting grotendeels op zijn zwijgrecht beroepen. Wel heeft hij verklaard dat de in beslag genomen Samsung telefoon van hem is. [16] Ook heeft hij verklaard te weten dat er heel veel meisjes uit Moldavië zijn die (vrijwillig) in Nederland in de prostitutie zitten. [17]
Onder verdachte is een Samsung Galaxy S5 met IMEI-nummer [Imei-nummer 2] in beslag genomen. [18] Uit onderzoek naar de simkaart in dit toestel is naar voren gekomen dat diverse WhatsApp-gesprekken zijn gevoerd door [telefoonnummer 3] met anderen. De rechtbank gaat er vanuit dat ‘ [telefoonnummer 3] ’ verdachte betreft, gelet ook op zijn verklaring dat de in beslag genomen Samsung van hem is.
In de periode 19 oktober 2017 tot en met 16 januari 2018 heeft verdachte een gesprek gevoerd met [telefoonnummer 4] waarbij hij huizen probeerde te regelen. Zo heeft verdachte op 19 oktober 2017 om 14:34:14 uur geappt: “But still next Friday it’s possible to take Some one house?”. [19] Op 23 oktober 2017 om 12:10:30 heeft verdachte geappt: “When I can come for house?”. [20]
Met [telefoonnummer 5] heeft verdachte op 21 december 2017 het volgende gesprek gevoerd, waarbij de uitgaande berichten met de telefoon van verdachte zijn verstuurd: [21]
In-/uitgaand
Datum-tijd
Bericht
Vertaling
uit
21-12-2017 0:47:10
Ai facut si profile celalant frate
Heb je die andere profiel ook gemaakt?
in
21-12-2017 0:48:13
Acum am ajuns acasǎ de fapt in fata uii
Ik ben eigenlijk nu thuis aangekomen, voor de deur
uit
21-12-2017 0:48:37
Reuseti sa il faci pana maine
Lukt het je om het te gaan maken tot morgen?
uit
21-12-2017 0:48:50
Poate cere si verificarea pana pleci tu
Misschien vereist ook de verificatie tot je weggaat
in
21-12-2017 0:49:07
Ȋl bag acum
Ik zal het nu doen
in
21-12-2017 0:49:21
Ca ei mâine dimineaa in jur de 10 o sa ceara verificare
Omdat ze morgenochtend rond 10 uur om de verificatie gaan vragen.
uit
21-12-2017 0:49:25
[naam 2] pune numele
Zet de naam [naam 2]
in
21-12-2017 0:49:36
Tu sa Pregǎteti pozele
Je bereidt de foto’s voor
in
21-12-2017 0:49:40
I când ȋi zic mi le dai
Wanneer ik het zeg ga je het aan me geven
uit
21-12-2017 0:49:51
EU pasa in 12 itit dau pozele cu pasaportu si ziaru
Ik tot 12 uur geef ik je de foto’s met de paspoort en de krant
in
21-12-2017 0:49:51
Perfect
Perfect
uit
21-12-2017 0:50:27
Bine frate mersi mult
Goed broer super bedankt
Op 21 december 2017 om 21:28:16 heeft verdachte een screenshot van een advertentie op www.Kinky.nl naar [telefoonnummer 5] geappt. Daarna heeft verdachte het volgende gesprek met [telefoonnummer 5] gevoerd: [22]
In-/uitgaand
Datum-tijd
Bericht
Vertaling
uit
21-12-2017 21:28:27
La verificat si ju la acceptat?
Is die geverifieerd en geaccepteerd?
uit
21-12-2017 21:28:34
Sau nu la verificat inca
Of is nog niet geverifieerd
in
21-12-2017 21:30:08
Ȋncǎ nu
Nog niet
in
21-12-2017 21:30:09
Mâine
Morgen
uit
21-12-2017 21:13:30
Aa ok
Aaa oke
In de map “images” van de telefoon van verdachte zijn ongeveer tweehonderd afbeeldingen gevonden van sms-berichten waarin adressen worden doorgegeven. [23] Aan sommige van die sms-berichten zijn aanvullende gegevens toegevoegd. Zo is aan het adres van afbeelding-nummer 21940 toegevoegd: “350 allin (suck and fuck without condom. plss.” [24] Afbeelding- nummer 22856 bevat de tekst: “key and papers? Im very horny and hope you can help? Xxx”. [25]
Daarnaast staan in de map “images” van de telefoon van verdachte diverse screenshots van www.Kinky.nl, alsmede foto’s van vrouwen met een Moldavisch paspoort, waarbij die vrouwen soms enkel in lingerie gekleed zijn. [26]
Getuige [getuige] is uit Moldavië afkomstig. [27] Zij heeft ten overstaan van de rechter-commissaris verklaard dat zij vanaf augustus 2017 twee periodes in de prostitutie in Nederland heeft gewerkt, waarvan het langst op een boot in Haarlem. [28] Toen zij naar Nederland kwam, heeft zij verdachte leren kennen. Hij kwam elke dag op de boot. Zij had een advertentie op een website en verdachte maakte die advertenties aan. [29] De helft van wat zij verdiende gaf zij, volgens gemaakte afspraken, vrijwillig aan verdachte. [30]
De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat verdachte eerder betrokken is geweest bij prostitutiewerkzaamheden in - in elk geval - Haarlem. De rechtbank betrekt daarbij dat in het navigatiesysteem van de Audi die verdachte bestuurde als bestemming was ingevoerd ‘ [adres 2] , Haarlem’, hetgeen zich dicht bij het adres [adres 1] te Haarlem bevindt. [31] Op grond van het vorenstaande heeft de rechtbank de overtuiging dat verdachte geweten heeft van het reisdoel van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , te weten het in Haarlem of elders in Nederland werken in de prostitutie.
Wat betreft het al dan niet legale verblijf van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] in Nederland overweegt de rechtbank dat werknemers van buiten de Europese Economische Ruimte (hierna: EER) hier alleen onder bepaalde voorwaarden mogen werken:
 de werknemer heeft een verblijfsdocument met de aantekening 'Arbeid is vrij toegestaan';
 de werknemer heeft een paspoort met een officiële sticker voor verblijfsaantekeningen. Daarop staat de aantekening 'Arbeid is vrij toegestaan';
 de werknemer heeft een geldige gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA);
 de werkgever heeft een geldige tewerkstellingsvergunning voor een werknemer van buiten de EER. De werknemer moet ook een geldige verblijfstitel hebben, bijvoorbeeld een machtiging tot voorlopig verblijf. [32]
Aan geen van de in de tenlastelegging genoemde vrouwen is een tewerkstellingsvergunning en/of een machtiging tot voorlopig verblijf afgegeven. [33] Ook is niet gebleken dat de vrouwen voldeden aan de overige hierboven genoemde voorwaarden.
De rechtbank is dan ook op grond van het voorgaande van oordeel dat verdachte ernstige redenen had te vermoeden dat de vrouwen hier niet (in de prostitutie) mochten werken. Door hen als chauffeur richting Nederland te vervoeren is verdachte de vrouwen behulpzaam geweest om Nederland binnen te komen, zonder dat zij daartoe gerechtigd waren. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte het onder feit 2 tenlastegelegde gedeeltelijk heeft begaan. Daarbij merkt de rechtbank op dat van de ten laste gelegde uitvoeringshandelingen enkel bewezen kan worden dat verdachte de drie vrouwen naar Nederland heeft vervoerd. Wat betreft het ten laste gelegde medeplegen merkt de rechtbank op dat het dossier geen overtuigende bewijsmiddelen bevat waaruit een nauwe en bewuste samenwerking met een of meer ander(en) kan blijken. Evenmin is gebleken dat verdachte een beroep of bedrijf van dit vervoer heeft gemaakt. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevat voor de overtuiging dat verdachte de vrouwen vanuit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, respectievelijk bij de doorreis door andere EU-landen. Ook van deze onderdelen zal de rechtbank verdachte vrijspreken.
2.2.1.3 Met betrekking tot feit 3
De rechtbank merkt op dat uit het dossier en het ter terechtzitting aangevoerde niet duidelijk is geworden welke rol verdachte heeft vervuld in het geheel van omstandigheden die zien op de voorgenomen prostitutie door [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . Er is geen enkel aanknopingspunt om aan te nemen dat het de bedoeling van verdachte was om een overeenkomst te sluiten met, dan wel een aanstelling te verlenen aan [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] met betrekking tot het hen in de prostitutie laten werken.
De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 3 tenlastegelegde.
2.2.2
Met betrekking tot feit 4
Het standpunt van de officier van justitie en de verdediging
Zowel de officier van justitie als de verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het tenlastegelegde, omdat er onvoldoende bewijsmiddelen voorhanden zijn waaruit volgt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer 4] .
Beoordeling door de rechtbank
Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende overtuigend bewijs voor handen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 4 tenlastegelegde. De rechtbank zal verdachte hier dan ook van vrijspreken.
2.2.3
Met betrekking tot feit 5
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 5 tenlastegelegde, met dien verstande dat verdachte de Audi A8 met het Britse [kenteken] heeft gebruikt om illegale inkomsten wit te wassen. De officier van justitie heeft in dit kader naar voren gebracht dat [slachtoffer 4] in eerste instantie de helft van haar inkomsten moest afstaan en later alle inkomsten. Van dit geld heeft verdachte volgens [slachtoffer 4] de Audi A8 betaald. De officier van justitie is daarbij van oordeel dat er sprake is van een schijnconstructie tussen verdachte en degene die als verhuurder van de auto staat geregistreerd, te weten [betrokkene 2] .
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het witwassen met betrekking tot de Audi A8, omdat verdachte de Audi A8 op een legale wijze heeft gehuurd van [bedrijf] . Volgens de verdediging is juist geen sprake van een schijnconstructie, zoals op overtuigende wijze volgt uit het verhoor bij de rechter-commissaris van [betrokkene 2] .
Beoordeling door de rechtbank
Met betrekking tot de vraag of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde witwassen stelt de rechtbank voorop dat voor een bewezenverklaring van het in de delictsomschrijving van art. 420bis, eerste lid, onder a en b Wetboek van Strafrecht opgenomen bestanddeel "afkomstig uit enig misdrijf", niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling ter zake van dit wetsartikel vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf.
Indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen een voorwerp en een bepaald misdrijf, kan niettemin bewezen worden geacht dat een voorwerp "uit enig misdrijf" afkomstig is, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Als uit het door het openbaar ministerie aangedragen bewijs feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid die van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het voorwerp.
Indien de verdachte een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring heeft gegeven over de herkomst van het voorwerp, ligt het vervolgens op de weg van het openbaar ministerie om nader onderzoek te doen naar de, uit de verklaringen van de verdachte blijkende, alternatieve herkomst van het voorwerp.
Uit de resultaten van een dergelijk onderzoek zal moeten blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het voorwerp waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst heeft en dat dus een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden (HR 27 september 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT4094; HR 13 juli 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM0787; HR 13 juli 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM2471 en HR 28 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:194).
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het witwassen van de Audi A8, nu verdachte een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring heeft gegeven over de herkomst van de auto. Immers, uit de door getuige [betrokkene 2] bij de rechter-commissaris afgelegde verklaringen en overgelegde documenten volgt dat verdachte de auto op legale wijze heeft gehuurd van [betrokkene 2] . Nu de rechtbank de verklaringen van [slachtoffer 4] niet betrouwbaar acht, zoals overwogen onder 2.1, heeft de rechtbank anders dan de officier van justitie niet de overtuiging dat sprake was van een schijnconstructie.
Vervolgens overweegt de rechtbank, zoals onder 2.2.1.2 is overwogen, dat de Moldavische [getuige] heeft verklaard vanaf augustus 2017 als prostituee in Nederland te hebben gewerkt en de helft van het door haar verdiende geld aan verdachte te hebben afgestaan. Zij heeft tevens verklaard dat zij vrijwel alle dagen van 11:00 of 12:00 uur tot 01:30 of 02:00 uur beschikbaar was voor werk. [34] De rechtbank acht deze verklaring geloofwaardig. Uit een BlueView Registratie export met betrekking tot de [adres 1] te Haarlem blijkt immers dat [getuige] op 19 december 2017 als prostituee is aangetroffen op de [adres 1] . Zij heeft toen verklaard dat zij ongeveer 2 à 3 klanten per dag ontving en dat de klanten tussen de € 50,- en € 130,- betaalden. [35]
Ten aanzien van [getuige] geldt dat niet gebleken is dat zij voldeed aan de voorwaarden om in Nederland te mogen werken. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de inkomsten die zij heeft gehad afkomstig moesten zijn uit illegale arbeid. Bovendien is de rechtbank van oordeel dat verdachte, gelet op zijn kennis over Moldavische prostituees, ernstige redenen had te vermoeden dat [getuige] hier niet mocht werken. Vervolgens doet zich de vraag voor wat verdachte heeft gedaan met het geld dat hij van [getuige] heeft ontvangen.
Bij Western Union zijn gegevens opgevraagd van money transfers waarbij verdachte betrokken is geweest. Uit de opgevraagde gegevens volgt dat verdachte tussen augustus 2017 en 19 januari 2018 zes keer geld verstuurd dan wel ontvangen heeft. In totaal gaat het om € 1.800,-. [36] Uit door Moneygram verstrekte gegevens blijkt dat verdachte in genoemde periode € 300,- heeft verzonden. [37]
Op grond van bovengenoemde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van de genoemde moneytransfers sprake was van een vermoeden van crimineel verkregen geld. Door via moneytransfers geld weg te sluizen acht de rechtbank aannemelijk dat verdachte de herkomst van dat geld heeft willen verhullen. In dit kader is van belang dat verdachte heeft nagelaten een concrete, min of meer verifieerbare verklaring af te leggen ten aanzien van deze moneytransfers. Het openbaar ministerie heeft hiernaar dan ook geen nader onderzoek hoeven te verrichten. De rechtbank acht daarom bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van 1.800 euro en 300 euro, telkens afkomstig uit het misdrijf van artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht.
2.3
Ten aanzien van parketnummer 05/780046-18
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 tot en met feit 3 tenlastegelegde, waarbij alle drie de feiten betrekking hebben op [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] . Hiertoe heeft de officier van justitie aangevoerd dat [slachtoffer 4] heeft verklaard dat er twee Oekraïense vrouwen voor verdachte hebben gewerkt. Uit onderzoek naar de telefoons van verdachte blijkt dat er profielfoto’s van de twee vrouwen op staan. Bovendien is [slachtoffer 5] op 19 december 2017 aangetroffen tijdens de prostitutiecontrole op het adres [adres 1] te Haarlem. De toen aangetroffen vrouwen kunnen in verband worden gebracht met verdachte. Zowel [slachtoffer 5] als [slachtoffer 6] zijn dus naar Nederland gebracht om zich te prostitueren voor verdachte, aldus de officier van justitie.
Daarom stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat verdachte schuldig is aan de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten betreffende [slachtoffer 5] als [slachtoffer 6] .
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten, nu het dossier geen objectief bewijs bevat dat [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] als prostituee in Nederland hebben gewerkt.
Beoordeling door de rechtbank
Met betrekking tot de feiten 1 tot en met 3 van parketnummer 05/780046-18
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten. De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer 4] onbetrouwbaar en heeft uit de inhoud van de overige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat verdachte betrokken is geweest bij het binnen Nederland brengen van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] . Daarnaast heeft de rechtbank niet de overtuiging bekomen dat de vrouwen daadwerkelijk in Nederland in de prostitutie hebben gewerkt. In dit kader is mede van belang dat beide vrouwen over deze feiten niet zijn verhoord. Van de op de Samsung telefoon van verdachte aangetroffen foto’s van beide vrouwen is onduidelijk hoe die foto’s op die telefoon zijn terecht gekomen. En dat [slachtoffer 5] bij een prostitutiecontrole op 19 december 2017 in Haarlem is aangetroffen, acht de rechtbank onvoldoende om tot een bewezenverklaring jegens verdachte te kunnen komen. Immers bij gebreke van een verklaring van de Oekraïense vrouwen is niet duidelijk geworden in welke verhouding zij tot verdachte stonden, als die er al was. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder parketnummer 05/780046-18 tenlastegelegde.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 05/780003-18 onder feit 2 en feit 5 tenlastegelegde heeft begaan, in dier voege dat:
(feit 2)
hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 14 december 2017 tot en met 19 januari 2018,
telkenste Zevenaar en
/of (elders) in Nederlanden
/ofDuitsland
, en/of Moldaviëen
/ofRoemenië,
(lid 4)
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, telkens een ander ofanderen, te weten:
 [slachtoffer 1] geboren op [geboortedatum 3] te Moldavië;
 [slachtoffer 2] geboren op [geboortedatum 4] te Moldavië ;
 [slachtoffer 3] geboren op [geboortedatum 5] te Moldavië, ;
(lid 1)
behulpzaam is
/zijngeweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en
/ofDuitsland, en
/ofRoemenië (zijnde lidstaten van de Europese Unie),
of voornoemde personen daartoe telkens gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,
en/of
(lid 2)
uit winstbejag behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en voornoemde personen daartoe telkens gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,
terwijl hij, verdachte
en of zijn mededaders,
wist(en) ofernstige redenen had
(den)te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was, immers heeft hij, verdachte
en/of diens mededader(s)

met die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] die zich toen in het buitenland bevonden, contact gelegd en/of laten leggen om in Nederland in de prostitutie te gaan werken, en/of
 die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] en
/ofdie [slachtoffer 3]
opgehaald (met de bus) in Chisinau (Moldavië) en/of vervolgens naar Roemenië gebracht en/of vervolgensvanuit Roemenië
met zijn, verdachtes autonaar Nederland
heeftgebracht met de bedoeling naar Haarlem af te reizen om hen aldaar in de prostitutie te laten werken,
en/of

voor die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] een ruimte in Haarlem/Utrecht, geregeld van waaruit zij hun prostitutiewerkzaamheden zouden gaan verrichten, en/of

van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] erotische foto's (bestemd voor seksadvertenties) laten maken, en/of

die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] voorzien van goederen ten behoeve van hun prostitutiewerk (luxe lingerie, vaginale schimmel-tabletten, anticonceptiemiddelen, tampons), en/of

die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] geïnstrueerd hoe te antwoorden op vragen bij een eventuele grenscontrole, en/of

tijdens de grenscontrole (op antwoord van vragen van de Marechaussee) het werkelijke doel van de reis verhuld.
(lid 4)
terwijl verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
5.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2017 tot en met 19 januari 2018, te Zevenaar, in elk geval in Nederland, (telkens)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,van onderstaand
(e
)voorwerp
(en
) (telkens)de
werkelijke aard en/ofherkomst
vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/ofheeft verhuld,
dan wel verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) is/zijn en/of dat /die voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of - onderstaand(e) voorwerp(en) verworven en/of voorhanden gehad en/of
overgedragen en/of omgezet of van genoemd(e) voorwerp(en) gebruikt gemaakt,te weten:

een personenauto, te weten een Audi A8 met het Britse [kenteken];
 een geldbedrag van 1.800,00 euro (money transfers via Western Union
van 20 februari 2017 tot 20 december 2017);
 een geldbedrag van 300,00 euro (money transfers via Moneygram
van 28 februari 2017 tot 13 september 2017);
terwijl hij
wist, althansredelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp
(en
)– onmiddellijk of middellijk – afkomstig
was/waren uit enig misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het onder parketnummer 05/780003-18 bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van feit 2:
het een ander behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat die toegang of doorreis wederrechtelijk is,
meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 5:
witwassen, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van de straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de onder parketnummer 05/780003-18, onder 1, 2, 3 en 5 ten laste gelegde feiten, alsmede alle onder parketnummer 05/780046-18 ten laste gelegde feiten, zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich op geen enkele wijze bezig mag houden met activiteiten die verband houden met seksuele dienstverlening tegen betaling in Nederland.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft een strafmaatverweer gevoerd en gevraagd om strafvermindering in verband met de onregelmatigheden die zich hebben voorgedaan in de loop van het strafproces. In dit kader is onder andere gewezen op het in een eerdere fase ten onrechte niet verstrekken van processtukken aan de verdediging.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 30 augustus 2018;
- een reclasseringsadvies van Reclassering Nederland, 9 juli 2018;
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel. Verdachte is in januari 2018 drie personen behulpzaam geweest bij de wederrechtelijke inreis in Nederland en doorreis door EU-landen. Het is genoegzaam bekend dat de overheid een restrictief toelatingsbeleid hanteert. De overheid probeert te zorgen voor een evenwichtig en eerlijk toelatingsbeleid voor mensen van andere nationaliteiten. Door de gestelde regels te omzeilen en mensen het land binnen te smokkelen, wordt het overheidsbeleid doorkruist en wordt illegaal verblijf/illegale arbeid in Nederland bevorderd. Door zijn handelen heeft verdachte het restrictieve toelatingsbeleid van de Nederlandse overheid ondermijnd.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan (weliswaar op kleine schaal) witwassen. Door geld, verkregen uit illegale prostitutiewerkzaamheden, in het legale betalingsverkeer te brengen, heeft verdachte meegewerkt aan verhulling van illegale activiteiten en inkomsten daaruit. In het algemeen kan worden gesteld dat hierdoor illegaal gedrag in de hand wordt gewerkt. Hiermee kan immers de indruk worden gewekt dat het illegaal verwerven van inkomsten loont. Ook wordt hierdoor de Staat en daarmee dus ook de samenleving benadeeld, omdat over die (illegale) inkomsten geen belasting wordt betaald. Verder vormt witwassen een ernstige bedreiging van de legale economie en tast het de integriteit van het financiële en economische verkeer aan.
Het plegen van beide misdrijven rechtvaardigt dan ook oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Uit het uittreksel justitiële documentatie blijkt dat verdachte weliswaar eerder wegens het plegen van een strafbaar feit is veroordeeld, maar niet eerder wegens het plegen van soortgelijke feiten als nu bewezen.
Het reclasseringsadvies is terughoudend. Vanwege de ontkennende houding van verdachte kon geen inschatting worden gemaakt van het recidiverisico.
Gelet op het voorgaande, alsmede op de beperkte rol die verdachte in de prostitutie lijkt te hebben gespeeld, acht de rechtbank oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met aftrek van de periode doorgebracht in voorarrest, passend en geboden.
De rechtbank merkt op geen beslissing te kunnen nemen omtrent de in beslag genomen Audi A8, nu er sprake is van conservatoir beslag in de zin van artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering. Artikel 353 van het Wetboek van Strafvordering staat niet toe dat de rechtbank hier een beslissing over neemt.
7a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 4] zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu verdachte wordt vrijgesproken van het onder parketnummer 05/780003-18 onder feit 4 tenlastegelegde en aan de benadeelde partij geen rechtstreekse schade is toegebracht door de bewezen verklaarde feiten.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 57, 197a en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:

spreekt verdachte vrijvan de onder
parketnummer 05/780003-18, ten laste gelegde feiten 1, 3 en 4, alsmede van de onder
parketnummer 05/780046-18, ten laste gelegde feiten 1 tot en met 3;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 heft op het geschorste bevel voorlopige hechtenis.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] .
 verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer 4] niet-ontvankelijkin haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Quak (voorzitter), mr. G.W.B. Heijmans en mr. C.E.W. van de Sande, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Bril, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 maart 2019.
Bijlage: tenlastelegging
1.1.
Ten aanzien van parketnummer 05/780003-18
Aan verdachte is ten aanzien van
parketnummer 05/780003-18, na een door de rechtbank toegewezen vordering tot nadere omschrijving tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 december 2017 tot en met 19 januari 2018, telkens te Zevenaar en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland, en/of Moldavië en/of Roemenië,
(lid 3 sub 1)
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
telkens een ander of anderen, te weten:
 [slachtoffer 1] geboren op [geboortedatum 3] te Moldavië
 [slachtoffer 2] geboren op [geboortedatum 4] te Moldavië
 [slachtoffer 3] geboren op [geboortedatum 5] te Moldavië,
(sub 3)
(telkens) heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd met het oogmerk om die [slachtoffer 1] voornoemd en/of die [slachtoffer 2] voornoemd en/of die [slachtoffer 3] voornoemd in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling,
immers heeft hij, verdachte en/of diens mededader(s)
 met die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] die zich toen in het buitenland bevonden, contact gelegd en/of laten leggen om in Nederland in de prostitutie te gaan werken, en/of
 die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] opgehaald (met de bus) in Chisinau (Moldavië) en/of vervolgens naar Roemenië gebracht en/of vervolgens vanuit Roemenië met zijn, verdachtes auto naar Nederland heeft gebracht met de bedoeling naar Haarlem af te reizen om hen aldaar in de prostitutie te laten werken, en/of
 voor die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] een ruimte in Haarlem/Utrecht, geregeld van waaruit zij hun prostitutiewerkzaamheden zouden gaan verrichten, en/of
 van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] erotische foto's (bestemd voor seksadvertenties) laten maken en/of
 die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] voorzien van goederen ten behoeve van hun prostitutiewerk (luxe lingerie, vaginale schimmel-tabletten, anticonceptiemiddelen, tampons), en/of
 die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] geïnstrueerd hoe te antwoorden op vragen bij een eventuele grenscontrole, en/of
 tijdens de grenscontrole (op antwoord van vragen van de Marechaussee) het werkelijke doel van de reis verhuld;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 december 2017 tot en met 19 januari 2018, telkens te Zevenaar en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland, en/of Moldavië en/of Roemenië,
(lid 4)
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, telkens een ander of anderen, te weten:
 [slachtoffer 1] geboren op [geboortedatum 3] te Moldavië
 [slachtoffer 2] geboren op [geboortedatum 4] te Moldavië
 [slachtoffer 3] geboren op [geboortedatum 5] te Moldavië,
(lid 1)
behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of Duitsland, en/of Roemenië (zijnde lidstaten van de Europese Unie), of voornoemde personen daartoe telkens gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,
en/of
(lid 2)
uit winstbejag behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en voornoemde personen daartoe telkens gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,
terwijl hij, verdachte en of zijn mededaders, wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
immers heeft hij, verdachte en/of diens mededader(s)
 met die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] die zich toen in het buitenland bevonden, contact gelegd en/of laten leggen om in Nederland in de prostitutie te gaan werken, en/of
 die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] opgehaald (met de bus) in Chisinau (Moldavië) en/of vervolgens naar Roemenië gebracht en/of vervolgens vanuit Roemenië met zijn, verdachtes auto naar Nederland heeft gebracht met de bedoeling naar Haarlem af te reizen om hen aldaar in de prostitutie te laten werken, en/of
 voor die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] een ruimte in Haarlem/Utrecht, geregeld van waaruit zij hun prostitutiewerkzaamheden zouden gaan verrichten, en/of
 van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] erotische foto's (bestemd voor seksadvertenties) laten maken, en/of
 die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] voorzien van goederen ten behoeve van hun prostitutiewerk (luxe lingerie, vaginale schimmel-tabletten, anticonceptiemiddelen, tampons), en/of
 die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] geïnstrueerd hoe te antwoorden op vragen bij een eventuele grenscontrole, en/of
 tijdens de grenscontrole (op antwoord van vragen van de Marechaussee) het werkelijke doel van de reis verhuld.
(lid 4)
terwijl verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 december 2017 tot en met 19 januari 2018, telkens te Zevenaar en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland, en/of Moldavië en/of Roemenië,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om een of meer ander(en), te weten:
 [slachtoffer 1] geboren op [geboortedatum 3] te Moldavië
 [slachtoffer 2] geboren op [geboortedatum 4] te Moldavië
 [slachtoffer 3] geboren op [geboortedatum 5] te Moldavië,
die zich wederrechtelijk toegang tot of verblijf in Nederland hadden verschaft,
krachtens overeenkomst of aanstelling, arbeid (prostitutie) te doen verrichten in Haarlem en/of elders in Nederland, terwijl hij, verdachte wist, althans ernstige reden had om te vermoeden, dat de toegang of dat verblijf in Nederland wederrechtelijk was,
immers heeft hij, verdachte en/of diens mededader(s)
 met die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] die zich toen in het buitenland bevonden, contact gelegd en/of laten leggen om in Nederland in de prostitutie te gaan werken, en/of
 die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] opgehaald (met de bus) in Chisinau (Moldavië) en/of vervolgens naar Roemenië gebracht en/of vervolgens vanuit Roemenië met zijn, verdachtes auto naar Nederland heeft gebracht met de bedoeling naar Haarlem af te reizen om hen aldaar in de prostitutie te laten werken, en/of
 voor die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] een ruimte, geregeld van waaruit zij hun prostitutiewerkzaamheden zouden gaan verrichten, en/of
 van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] erotische foto's (bestemd voor seksadvertenties) laten maken , en/of
 die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] voorzien van goederen ten behoeve van hun prostitutiewerk (luxe lingerie, vaginale schimmel-tabletten, anticonceptiemiddelen, tampons), en/of
 die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] geïnstrueerd hoe te antwoorden op vragen bij een eventuele grenscontrole, en/of
 tijdens de grenscontrole (op antwoord van vragen van de Marechaussee) het werkelijke doel van de reis verhuld.
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij in of omstreeks de periode van juli 2017 t/m 19 januari 2018 te Haarlem en/of te Utrecht en/of te Zevenaar en/of elders in Nederland,
(lid 3 sub 1)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 2] te Moldavië,
(sub 1)
(telkens) door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 4] voornoemd
en/of
(sub 3)
(telkens) heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd met het oogmerk om die [slachtoffer 4] voornoemd in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling
en/of
(sub 4)
(telkens) met een of meerdere van de onder sub 1 genoemde middelen, te weten door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [slachtoffer 4] voornoemd heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (seksuele handelingen)
en/of
(sub 6) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 4] voornoemd
en/of
(sub 9)
(telkens) met een of meerdere van de onder sub 1 genoemde middelen, te weten door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [slachtoffer 4] voornoemd heeft gedwongen dan wel bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde, immers heeft verdachte en/of diens mededader(s)
 die [slachtoffer 4] voornoemd benaderd om in Nederland in de prostitutie te gaan werken en/of
 die [slachtoffer 4] voornoemd geld gestuurd om een vliegticket te kopen van Moldavië naar België en/of haar vervolgens in België met diens auto opgehaald en naar een prostitutieadres in Haarlem gebracht en/of die [slachtoffer 4] met diens auto heeft vervoerd van Roemenië naar Nederland
waarbij verdachte en/of diens mededader(s)
 woon/werkruimte (woonboot in Haarlem en/of woning in Utrecht) waar die [slachtoffer 4] voornoemd klanten moest ontvangen heeft gearrangeerd en/of
 erotische foto's heeft gemaakt van die [slachtoffer 4] voornoemd voor de seksadvertentie(s)en/of
 seksadvertenties heeft gemaakt van die [slachtoffer 4] voornoemd en die seksadvertenties op diverse sekssites heeft geplaatst en/of die seksadvertenties (telkens) omhoog heeft gebeld en/of
 de klantentelefoon beheerde en bepaalde hoeveel klanten die [slachtoffer 4] moest ontvangen en/of welke seksuele handelingen die [slachtoffer 4] moest verrichten en/of er sprake was van beschermde of onbeschermde seks en/of
 zorgde voor lingerie, vaginale schimmeltabletten, anticonceptiemiddelen en tampons
terwijl verdachte,
die [slachtoffer 4] heeft misleid door zich voor te doen als vriend die het beste met haar voor had en/of die [slachtoffer 4] voornoemd een of meermalen heeft geslagen en/of heeft gedreigd te slaan en/of door intimiderend gedrag naar haar te vertonen waardoor verdachte en/of diens mededader(s) een feitelijk overwicht op haar hadden, terwijl die [slachtoffer 4] in een kwetsbare positie verkeerde omdat zij haar paspoort en/of haar geld heeft moeten afstaan aan verdachte en/of diens mededader(s) en zij de Nederlandse taal niet spreekt en het land niet kent en geen enkel persoon kent in Nederland, waardoor zij totaal geisoleerd was;
5.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 februari 2017 tot en met 19 januari 2018, te Zevenaar, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van onderstaand(e) voorwerp(en) (telkens) de werkelijke aard en/of herkomst
vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld, dan wel verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) is/zijn en/of dat /die voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of - onderstaand(e) voorwerp(en) verworven en/of voorhanden gehad en/of
overgedragen en/of omgezet of van genoemd(e) voorwerp(en) gebruikt gemaakt, te
 een personenauto, te weten een Audi A8 met het Britse [kenteken]
 een geldbedrag van 4.970,00 euro (moneytransfers via western Union van 20 februari 2017 tot 20 december 2017)
 een geldbedrag van 860,00 euro (moneytransfers via Moneygram van 28 februari 2017 tot 13 september 2017)
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
1.2
Ten aanzien van parketnummer 05/780046-18
Aan verdachte is
onder parketnummer 05/780046-18tevens ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 december 2017 tot en met 25 december 2017 telkens te Brussel en/of te Eindhoven en/of Haarlem en/of (elders) in Nederland en/of in België en/of in Italië
(lid 3 sub 1)
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
telkens een ander of anderen, te weten:
 [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 6] te Oekraïne
 [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum 7] te Oekraïne
(sub 3)
(telkens) heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd met het oogmerk om die [slachtoffer 5] en die [slachtoffer 6] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling,
immers heeft hij, verdachte en/of diens mededader(s)
 met die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , die zich toen in het buitenland (Italië) bevonden, contact gelegd en/of laten leggen om in Nederland in de prostitutie te gaan werken, en/of
 die [slachtoffer 5] in het bezit gesteld van een vliegticket naar Brussel en/of die [slachtoffer 6] in het bezit gesteld van een vliegticket naar Eindhoven en hen vervolgens bij aankomst aldaar, opgehaald of op laten halen van het vliegveld en/of hen vervolgens naar Haarlem ( [adres 1] ) en/of een andere locatie in Nederland heeft gebracht of laten brengen met de bedoeling om hen aldaar in de prostitutie te laten werken, en/of
 voor die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , een ruimte in Haarlem ( [adres 1] ) en/of elders in Nederland geregeld van waaruit zij hun prostitutiewerkzaamheden hebben verricht, en/of
 van die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , erotische foto's (bestemd voor seksadvertenties) laten maken, en/of
 voor die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , seksadvertenties gemaakt;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 december 2017 tot en met 25 december 2017 telkens te Brussel en/of te Eindhoven en/of te Italië en/of (elders) in Nederland en/of België
(lid 4)
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
telkens een ander of anderen, te weten:
 [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 6] te Oekraïne
 [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum 7] te Oekraïne
(lid 1)
behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of België en/of Italië (zijnde lidstaten van de Europese Unie), of voornoemde personen daartoe telkens gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, en/of
(lid 2)
uit winstbejag behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en voornoemde personen daartoe telkens gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,
terwijl hij, verdachte en of zijn mededaders, wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
immers heeft hij, verdachte en/of diens mededader(s)
 met die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , die zich toen in het buitenland bevonden, contact gelegd en/of laten leggen om in Nederland in de prostitutie te gaan werken, en/of
 die [slachtoffer 5] in het bezit gesteld van een vliegticket naar Brussel en/of die [slachtoffer 6] in het bezit gesteld van een vliegticket naar Eindhoven en hen vervolgens bij aankomst aldaar, opgehaald of op laten halen van het vliegveld en/of hen vervolgens naar Haarlem ( [adres 1] ) en/of een andere locatie in Nederland heeft gebracht of laten brengen met de bedoeling om hen aldaar in de prostitutie te laten werken, en/of
 voor die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , een ruimte in Haarlem ( [adres 1] ) en/of elders in Nederland geregeld van waaruit zij hun prostitutiewerkzaamheden hebben verricht, en/of
 van die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , erotische foto's (bestemd voor seksadvertenties) laten maken, en/of
 voor die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , seksadvertenties gemaakt,
(lid 4)
terwijl verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 december 2017 tot en met 25 december 2017 telkens te Brussel en/of te Eindhoven en/of te Italië en/of (elders) in Nederland en/of in België
(lid 4)
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, telkens een ander of anderen, te weten:
 [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 6] te Oekraïne
 [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum 7] te Oekraïne
die zich wederrechtelijk toegang tot of verblijf in Nederland hadden verschaft, krachtens overeenkomst of aanstelling, arbeid (prostitutie) heeft laten verrichten in Haarlem en/of in Amsterdam en/of in Utrecht en/of in Den Haag en/of elders in Nederland, terwijl hij, verdachte wist, althans ernstige reden had om te vermoeden, dat de toegang of dat verblijf in Nederland wederrechtelijk was,
immers heeft hij, verdachte en/of diens mededader(s)
 met die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , die zich toen in het buitenland bevonden, contact gelegd en/of laten leggen om in Nederland in de prostitutie te gaan werken, en/of
 die [slachtoffer 5] in het bezit gesteld van een vliegticket naar Brussel en/of die [slachtoffer 6] in het bezit gesteld van een vliegticket naar Eindhoven en hen vervolgens bij aankomst aldaar, opgehaald of op laten halen van het vliegveld en/of hen vervolgens naar Haarlem ( [adres 1] ) en/of een andere locatie in Nederland heeft gebracht of laten brengen met de bedoeling om hen aldaar in de prostitutie te laten werken, en/of
 voor die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , een ruimte in Haarlem ( [adres 1] ) en/of elders in Nederland geregeld van waaruit zij hun prostitutiewerkzaamheden hebben verricht, en/of
 van die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , erotische foto's (bestemd voor seksadvertenties) laten maken, en/of
 voor die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , seksadvertenties gemaakt,
terwijl verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door een verbalisant van de Koninklijke Marechaussee, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek 27CARGERIE/27FCA180001, gesloten op 1 juni 2018 en het aanvullend proces-verbaal van 21 juni 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aanhouding, p. 034 tot en met 036 van map 6.
3.Proces-verbaal van bevindingen iPhone KVI-nummer 10, p. 372 van map 6.
4.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 3] , p. 097 van map 6; proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] , p. 103 van map 6.
5.Proces-verbaal, p. 113 van map 6.
6.Bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen USB-stick, p. 243 van map 6.
7.Proces-verbaal bevindingen afbeeldingen Platinet USB-stick, p. 244 tot en met 249 van map 6.
8.Verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 18 februari 2019.
9.Proces-verbaal bevindingen locatie hotel, p. 253 van map 6.
10.Proces-verbaal bevindingen gegevens iPhone telefoon P2.1.1, p. 343 van map 6; proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 3] , p. 099 van map 6.
11.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 088 van map 6.
12.Proces-verbaal van stelselmatige observatie, p. 210 en 211.
13.Proces-verbaal bevindingen zendmasten Imei’s van de slachtoffers, p. 230 en 231.
14.Een tapgesprek, p. 235.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 724 van map 7.
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 041 van map 6.
17.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 735 van map 7.
18.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 201 en 211 van map 1; proces-verbaal van veilig stellen van data mobiele telefoon, p. 217 van map 1.
19.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek WhatsApp-gegevens KVI 5, p. 660 van map 7.
20.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek WhatsApp-gegevens KVI 5, p. 661 van map 7.
21.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek WhatsApp-gegevens KVI 5, p. 670 en 671 van map 7.
22.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek WhatsApp-gegevens KVI 5, p. 675 van map 7.
23.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek gegevens mobiele telefoon KVI 5, p. 419, 425 tot en met 435.
24.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen onderzoek gegevens mobiele telefoon KVI 5, p. 462.
25.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen onderzoek gegevens mobiele telefoon KVI 5, p. 500.
26.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek gegevens mobiele telefoon KVI 5, p. 585 t/m 587; bijlage bij proces-verbaal van bevindingen onderzoek gegevens mobiele telefoon KVI 5, p. 515 t/m 518, 522 t/m 531, 533 t/m 546.
27.Proces-verbaal getuigenverhoor via videoconferentie met Italië/rechtbank te Milaan d.d. 15 februari 2019, p. 1.
28.Proces-verbaal getuigenverhoor via videoconferentie met Italië/rechtbank te Milaan d.d. 15 februari 2019, p. 2.
29.Proces-verbaal getuigenverhoor via videoconferentie met Italië/rechtbank te Milaan d.d. 15 februari 2019, p. 3.
30.Proces-verbaal getuigenverhoor via videoconferentie met Italië/rechtbank te Milaan d.d. 15 februari 2019, p. 4
31.Proces-verbaal van bevindingen, p. 724.
32.https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/nieuw-in-nederland/vraag-en-antwoord/wie-mag-in-nederland-komen-werken.
33.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 februari 2019, p. 1 en 2.
34.Proces-verbaal getuigenverhoor via videoconferentie met Italië/rechtbank te Milaan d.d. 15 februari 2019, p. 7.
35.Schriftelijk bescheid “BlueView Registratie export”, p. 223.
36.Proces-verbaal van bevindingen Western Union op naam van [verdachte] , p. 111 en 112.
37.Proces-verbaal van bevindingen Moneygram [verdachte] , p. 114.