[Eisers c.s.] vordert in conventie – na een wijziging van eis – dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat de rechtsverhouding tussen [Eisers c.s.] en BK kwalificeert als huur en dat de huurovereenkomst geldt als voor onbepaalde tijd verlengd, althans een verklaring voor recht die de kantonrechter gerade acht;
II. voor recht verklaart dat BK onrechtmatig heeft gehandeld jegens [Eisers c.s.] door over te gaan tot executie van het kort geding vonnis van 22 mei 2018 en bepaalt dat BK gehouden is om aan [Eisers c.s.] de geleden schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet te voldoen, en bij wijze van voorschot op die schade is gehouden binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te voldoen een bedrag thans groot € 5.993,00, althans een bedrag dat de kantonrechter in goede justitie meent te behoren;
III. A. primair: BK veroordeelt om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis over te gaan tot nakoming van het door [Eisers c.s.] ingeroepen optiebeding door medewerking te verlenen aan de totstandkoming van een schriftelijke koopovereenkomst ter zake de woning ZP6 met tuin en groen, waaraan [Eisers c.s.] onderhoud pleegde, en deze in huidige staat te leveren voor een koopsom van € 325.000,00, conform de voorwaarden en bedingen uit de eerder in opdracht van BK vervaardigde koopovereenkomst van notariskantoor Dirkzwager ter zake de woning ZP6, staande en gelegen op het perceel, kadastraal bekend als gemeente [woonplaats] , sectie A, nummer [0000] (gedeeltelijk);
B. subsidiair: BK veroordeelt om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis over te gaan tot nakoming van het door [Eisers c.s.] ingeroepen optiebeding door medewerking te verlenen aan de totstandkoming van een schriftelijke koopovereenkomst ter zake de woning ZP6 in nieuwstaat te leveren op een kavel van 829,84 m2 voor een koopsom van
€ 415.000,00 en voor het overige conform de voorwaarden en bedingen uit de eerder in opdracht van BK vervaardigde koopovereenkomst van notariskantoor Dirkzwager ter zake de woning ZP6, althans aan de totstandkoming van een schriftelijke koopovereenkomst onder de voorwaarden als door de kantonrechter in goede justitie te bepalen;
C. voor recht verklaart dat BK tekort is geschoten in de nakoming van het optiebeding (ter zake ZP1) en onrechtmatig heeft gehandeld jegens [Eisers c.s.] door ZP1 aan een derde te verkopen en te bepalen dat BK gehouden is om aan [Eisers c.s.] te voldoen de door hem geleden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
IV. bepaalt dat, voor zover BK binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis geen medewerking heeft verleend aan de veroordeling onder III. dit vonnis dezelfde kracht zal hebben als een opgemaakte notariële koopovereenkomst en dat dit vonnis voor inschrijving in de openbare registers vatbaar is;
V. BK veroordeelt in de kosten van deze procedure, waaronder de nakosten, één en ander te voldoen binnen veertien dagen na dit vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
VI. BK op de voet van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) veroordeelt tot verstrekking aan [Eisers c.s.] van het zich onder BK bevindende concept van de koopovereenkomst op 28 december 2015 “net” gekregen van Dirkzwager en de daarop betrekking hebbende (email-/sms-/Whatsapp-) correspondentie tussen (de vertegenwoordigers van) BK (waaronder de heer [werknemer BK 1] , directie en bedrijfsjurist) en (de vertegenwoordigers van) Dirkzwager, althans met notaris [Notaris Z] (zoals volgt uit de met [Eisers c.s.] gevoerde sms-correspondentie ingebracht bij dagvaarding als productie 10), op straffe van een dwangsom van € 90.000,00 ineens ingeval BK daarmee in gebreke blijft, te vermeerderen met € 900,00 per kalenderdag voor iedere dag dat BK daarmee in gebreke blijft, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen veroordeling en een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom.