Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 juli 2018
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
€ 1.006,30 bruto van eiser teruggevorderd.
G.A. Tellinga.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft eiser, die sinds 8 juli 2002 een WAO-uitkering ontvangt, beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) te Zwolle. Het UWV had op 5 oktober 2017 een bedrag van € 1.006,30 bruto van eiser teruggevorderd, omdat bij de definitieve berekening van zijn uitkering een fout was gemaakt. Eiser had in september 2016 telefonisch contact gehad met een medewerker van het UWV, de heer Nansink, die hem had verzekerd dat zijn uitkering niet zou veranderen bij een loonsverhoging. Eiser heeft zijn loon vervolgens verhoogd, maar het UWV stelde later vast dat hij in een lagere arbeidsongeschiktheidsklasse viel, wat leidde tot de terugvordering.
De rechtbank Gelderland heeft op 25 juli 2018 geoordeeld dat het beroep van eiser op het vertrouwensbeginsel slaagt. De rechtbank oordeelde dat de toezegging van Nansink, hoewel niet schriftelijk, voldoende ondubbelzinnig was om eiser te laten vertrouwen op de stabiliteit van zijn uitkering. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van het UWV voor zover het betrekking had op de terugvordering en herstelde de situatie door de WAO-uitkering van eiser definitief vast te stellen op het bedrag dat hij als voorschot had ontvangen. Eiser's verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, maar het UWV werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht.