ECLI:NL:RBGEL:2017:928
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van teveel betaalde WAO-uitkering met betrekking tot verzwegen inkomsten als directeur-grootaandeelhouder
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 28 februari 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en verweerder over de terugvordering van teveel betaalde WAO-uitkering. Eiseres, die sinds 1 januari 2007 directeur-grootaandeelhouder was van een vennootschap, had haar inkomsten uit deze functie niet doorgegeven aan het UWV. Verweerder heeft op basis van artikel 44 van de WAO de WAO-uitkering van eiseres over de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 augustus 2015 herzien en een bedrag van € 129.336,56 teruggevorderd. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit werd ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 30 januari 2017 heeft eiseres aangevoerd dat het recht van verweerder om terug te vorderen verjaard was, omdat zij in 2007 en 2008 melding had gemaakt van haar inkomsten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder pas in 2015 bekend was met de relevante feiten en dat de verjaringstermijn dus niet was verstreken. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat het UWV eerder op de hoogte was van haar inkomsten.
De rechtbank heeft verder overwogen dat het eiseres redelijkerwijs duidelijk kon zijn dat haar inkomsten van invloed waren op haar uitkering. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.