ECLI:NL:HR:2003:AK3696
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake terugvordering door gemeente van huurbetalingen door Diezerpoort B.V.
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 november 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Diezerpoort B.V. en de Gemeente Zwolle. De zaak betreft een geschil over huurbetalingen die door Diezerpoort aan de gemeente zijn gedaan. De gemeente had Diezerpoort gedagvaard voor de kantonrechter te Zwolle, waarbij zij terugbetaling van twee bedragen, in totaal ƒ 230.220,10, vorderde, vermeerderd met wettelijke rente. Diezerpoort heeft de vordering bestreden en in reconventie een bedrag van ƒ 163.167,-- van de gemeente gevorderd. De kantonrechter heeft de vordering van de gemeente afgewezen en de vordering van Diezerpoort toegewezen. De gemeente ging in hoger beroep, maar de rechtbank vernietigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Diezerpoort tot terugbetaling aan de gemeente.
Diezerpoort heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de vonnissen van de rechtbank. De Hoge Raad heeft de vonnissen van de rechtbank vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had aangenomen dat Diezerpoort geen exploitatieverliezen had geleden, omdat zij de aan de gemeente verschuldigde huur integraal aan haar onderhuurder had doorbelast. Dit oordeel was niet voldoende onderbouwd, waardoor de Hoge Raad de eerdere beslissingen van de rechtbank niet kon handhaven. De gemeente werd veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Diezerpoort waren begroot op € 4.451,36.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de feiten en de onderbouwing van juridische oordelen in civiele procedures. De zaak illustreert ook de complexiteit van huurrechtelijke geschillen en de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van een juiste rechtsgang.