ECLI:NL:RBGEL:2015:4081
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- T.A. Willems-Dijkstra
- J.A. van Schagen
- S.W. van Osch-Leysma
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsrecht op basis van inkomsten uit gokken en inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 2 juni 2015 uitspraak gedaan in een bodemprocedure over de intrekking van het recht op bijstand van eisers, die bijstand ontvingen op basis van de Wet werk en bijstand (Wwb). Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk, verweerder, heeft op 15 juli 2014 het recht op bijstand van eisers over de periode van 1 september 2010 tot en met 16 juli 2013 ingetrokken, omdat eisers inkomsten uit gokken hadden ontvangen die zij niet hadden gemeld. De terugvordering van de ten onrechte betaalde bijstand bedroeg € 45.286,42. Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit werd ongegrond verklaard. Hierop hebben zij beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 23 april 2015 zijn eisers verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde en een tolk. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door een ambtenaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers in de betreffende periode inkomsten uit gokactiviteiten hadden, maar deze niet hadden gemeld, wat in strijd is met hun inlichtingenverplichting. De rechtbank oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om af te wijken van de rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) met betrekking tot de zesmaandenjurisprudentie, die stelt dat bij schending van de inlichtingenverplichting in beginsel geen plaats is voor matiging van de terugvordering.
De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard en geoordeeld dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de betaalde bijstand rechtmatig waren. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.