ECLI:NL:RBDHA:2025:8081
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren maatregel van bewaring met betrekking tot Marokkaanse eiser
Op 11 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie aan de eiser, een Marokkaanse man, de maatregel van bewaring opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij ook om schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft het beroep op 2 mei 2025 behandeld, waarbij eiser aanwezig was via telehoren vanuit het detentiecentrum in Rotterdam, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. C.F. Wassenaar. De minister werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. V.R. Bloemberg.
De rechtbank heeft overwogen dat er geen zicht op uitzetting naar Marokko ontbreekt, ondanks de stelling van eiser dat de nationaliteitsbevestiging op basis van dactyloscopisch profiel niet onderbouwd is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister voldoende voortvarend handelt in de uitzetting van eiser en dat de maatregel van bewaring rechtmatig is. Eiser heeft niet aangetoond dat de medische zorg in detentie niet gelijkwaardig is aan de zorg in de vrije maatschappij. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en openbaar gemaakt op 9 mei 2025. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.