ECLI:NL:RBDHA:2019:9930
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van de maatregel van bewaring en de noodzaak van medische zorg in detentie
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 10 juli 2019 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, van Angolese nationaliteit, had op 26 mei 2019 de maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser stelde dat hij gespecialiseerde medische behandeling nodig had voor zijn duim, maar dat deze behandeling in het detentiecentrum niet beschikbaar was. De rechtbank oordeelde dat de medische zorg in het detentiecentrum niet gelijk was aan die in de vrije maatschappij en dat eiser tot dat moment niet de nodige behandeling had ontvangen. De rechtbank concludeerde dat de voortduren van de maatregel van bewaring onrechtmatig was, omdat de zorg niet adequaat was en er geen zicht was op verbetering. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, beval de opheffing van de maatregel van bewaring en kende eiser een schadevergoeding toe van € 1.600,- voor de 20 dagen dat hij in detentie had doorgebracht. Tevens werden de proceskosten van eiser vergoed.