ECLI:NL:RBDHA:2025:790
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring van ongedocumenteerde vreemdeling zonder nationaliteit en voortvarendheid van uitzetting
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 januari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een ongedocumenteerde vreemdeling, eiser, die stelt geen nationaliteit te hebben. De maatregel van bewaring was eerder opgelegd door de minister van Asiel en Migratie op 8 november 2024. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat er geen zitting nodig was en het onderzoek op 21 januari 2025 gesloten.
De rechtbank overweegt dat eiser, geboren in 1999, geen nationaliteit heeft en dat er geen zicht is op uitzetting naar Algerije. Eiser heeft echter niet voldoende bewijs geleverd om zijn stelling dat er geen zicht op uitzetting is te onderbouwen. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken en stelt vast dat er wel degelijk zicht is op uitzetting, aangezien er een aanvraag voor een laissez-passer is ingediend bij de Algerijnse autoriteiten. Eiser heeft zijn identiteit en nationaliteit niet onderbouwd met documenten en heeft geen actie ondernomen om zijn nationaliteit te verifiëren.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de minister voldoende voortvarend handelt in de uitzettingsprocedure. De rechtbank concludeert dat het voortduren van de maatregel van bewaring niet onrechtmatig is en verklaart het beroep ongegrond. Het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.