Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser, een Algerijnse nationaliteit hebbende persoon, was opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De maatregel van bewaring was op 8 november 2024 opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten op dezelfde datum als de uitspraak.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder was getoetst en rechtmatig was bevonden tot het sluiten van het onderzoek op 20 november 2024. Eiser voerde aan dat de verweerder onvoldoende voortvarend werkte aan zijn uitzetting en dat er geen zicht was op uitzetting binnen een redelijke termijn. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat verweerder voldoende voortvarend handelde door een aanvraag voor een laissez-passer in te dienen en een rappel te sturen naar de Algerijnse autoriteiten. Eiser's stelling dat hij geen nationaliteit heeft, werd niet onderbouwd, en de rechtbank concludeerde dat er geen reden was om te twijfelen aan de voortvarendheid van de verweerder.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.