3.4.Gebruikte bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2023249358, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (digitaal doorgenummerd van pagina 1 t/m 152).
De rechtbank heeft de volgende bewijsmiddelen gebruikt:
Ten aanzien van feit 1 en feit 4:
1. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , opgemaakt op 6 mei 2023, voor zover inhoudende (p. 13 en 14, inclusief bijlagen (screenshots) p. 17 t/m 21):
Ergens in april 2023 werd ik via Facebook Messenger benaderd door een vrouw die de naam [bijnaam 1] gebruikte. We hadden afgesproken ter hoogte van de Albert Heijn aan de Loosduinse Hoofdstraat in Den Haag. Ter hoogte van de Viandenstraat werd ik aangesproken door een voor mij onbekende man. Ik hoorde hoe hij tegen mij zei: “hoe durf je af te spreken met meisjes van 15 jaar oud.” Ik hoorde hoe de man vroeg hoe we dit zouden gaan oplossen. De man zei dat ik moest gaan betalen. Ik had maar 30 euro bij me. Dat heb ik hem gegeven. De man dwong me om alle chats en foto’s te verwijderen van mijn telefoon. 5 mei vertelde een vriend van mij dat er een filmpje van mij op Instagram en Facebook stond, bij het profiel van ‘ [bijnaam 2] ’. Ik heb snel gekeken en zag dat er inderdaad een filmpje van mij geplaatst was. Het was het filmpje van het incident een paar weken geleden. Ik stuur u alle screenshots die ik heb.
2. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , opgemaakt op 23 augustus 2023 (p. 47 en 48, inclusief bijlagen (screenshots) p. 56 t/m 60);
Woensdag 16 augustus 2023 ben ik naar de Instagram pagina gegaan van “ [bijnaam 2] ”. Ik zag mijn naam en profielfoto staan, met daaronder een tekst: “We hebben de gesprekken van [voornaam 1] weer gevonden hahaha.” Ik zag een bericht waarin gesprekken openbaar waren gemaakt tussen mij en een 15 jarige dame die via privé berichten verstuurd zouden zijn op Facebook.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] op 15 september 2023, voor zover inhoudende (p. 99 t/m 101):
Deze camerabeelden zijn aangeleverd door de Albert Heijn gelegen aan de Valkenboskade te ’s-Gravenhage. Ik zag dat de datering 13 juni 2023 betrof. Ik zag dat verdachte de Albert Heijn in liep. Ik zag dat verdachte voor de duur van ongeveer tien minuten in de Albert Heijn is geweest. Tijdens dit bezoek is verdachte zes keer langs aangever gelopen.
Ik zag dat verdachte de Albert Heijn weer betrad. Ik zag dat de verdachte deze keer voor de duur van 9 minuten in de Albert Heijn was. Ik zag dat verdachte drie keer langs aangever was gelopen. Ik zag dat er éénmaal contact was tussen aangever en verdachte. Ik zag dat aangever de Albert Heijn uitliep. Ik zag dat aangever zich had omgekleed. Ik zag dat verdachte de Albert Heijn weer betrad. Ik zag dat de verdachte in de hal bij de inhang bleef staan. Ik zag dat verdachte de Albert Heijn verliet.
Ik zag dat aangever de Albert Heijn weer betrad. Ik zag dat aangever richting de pinautomaat liep. Ik zag dat aangever geld opnam bij de pinautomaat. Ik zag dat aangever, nadat hij geld had gepind, richting de uitgang liep. Ik zag dat verdachte de Albert Heijn weer betrad. Ik zag dat aangever aan kwam lopen. Ik zag dat verdachte omdraaide en naar buiten liep op het moment dat aangever aan kwam lopen. Ik zag dat ze beide naar buiten liepen.
Ten aanzien van feit 2 en feit 5:
4. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , opgemaakt op 27 juni 2023, voor zover inhoudende (p. 27 en 28, inclusief bijlagen (screenshots) p. 32 t/m 40):
Ik ben werkzaam bij de Albert Heijn aan de Valkenboslaan te Den Haag.
Op 16 juni 2023 was ik aan het werk. Toen ik buiten pauze hield kwam er een onbekende man naar mij toe. Ik zag dat hij mij op dat moment filmde met zijn mobiele telefoon. Hij vroeg onder andere:
- Waarom spreek je jonge meisjes aan?
- Of ik het normaal vind om meisjes van 12 jaar te vragen wat ze aan hebben.
- Of ik het normaal vind dat ik zou zeggen dat er iets in mijn broek groeit.
De man vroeg mij “hoe gaan we dit oplossen”. Hij vroeg om 30 euro, anders zou hij de filmpjes online zetten. Ik ben naar de pinautomaat gegaan maar kon alleen 40 euro pinnen. Ik heb de 40 euro overhandigd aan de man.
Op 21 juni 2023 zijn er Teasers geplaatst op TikTok en Instagram, waarin ik geblurd te zien ben. Hierop waren er Messengerberichten zichtbaar waarin het leek of ik met een meisje aan het chatten was geweest. Deze berichten hadden een seksuele lading. Op 21 juni 2023 heeft deze man de filmpjes online gezet op Youtube. In dit filmpje ben ik duidelijk herkenbaar in beeld. In dit filmpje worden wederom Messengerberichten getoond waarin ik met een meisje van 12 jaar zou hebben gechat. Ik geef u de print screens van TikTok en Instagram.
5. Het proces-verbaal van bevindingen met het nummer PL1500-2023198137-10, van de politie eenheid Den Haag, opgemaakt op 18 oktober 2023, voor zover inhoudende (p. 1, inclusief bijlage (screenshot) p. 3):
Ik zag dat de datum in de aangifte stond op 16 juni 2023, de camerabeelden de datum hebben van 13 juni 2023 en het bankafschrift was van 14 juni 2023. Ik hoorde [voornaam 2] zeggen dat hij denkt dat het strafbare feit inderdaad op 13 juni 2023 is geweest en niet 16 juni 2023. Op het bankafschrift zag ik dat het bedrag van veertig euro op 14 juni 2023 is afgeschreven. Mij is ambtshalve bekend dat een afschrijving van de bank een dag later afgeschreven kan worden dan de daadwerkelijke datum. Ik heb telefonisch contact gehad met [voornaam 2] . Ik vroeg aan [voornaam 2] of hij mij een screenshot kan sturen met de omschrijving van het afschrift erbij. Ik zag dat hier de datum 13 juni 2023 om 12.15 uur was.
Ten aanzien van feit 4, 5 en 6:
6. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 10 januari 2025:
Ik heb hen inderdaad geconfronteerd en op beeld gezet om de buitenwereld te waarschuwen voor mensen die met kinderen afspreken. Het klopt dat ‘ [site] ’ mijn account was, ik beheerde die.
7. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 3] , opgemaakt op 14 augustus 2023 (p. 61 en 62):
Omstreeks 27 juli 2023 kreeg ik via Facebook Messenger contact met een jongedame. Zij zocht contact met mij en nodigde mij uit om bij haar langs te komen. Op 29 juli 2023 ben ik in de trein gestapt richting Den Haag. Ik werd aangesproken door een man. De man zei dat ik een afspraak had gemaakt met een meisje van dertien jaar. Ik zag dat de man steeds een mobiele telefoon dusdanig vasthield dat het leek alsof hij mij aan het filmen was. Op 31 juli 2023 vertelde mijn zoon dat er een filmpje van mij stond op Youtube. Ik zag in dit filmpje mijzelf op het station in Den Haag toen de jongeman mij aansprak met de zin: “Ik ben [bijnaam 3] ”. Ik zag het hele gesprek tussen deze jongeman en mij op het station in Den Haag. Ik zag dat het filmpje stond op de Youtube-site “ [site] ”.