ECLI:NL:RBDHA:2025:3448
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en zicht op uitzetting in vreemdelingenrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 maart 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser, opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De maatregel van bewaring was op 26 oktober 2024 opgelegd en de eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij ook schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft het onderzoek op 3 maart 2025 gesloten zonder zitting. De eiser stelt dat hij al geruime tijd in Nederland verblijft en dat er geen zicht is op uitzetting naar Algerije. Hij voert aan dat de autoriteiten onvoldoende voortvarend handelen en dat zijn identiteit en nationaliteit al zijn vastgesteld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen aanknopingspunten zijn dat er geen zicht op uitzetting is en dat de minister voldoende voortvarend handelt. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.