Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] ,V-nummer: [v-nummer 2] , eiser en
[eiseres 2], V-nummer: [v-nummer 3] , eiseres 2,
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun gezamenlijke aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) onder de beperking ‘verblijf bij familie- of gezinslid’. De aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie afgewezen op 21 september 2022, en het bezwaar van eisers werd op 1 augustus 2024 eveneens afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 28 januari 2025 behandeld, waarbij eisers, hun gemachtigde, en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van beschermenswaardig familieleven, maar dat de belangenafweging in het nadeel van eisers uitvalt. Eisers zijn minderjarig en hebben de Syrische nationaliteit. Ze hebben een aanvraag ingediend voor een mvv om bij hun meerderjarige broer in Nederland te verblijven. De rechtbank concludeert dat de belangen van de minderjarige eisers onvoldoende zijn meegewogen in de afweging door verweerder. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens worden de proceskosten aan eiseres vergoed.