Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de rechtbank van 18 september 2025 in de zaak tussen
[naam], eiseres,
de minister van Asiel en Migratie, de minister
Procesverloop
22 augustus 2025 zijn de gronden van beroep ingediend. Verder is verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Op 31 augustus 2025 is bericht dat dit laatste verzoek spoed heeft.
Overwegingen
19 juli 2022 ingeschreven waren in de BRP op 4 maart 2024 eindigt. [1]
4 maart 2024.
4 maart 2024 geëindigd. Het aan de orde zijnde terugkeerbesluit is op 21 juli 2025 genomen.
6.4. Naar het oordeel van de rechtbank was de minister op 21 juli 2025 dan ook bevoegd een terugkeerbesluit uit te vaardigen. [8]
De rechtbank ziet in het door eiseres gevoerde betoog geen grond voor het oordeel dat de voorzieningen niet kunnen worden stopgezet en het besluit voor vernietiging in aanmerking komt.