ECLI:NL:RBDHA:2025:12600
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet door de rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 31 juli 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw) beoordeeld. Eiseres, een Surinaamse nationaliteit, heeft in 2022 een verblijfsvergunning aangevraagd, die door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres ten tijde van haar aanvraag geen rechtmatig verblijf had, wat de afwijzing van haar bijstandsaanvraag rechtvaardigt. Eiseres betoogt dat zij procedureel rechtmatig verblijf had en dat er dringende redenen zijn om haar bijstandsuitkering te verstrekken, maar de rechtbank oordeelt dat deze argumenten niet opgaan. De rechtbank concludeert dat het college de aanvraag terecht heeft afgewezen, en dat eiseres geen recht heeft op bijstand. De uitspraak benadrukt het belang van de wetgeving en de voorwaarden die aan bijstandsverlening zijn verbonden, en wijst erop dat de menselijke maat niet kan worden toegepast buiten het wettelijk kader. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en zij krijgt geen griffierecht of proceskostenvergoeding terug.