Uitspraak
[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres(gemachtigde: mr. V. Wösten)
het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, het college
: [belanghebbende], te [plaatsnaam] (belanghebbende).
Rechtbank Den Haag
Op 20 juni 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin eiseres beroep had ingesteld tegen de weigering van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland om handhavend op te treden tegen de uitbreiding van een veehouderij. Eiseres stelde dat het college op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) had moeten optreden tegen de uitbreiding van een vleesvarkensstal, omdat het natuurbelang niet met de vereiste zorgvuldigheid in kaart was gebracht. De voorzieningenrechter oordeelde dat het college onvoldoende had gemotiveerd waarom handhaving onevenredig zou zijn in verhouding tot het natuurbelang. De voorzieningenrechter vernietigde het bestreden besluit en droeg het college op om binnen acht weken een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, omdat de voorzieningenrechter geen ruimte zag om zelf in de zaak te voorzien. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige belangenafweging tussen de belangen van de PAS-melders en de bescherming van de natuur.