Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 11 juni 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , v-nummer: [nummer] , eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Daarbij bespreekt de rechtbank eerst of het inburgeringsvereiste een ongerechtvaardigd onderscheid maakt op basis van nationaliteit (onder 5). Vervolgens bespreekt de rechtbank of de staatssecretaris eiseres had moeten ontheffen van het inburgeringsvereiste vanwege bijzondere, individuele omstandigheden (onder 6).
identiekegevallen, maar is het voldoende als sprake is van personen die in een relevant vergelijkbare situatie verkeren en die verschillend worden behandeld. [10] Daarvan is sprake omdat het zowel bij onderdanen van landen aan wie het inburgeringsvereiste wordt gesteld als bij onderdanen van landen die daarvan zijn vrijgesteld gaat om vreemdelingen die met eenzelfde doel (gezinshereniging met een rechtmatig in Nederland verblijvend gezinslid) naar Nederland willen komen. Dat de landen waar deze vreemdelingen vandaan komen op meerdere factoren onderling verschillend (kunnen) zijn, is onvoldoende om te oordelen dat geen sprake is van een relevante vergelijkbare situatie en dus van gelijke gevallen in hier bedoelde zin. Aan de vergelijkbaarheidstoets is dan ook voldaan.