ECLI:NL:RBDHA:2024:8906
Rechtbank Den Haag
- Beslissing RC
- Rechtspraak.nl
Onderzoek aan inbeslaggenomen smartphone in strafzaak met verdenking van moord of doodslag
Op 3 februari 2024 heeft de rechter-commissaris in de Rechtbank Den Haag een beslissing genomen over de vordering van de officier van justitie om een inbeslaggenomen smartphone van de verdachte verder te onderzoeken. De smartphone was tijdens een doorzoeking in de woning van de verdachte in beslag genomen. De officier van justitie had gevorderd dat de rechter-commissaris toestemming zou geven voor een uitgebreid onderzoek naar de gegevens op de smartphone, met het oog op de opsporing van een strafbaar feit. De rechter-commissaris oordeelde dat het onderzoek aan de smartphone een ingrijpende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte met zich meebracht, maar dat gezien de aard en ernst van de verdenking, namelijk moord of doodslag, er geen aanleiding was om beperkingen aan het onderzoek te verbinden.
De rechter-commissaris overwoog dat het verkennend onderzoek dat eerder had plaatsgevonden, had aangetoond dat er een 'opvallend aantal' datingapps op de smartphone aanwezig was en dat er intiem contact was met een specifiek persoon. Dit leidde tot de conclusie dat verdergaand onderzoek noodzakelijk was om een volledig beeld van het privéleven van de verdachte te verkrijgen, wat relevant was voor de waarheidsvinding in deze zaak. De rechter-commissaris besloot de vordering van de officier van justitie toe te wijzen en gaf opdracht aan de politie om de data uit de smartphone in zijn volledigheid te onderzoeken. Tevens werd bepaald dat de vordering en de beschikking niet aan de verdachte zouden worden verstrekt, omdat het opsporingsbelang dit op dat moment niet toeliet.