In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 4 juni 2024, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 24 april 2024 en eiser heeft verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft eerder op 14 mei 2024 al een uitspraak gedaan over deze maatregel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft een voortgangsrapportage overgelegd, waar eiser op heeft gereageerd. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 30 mei 2024 gesloten en besloten dat de zaak niet op een zitting zal worden behandeld.
De rechtbank oordeelt dat het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is. Eiser betoogt dat de tenuitvoerlegging van de maatregel onrechtmatig is geworden door zijn overplaatsing naar de penitentiaire inrichting (PI) De Schie, waar hij als gevolg van een disciplinaire straf is geplaatst. De rechtbank stelt vast dat de PI De Schie niet is aangewezen voor vreemdelingenbewaring, maar dat er bijzondere omstandigheden zijn die deze tijdelijke tenuitvoerlegging rechtvaardigen. Eiser was betrokken bij een geweldsincident in het detentiecentrum in Rotterdam, wat leidde tot zijn disciplinaire straf.
De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring in stand blijft en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.