Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 30 mei 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een asielaanvraag van eiser, een Syrische nationaliteit hebbende jongere, die op 21 november 2023 asiel heeft aangevraagd in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag, gebaseerd op de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat hij niet adequaat is gehoord en dat het terugnameverzoek te laat is ingediend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 15 oktober 2023 al een asielaanvraag in Duitsland had ingediend, wat de staatssecretaris de bevoegdheid gaf om de autoriteiten van Duitsland te verzoeken om eiser terug te nemen. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder de onzorgvuldigheid van het bestreden besluit en de stelling dat Duitsland niet kan worden vertrouwd, niet gevolgd. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de procedure correct heeft gevolgd en dat het terugnameverzoek tijdig is ingediend. Eiser heeft niet aangetoond dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die een overdracht aan Duitsland onredelijk zouden maken.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser terecht niet in behandeling heeft genomen. Eiser kan in hoger beroep gaan tegen deze uitspraak, maar de rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.