ECLI:NL:RBDHA:2023:10491
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Hoorplicht en rechtsgeldigheid van claimakkoord
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juli 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die de Algerijnse nationaliteit heeft. Eiser had op 15 februari 2023 een asielaanvraag ingediend, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Zwitserland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft de zaak behandeld en de argumenten van eiser, waaronder de schending van de hoorplicht, overwogen.
Eiser stelde dat hij in persoon gehoord had moeten worden over mogelijke bezwaren tegen zijn overdracht aan Zwitserland. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris zich aan de wet en het geldende beleid heeft gehouden. Eiser had de mogelijkheid om schriftelijk zijn bezwaren kenbaar te maken, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris op juiste wijze invulling heeft gegeven aan de hoorplicht, aangezien er sprake was van nieuwe feiten die een schriftelijke reactie rechtvaardigden.
Daarnaast werd de rechtsgeldigheid van het claimakkoord tussen Nederland en Zwitserland besproken. Eiser betoogde dat de claim was gebaseerd op een onjuiste rechtsgrond, maar de rechtbank oordeelde dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing was en dat de overdracht op rechtsgeldige wijze tot stand was gekomen. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en was er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.