ECLI:NL:RBDHA:2024:822

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
25 januari 2024
Zaaknummer
NL24.462
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen voortduren maatregel van bewaring op grond van de Vreemdelingenwet

Op 25 juli 2023 heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan eiser de maatregel van bewaring opgelegd op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, omdat de maatregel nog steeds voortduurt. De rechtbank heeft het beroep op 19 januari 2024 behandeld, waarbij eiser aanwezig was in het detentiecentrum in Rotterdam, bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

De rechtbank heeft eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring getoetst en vastgesteld dat deze tot 1 december 2023 rechtmatig was. De beoordeling van het voortduren van de maatregel is dus beperkt tot de periode na deze datum. Eiser heeft aangevoerd dat er geen zicht op uitzetting is, omdat de Marokkaanse autoriteiten geen match hebben gevonden op basis van zijn vingerafdrukken. De staatssecretaris heeft echter gesteld dat er wel degelijk zicht op uitzetting is en dat eiser zelf verantwoordelijk is voor het aanleveren van de benodigde documenten.

De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende voortvarend handelt en dat er geen aanleiding is om te concluderen dat de maatregel van bewaring onrechtmatig is. Eiser heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangedragen die de rechtmatigheid van de maatregel in twijfel trekken. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen reden voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.462

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiser,

geboren op [geboortedatum] ,
van Marokkaanse nationaliteit
V-nummer: [nummer] ,
(gemachtigde: mr. S. Wortel),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris,

(gemachtigde: mr. P.A.L.A van Ittersum).

Procesverloop

De staatssecretaris heeft op 25 juli 2023 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.
Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld.
De staatssecretaris heeft een voortgangsrapportage overgelegd. Eiser heeft hierop gereageerd.
De rechtbank heeft het beroep met behulp van telehoren op 19 januari 2024 op zitting behandeld. Eiser is verschenen in het detentiecentrum in Rotterdam, bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Overwegingen

1. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al viermaal eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van 6 december 2023 (in de zaak NL23.36323) volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek op 1 december 2023 rechtmatig was. Daarom is bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het voortduren van de maatregel van bewaring slechts de periode sinds het moment van het sluiten van dat onderzoek op 1 december 2023 relevant.
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.
Standpunten partijen
3. Eiser voert aan dat uit de voortgangsrapportage blijkt dat er op 28 juli 2023 een laissez passer (lp) is aangevraagd bij de Marokkaanse autoriteiten. Verder blijkt uit de voortgangsrapportage dat de identiteit en nationaliteit van eiser bekend zijn; eiser heeft een kopie van zijn verblijfsvergunning voor Oekraïne kunnen tonen en uit Bluespot blijkt dat er een signalering in Duitsland is geweest. Omdat bovenstaande niet geleid heeft tot afgifte van een lp stelt eiser dat er geen zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn is. Te meer omdat uit het voortgangsrapportage blijkt dat de Marokkaanse autoriteiten hebben laten weten dat er geen match is gevonden op basis van onderzoek van de vingerafdrukken van eiser.
3.1.
Voorts stelt eiser dat er op 28 december 2023 een nieuwe lp-aanvraag is ingediend bij de Marokkaanse autoriteiten. De redenen voor een nieuwe lp-aanvraag zijn niet duidelijk.
3.2.
Verder stelt eiser dat kan worden volstaan met een lichter middel. Eiser stelt in afwachting van de procedure zich desgewenst wekelijks bij de vreemdelingenpolitie te willen melden.
4. De staatssecretaris stelt dat de bewaring nog immer rechtmatig is en dat zicht op uitzetting bestaat. De staatssecretaris heeft toegelicht dat bij de vorige lp-aanvraag alleen de vingerafdrukken van eiser zijn overgelegd, die niet hebben geleid tot een identiteits- of nationaliteitsbevestiging en dat het lp-onderzoek daarom is afgesloten. In de nieuwe lp-aanvraag is een kopie van de Oekraïense verblijfsvergunning voorgelegd. Het is aan eiser om mee te werken aan de vaststelling van zijn identiteit en nationaliteit, onder andere door het overleggen van Marokkaanse identiteitsdocumenten, zodat dit de lp-aanvraag kan bespoedigen. Nu eiser niet meewerkt komt dit voor zijn rekening en risico. De staatssecretaris stelt voorts dat voldoende voortvarend wordt gehandeld, er worden rappels gestuurd en vertrekgesprekken met eiser gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
5. De inbewaringstelling is in strijd met artikel 59, van de Vw en het Unierecht als zicht op uitzetting ontbreekt. Voor dat oordeel ziet de rechtbank geen aanleiding. De autoriteiten van Marokko werken mee aan het verstrekken van reisdocumenten en ook vinden er nationaliteitsbevestigingen plaats. De rechtbank wijst daarbij op de uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 14 juni 2023 (ECLI:NL:RBDHA:2023:8706). De rechtbank overweegt dat in zijn algemeenheid geldt dat, indien de autoriteiten hebben medegedeeld dat zij de nationaliteit en identiteit van de betrokkene niet kunnen bevestigen, hieruit kan worden afgeleid dat er geen zicht op uitzetting bestaat, omdat dit een duidelijke indicatie is dat er geen reisdocument zal worden afgegeven. De rechtbank is echter van oordeel dat, gelet op de toelichting van de staatssecretaris ter zitting, in het geval van eiser een concreet aanknopingspunt bestaat dat dat in dit geval anders is. De rechtbank oordeelt dat, nu er een Oekraïense verblijfsvergunning waar een Marokkaans paspoort aan ten grondslag ligt voorhanden is, er voldoende reden was om een nieuwe lp-aanvraag te doen. Op eiser rust bovendien de rechtsplicht Nederland te verlaten. Deze plicht brengt onder meer met zich mee dat eiser actieve en volledige medewerking aan zijn uitzetting dient te verlenen, zoals volgt uit de Afdelingsuitspraken van 13 januari 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:85) en van 2 augustus 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2210). De rechtbank constateert dat eiser deze medewerking niet verleent. De rechtbank is anders dan eiser van oordeel dat het ook aan eiser is om contact op te nemen met de Oekraïense universiteit, waar hij heeft gestudeerd, om een kopie van zijn Marokkaanse paspoort te verkrijgen. De rechtbank ziet daarom gelet op het voorgaande geen aanknopingspunten dat op dit moment het zicht op uitzetting naar Marokko in het geval van eiser ontbreekt.
5.1.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht stelt dat eisers identiteit en nationaliteit nog steeds niet vaststaan omdat eiser geen (originele) documenten afkomstig van de Marokkaanse autoriteiten heeft overgelegd. Daarnaast heeft eiser ook geen nieuwe feiten en omstandigheden aangedragen ten aanzien van de door hem overgelegde kopie van de Oekraïense verblijfsvergunning. De rechtbank wijst daarbij op de uitspraken van 25 oktober 2023 (NL23.32078) en 6 december 2023 (NL23.36323).
5.2.
De rechtbank is verder van oordeel dat de staatssecretaris hiermee voldoende voortvarend werkt aan de uitzetting van eiser. De rechtbank stelt vast dat uit de voortgangsrapportage blijkt dat de staatssecretaris op 28 december 2023 een nieuwe lp-aanvraag naar de Marokkaanse autoriteiten heeft verzonden. Ook blijkt hieruit dat de staatssecretaris op 2 januari 2024 schriftelijk heeft gerappelleerd op de lp-aanvraag. Uit de voortgangsrapportage volgt verder dat de staatssecretaris op 12 december 2023 en 3 januari 2024 vertrekgesprekken met eiser heeft gevoerd. De stelling van eiser dat de staatssecretaris in de vorige lp-aanvraag de Oekraïense verblijfsvergunning van eiser had moeten betrekken en dat er daardoor sprake is van onvoldoende voortvarend handelen treft geen doel.
5.3.
Tot slot ziet de rechtbank in hetgeen eiser heeft gesteld in het kader van het lichter middel geen aanleiding anders te oordelen dan eerder is geoordeeld. De rechtbank verwijst naar haar eerdere uitspraken van 25 oktober 2023 (NL23.32078) en 6 december 2023 (in de zaak NL23.36323).
Conclusie en gevolgen
6. De rechtbank ziet ook voor het overige geen grond voor het oordeel dat de maatregel van bewaring in de periode tussen het sluiten van het vorige onderzoek en het sluiten van het onderhavige onderzoek op zitting op enig moment onrechtmatig was.
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, in aanwezigheid van mr. K.E. Mulder, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.