ECLI:NL:RBDHA:2024:655
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek Ziektewet-uitkering; afwijzing door Uwv; geen nieuwe feiten of omstandigheden
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 24 januari 2024 uitspraak gedaan in een herzieningsverzoek van eiseres, die haar Ziektewet-uitkering (ZW) betwistte. Eiseres had eerder, op 7 juli 2014, een uitkering beëindigd gekregen door het Uwv, omdat zij niet was verschenen op afspraken. Eiseres verzocht om herziening van dit besluit, maar het Uwv weigerde dit, stellende dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden. De rechtbank heeft de procesgang en de eerdere besluiten van het Uwv in overweging genomen. Eiseres voerde aan dat het Uwv ten onrechte had besloten om haar uitkering te beëindigen en dat er nieuwe feiten waren die dit zouden onderbouwen. De rechtbank oordeelde echter dat de door eiseres aangevoerde gronden niet als nieuwe feiten konden worden aangemerkt en dat het besluit van 7 juli 2014 in rechte vaststond. De rechtbank concludeerde dat het Uwv terecht het herzieningsverzoek had afgewezen, omdat de enkele mogelijkheid dat het eerdere besluit onjuist was, niet voldoende was om te concluderen dat het evident onredelijk was om het niet te herzien. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.