In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Afghan, tegen de afwijzing van zijn verzoek om overbrenging naar Nederland op basis van de Tolkenregeling. Eiser heeft op 23 februari 2023 een verzoek ingediend bij de minister van Defensie, die op 24 mei 2023 per e-mail heeft gereageerd. Eiser heeft hiertegen rechtstreeks beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat dit beroep niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft het beroep op 28 februari 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst in afwachting van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de vraag of de e-mail van verweerder als besluit moet worden aangemerkt.
Op 10 april 2024 heeft de Afdeling geoordeeld dat de afwijzing van een verzoek op grond van de Tolkenregeling een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat de e-mail van 24 mei 2023 een primair besluit is, waartegen eerst bezwaar moet worden gemaakt. Eiser heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen een terugverwijzing naar verweerder om het als bezwaarschrift te behandelen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en zal het beroepschrift doorzenden naar verweerder voor behandeling als bezwaarschrift. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.