32.1.Omdat het beroep tegen de bestreden besluiten II en IV gegrond is moet verweerder het door eisers betaalde griffierecht vergoeden. Eisers I, II, III en V krijgen ook een proceskostenvergoeding. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 5.250,- . Daarbij worden 2 punten toegekend voor het indienen van de beroepschriften (1 punt voor bestreden besluit II en 1 punt voor bestreden besluit IV) en 2 punten voor het verschijnen ter zitting (twee zittingen), met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor 1,5. Eiser IV krijgt geen proceskostenvergoeding omdat hij geen kosten heeft gemaakt die zien op door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Op grond van artikel 3, tweede lid, van het Bpb stelt de rechtbank het bedrag van € 5.250,- voor eisers III en V gezamenlijk vast omdat door dezelfde persoon rechtsbijstand is verleend.
33. Eisers II hebben verzocht een vergoeding van de verblijfskosten van hun gemachtigde. Eisers III en V hebben een bedrag van € 58,62 aan reiskosten voor hun gemachtigde gedeclareerd en nog een niet nader gespecificeerd bedrag va € 2.032,80. Eisers I, III en V hebben eveneens om een vergoeding van € 2.032,80 verzocht voor het opstellen van de rapportage door EcoReest. De rechtbank ziet geen aanleiding deze gevraagde kosten toe te kennen. Daartoe overweegt de rechtbank dat de reis- en verblijfskosten van de gemachtigden van Eisers II, III en V reeds zijn begrepen in de vergoeding voor rechtsbijstand.Verder hebben eisers III en V de door hun gevraagde kosten niet onderbouwd zodat reeds daarom deze niet voor vergoeding in aanmerking komen. Tot slot komen de kosten voor het opstellen van de rapportage van EcoReest niet voor vergoeding in aanmerking omdat de beroepsgronden waar dat advies betrekking op heeft niet hebben geleid tot het geslaagd beroep.
- verklaart de beroepen tegen bestreden besluit I ongegrond;
- verklaart de beroepen tegen bestreden besluit III ongegrond;
- verklaart de beroepen tegen bestreden besluit II gegrond;
- vernietigt bestreden besluit II voor zover hiermee toestemming is verleend voor ‘handelingen met gevolgen voor beschermde plant- en diersoorten’ en ‘handelingen met gevolgen voor beschermde natuurgebieden’;
- bepaalt dat bestreden II voor het overige in stand blijft;
- verklaart het beroep tegen besluit IV gegrond;
- vernietigt bestreden besluit IV voor zover hiermee toestemming is verleend voor ‘handelingen met gevolgen voor beschermde natuurgebieden’;
- bepaalt dat bestreden besluit IV voor het overige in stand blijft;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 365,- voor bestreden besluit IV aan eisers I, II, III, IV en V afzonderlijk (zaaknummers SGR 22/4579, SGR 22/4451, SGR 22/4359, SGR 22/5007 en SGR 22/4566) moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 5.250,- aan proceskosten aan eisers I,
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 5.250,- aan proceskosten aan eisers II
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 5.250,- aan proceskosten aan eisers III en eisers V tezamen, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.H. Smits, voorzitter, mr. A.C. de Winter en mr. J. Schaaf, leden, in aanwezigheid van mr. E.L. Denters, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 18 april 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.