Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 15 maart 2024 in de zaken tussen
[eiser] , uit [woonplaats] (Frankrijk), eiser
de Nationale ombudsman (de No), verweerder
Inleiding
mr. [naam 1] .
Beoordeling door de rechtbank
e-mailadres ( [e-mailadres] ) met documenten voorzien van het logo “Stichting [naam stichting] ”. Dit is een stichting gevestigd in [vestigingsplaats] . In de oprichtingsakte van de stichting van 3 maart 2023 is vermeld dat de stichting als doel heeft: “het bevorderen van de democratische rechtsorde, het bevorderen van spreiding van kennis, macht en inkomen en het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn”.
De documenten die ik onlangs in kopie heb ontvangen nadat ik deze langs de weg van een verzoek in de zin van de Wet open overheid (Woo) had opgevraagd namens mijn cliënt de heer (…) hebben nogmaals duidelijk gemaakt hoezeer u en uw organisatie hebben gefaald in de Groninger huurzaak.(…)
Eerder heb ik u al eens voorgesteld om uw optreden in de Groninger huurzaak door externen te laten evalueren en dat voorstel leg ik thans nogmaals, zij het dit keer voor de laatste keer, aan u voor. Ik geef er daarbij de voorkeur aan om de wijze waarop een dergelijke evaluatie zou kunnen worden vormgegeven te laten vastleggen in een overeenkomst waarbij ook de heer (…) partij is, in welk verband ik goede ervaringen heb opgedaan met een bemiddelende rol van de landsadvocaat. Het zou mooi zijn wanneer langs die weg een verdergaande juridische strijd, die slechts tot aanzienlijke schade kan lijden voor de reputatie van de Nationale ombudsman als persoon en als instituut, nog tijdig kan worden voorkomen. Ik verneem dan ook gaarne of u bereid bent om aan het welslagen van het geschetste traject een bijdrage te leveren.
10.7. Op 13 december 2022 heeft eiser met een beroep op de Woo aan de No verzocht “om hem in kopie te doen toekomen de documenten naar aanleiding van het besluit in zaak 1593561 (huurcommissie)”.
contactafspraken”.
Conclusie en gevolgen
De rechtbank is van oordeel dat de No de Woo-verzoeken terecht buiten behandeling heeft gesteld wegens misbruik van recht. Bovendien heeft eiser misbruik gemaakt van de bevoegdheid tot het instellen van beroep tegen de bestreden besluiten. Nu het beroep misbruik van recht inhoudt, zijn de beroepen niet-ontvankelijk. De niet- ontvankelijk verklaring van de beroepen heeft tot gevolg dat de bestreden besluiten in stand blijven.
Voor een proceskostenveroordeling en vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.