Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres 1], V-nummer: [eiseres 1], eiseres 1
hierna tezamen: eiseressen
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 16 januari 2024, wordt het beroep van eiseressen tegen de afwijzing van hun aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) beoordeeld. Eiseressen, beide van Syrische nationaliteit, hebben in oktober 2016 aanvragen ingediend om bij hun dochter/zus, referente, te verblijven. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvragen afgewezen, met als argument dat er geen sprake is van familie- of gezinsleven in de zin van artikel 8 van het EVRM, en dat referente niet onder het jongvolwassenenbeleid valt. De rechtbank heeft vastgesteld dat referente na haar binnenkomst in Nederland stappen naar zelfstandigheid heeft gezet en dat de gezinsband tussen eiseressen en referente is verbroken. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie tussen eiseressen en referente, en dat de belangenafweging in het kader van artikel 8 van het EVRM in het nadeel van eiseressen is uitgevallen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat het bestreden besluit in stand blijft, zonder vergoeding van proceskosten.