ECLI:NL:RBDHA:2024:22581
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde aanvraag Wajong-uitkering na eerdere afwijzingen en beoordeling van arbeidsvermogen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die een Wajong-uitkering aanvroeg, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Eiser had in het verleden meerdere aanvragen voor een Wajong-uitkering ingediend, die telkens waren afgewezen. De rechtbank beoordeelde of de afwijzing van de herhaalde aanvraag van 5 januari 2023 terecht was. Eiser stelde dat hij niet in staat was om te werken vanwege medische klachten, waaronder diabetes type I en een amputatie van zijn rechterbeen. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts b&b zorgvuldig had beoordeeld of eiser arbeidsvermogen had op de dag dat hij achttien jaar werd en in de zogenaamde Amberperiode, die vijf jaar na zijn achttiende verjaardag loopt. De rechtbank concludeerde dat eiser niet voldoende medische informatie had overgelegd die aantoonde dat hij tijdens deze periodes geen arbeidsmogelijkheden had. De rechtbank bevestigde dat de eerdere afwijzingen terecht waren en dat eiser over arbeidsvermogen beschikte. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en hij kreeg geen vergoeding van proceskosten of griffierecht terug.