ECLI:NL:RBDHA:2024:21672
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht met betrekking tot vreemdelingen
Op 17 december 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de maatregel van bewaring van een vreemdeling, eiser, die door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd op 4 mei 2024. De rechtbank heeft eerder de rechtmatigheid van deze maatregel getoetst in uitspraken van 24 mei en 24 juli 2024. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van de maatregel en verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 10 december 2024 was eiser vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, terwijl de minister ook door een gemachtigde werd vertegenwoordigd.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig is, omdat er nog steeds zicht is op uitzetting naar Algerije. Eiser betoogde dat de Algerijnse autoriteiten niet voldoende meewerken aan zijn uitzetting, maar de rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat de autoriteiten de aanvraag voor een laissez-passer hadden afgewezen. De rechtbank concludeerde dat de minister voldoende voortvarend handelt in de uitzettingsprocedure, ondanks dat eiser al zes maanden in bewaring is. De rechtbank wees het beroep van eiser ongegrond en wees ook het verzoek om schadevergoeding af, met de conclusie dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.