ECLI:NL:RBDHA:2024:21243

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
17 december 2024
Zaaknummer
C/09/668260 / HA ZA 24-525
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van partij-aanduiding in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Den Haag op 18 december 2024 uitspraak gedaan in een incident betreffende de rectificatie van de partij-aanduiding van gedaagde. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.E. Jonen, had Gräper Automotive B.V. gedagvaard, maar verzocht om rectificatie naar Gräper Automotive Exclusief B.V. omdat er een vergissing was gemaakt in de inleidende dagvaarding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verkeerde partij-aanduiding in de dagvaarding een vergissing betrof en dat Gräper Automotive had moeten begrijpen dat de eiser Gräper Automotive Exclusief in de procedure wilde betrekken. De rechtbank oordeelde dat de rectificatie tijdig was aangevraagd en dat er geen procesueel nadeel voor Gräper Automotive was, aangezien deze partij de gelegenheid kreeg om een conclusie van antwoord in te dienen. De rechtbank heeft de vordering tot rectificatie toegewezen en Gräper Automotive Exclusief als gedaagde partij aangemerkt. De beslissing over de proceskosten is aangehouden, en de hoofdzaak zal op 29 januari 2025 opnieuw op de rol komen voor het nemen van een conclusie van antwoord door Gräper Automotive Exclusief.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/668260 / HA ZA 24-525
Vonnis in incident van 18 december 2024
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] ,
eiser in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat mr. R.E. Jonen te Amsterdam,
tegen
GRÄPER AUTOMOTIVE B.V.,
te Moordrecht,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. A. Snelders te Rotterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en Gräper Automotive genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 12 juni 2024, met producties 1 tot en met 4;
  • de conclusie van antwoord van Gräper Automotive met producties 1 tot en met 3;
  • de akte rectificatie van [eiser] ;
  • het tussenvonnis van 16 oktober 2024, waarin een mondelinge behandeling op
9 december 2024 is bevolen;
  • de antwoordakte van Gräper Automotive, met productie 1;
  • de brief van Gräper Automotive van 26 november 2024, waarin zij verzoekt om uitstel van de mondelinge behandeling totdat over de rectificatie is beslist.
1.2.
Per e-mailbericht van 2 december 2024 heeft de rechtbank partijen meegedeeld dat de mondelinge behandeling niet doorgaat en dat het verzoek tot rectificatie wordt opgevat als een incidentele vordering, waarop eerst zal worden beslist.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De vordering in het incident

2.1.
[eiser] vordert in het incident – samengevat – de partij-aanduiding Gräper Automotive te rectificeren in Gräper Automotive Exclusief B.V. (hierna: Gräper Automotive Exclusief).
2.2.
[eiser] voert daartoe aan dat is gebleken dat in de inleidende dagvaarding bij vergissing de partij-aanduiding Gräper Automotive is vermeld in plaats van Gräper Automotive Exclusief. [eiser] wenst deze vergissing tijdens de procedure te herstellen en zoekt daarbij aansluiting bij de uitspraak van de Hoge Raad van 13 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1881.
2.3.
Het verweer van Gräper Automotive strekt primair tot afwijzing van de incidentele vordering en subsidiair, indien rectificatie wordt toegestaan, tot het toestaan van de juiste partij – Gräper Automotive Exclusief – om een conclusie van antwoord te nemen.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling in het incident

3.1.
De vraag wie als gedaagde partij optreedt dient beantwoord te worden aan de hand van de artikelen 3:33 en 3:35 van het Burgerlijk Wetboek. Indien sprake is van een vergissing ten aanzien van de partij-aanduiding kan deze door middel van rectificatie worden hersteld wanneer het onder de gegeven omstandigheden voor de processuele wederpartij kenbaar was dat van een vergissing sprake was, de wederpartij door de vergissing en de rectificatie niet is benadeeld of in haar verdediging geschaad en de rectificatie tijdig heeft plaatsgevonden (vgl. Hoge Raad 14 december 2007, ECLI:NL:HR:2007:BB4765, Hoge Raad 13 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1881).
3.2.
Voor de beoordeling van de vraag of hier sprake is van een voor herstel vatbare vergissing, neemt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden in aanmerking:
  • In de hoofdzaak vordert [eiser] kort gezegd betaling van een door hem aan Gräper Automotive Exclusief verkochte (ingeruilde) auto.
  • [eiser] heeft de wederpartij gedagvaard onder de naam ‘Gräper Automotive B.V. mede handelend onder de naam Gräper Automotive Exclusief’.
  • Op de door partijen ondertekende overeenkomst (inkoopverklaring) is als koper vermeld ‘Gräper Automotive Exclusief B.V.’.
  • Zowel Gräper Automotive Exclusief als Gräper Automotive is gevestigd op het adres Grote Esch 915 te Moordrecht.
  • Op het briefpapier waarop de inkoopverklaring is gedrukt is ook de benaming Gräper Automotive.nl vermeld. Op de website is daarnaast (ook) vermeld Gräper Automotive.
  • Voorafgaand aan het uitbrengen van de dagvaarding heeft mr. Jonen per e-mail gecorrespondeerd met het kantoor dat gedaagde partij bijstaat. Mr. Snelders heeft bij e-mail van 10 juni 2024 gemeld Gräper Automotive in deze kwestie bij te staan en gevraagd de dagvaarding aan haar kantoor te laten betekenen.
  • Nadat Gräper Automotive zich bij conclusie van antwoord heeft beroepen op niet-ontvankelijkheid van [eiser] op grond van een onjuiste partij-aanduiding, heeft [eiser] aangegeven dat sprake is van een vergissing ten aanzien van de naamsduiding en verzocht om rectificatie.
3.3.
De rechtbank is op grond van deze feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, van oordeel dat Gräper Automotive had moeten begrijpen dat de vermelding van de naam Gräper Automotive in plaats van Gräper Automotive Exclusief in de inleidende dagvaarding op een vergissing berustte. Er kan geen onduidelijkheid over bestaan dat [eiser] Gräper Automotive Exclusief in deze procedure heeft willen betrekken. Dat in de inleidende dagvaarding als gedaagde partij Gräper Automotive wordt genoemd betreft dan ook klaarblijkelijk een vergissing.
3.4.
Gräper Automotive stelt dat zij processueel nadeel ondervindt, doordat zij haar conclusie van antwoord heeft beperkt tot de niet-ontvankelijkverklaring van [eiser] . De rechtbank zal Gräper Automotive Exclusief toestaan een conclusie van antwoord te nemen. [eiser] heeft aangegeven dat hij daartegen geen bezwaar heeft. Het ondervinden van nadeel of het geschaad zijn in de verdediging als gevolg van de rectificatie is dan ook niet aan de orde.
3.5.
Gräper Automotive stelt, onder verwijzing naar een uitspraak van de rechtbank Limburg, [1] dat het verzoek tot rectificatie pas zestien dagen na ontdekking van de vergissing en daarmee niet tijdig is gedaan. De rechtbank is echter van oordeel dat het verzoek tot rectificatie wel degelijk tijdig is gedaan. Het verzoek, dat in dit geval voorafgaand aan de mondelinge behandeling is gedaan, had ook nog ter zitting kunnen worden ingediend. [2]
3.6.
Gräper Automotive stelt tot slot, onder verwijzing naar een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, [3] dat het leerstuk van rectificatie niet is bedoeld voor een indeplaatsstelling. Het gaat volgens Gräper Automotive niet om een enkele verschrijving, maar om twee verschillende rechtspersonen, die onder afzonderlijke nummers zijn ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. De rechtbank passeert dat betoog en is van oordeel dat rectificatie van een partij-naam mogelijk is wanneer – zoals hier – sprake is van een vergissing en aan de criteria is voldaan van het onder 3.1 genoemde arrest.
3.7.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de vordering tot rectificatie toewijzen in die zin dat Gräper Automotive Exclusief – in plaats van Gräper Automotive – als gedaagde partij in deze procedure wordt aangemerkt.
3.8.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden, waaronder begrepen de beslissing over de proceskosten van dit incident.
4. De beslissing
De rechtbank
in het incident
4.1.
merkt, in plaats van Gräper Automotive, Gräper Automotive Exclusief aan als de gedaagde in deze procedure,
4.2.
houdt de beslissing omtrent de proceskosten in het incident aan.
in de hoofdzaak
4.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
29 januari 2025voor het nemen van een conclusie van antwoord door Gräper Automotive Exclusief.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M. de Keuning en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2024.
type: 3516

Voetnoten

1.Gräper Automotive verwijst naar rechtbank Limburg 12 april 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:2434.
2.Zie bijv. rechtbank Rotterdam 26 juni 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:6332, rechtbank Noord-Holland 3 augustus 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:6140, rechtbank Rotterdam 20 juni 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:4937.
3.Gräper Automotive verwijst naar rechtbank Oost-Brabant 18 februari 2021, ECLI:NL:RBOBR:2021:528.